Marcouch gaat over de schreef

7885

Burgemeester van Arnhem, Ahmed Marcouch, is door zich te bemoeien met de interne huishouding van de moskee al Fath duidelijk zijn boekje te buiten gegaan. Door het moskeebestuur onder druk te zetten af te zien van het aanstellen van een kandidaat-imam, handelt hij in strijd met één van de belangrijkste beginselen van een democratische rechtsstaat, namelijk de scheiding tussen kerk en staat. De staat en de kerk (of andere religieuze instituten) dienen ieder hun eigen zaken te regelen en zich niet met elkaar te bemoeien of elkaar de regels voor te schrijven.

Marcouch dient te weten dat ons land een open en vrije samenleving kent, waar geen beperkingen gelden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Indien dit wel het geval is dan zijn de aangewezen opsporings- en handhavingsdiensten aan zet om op te treden. Uiteindelijk is het aan een onafhankelijke rechter om te bepalen of de wet is overtreden. In casu is van dit alles geen sprake. Het feit dat iets of iemand de heer Marcouch niet aanstaat, is geen maatstaf om geschreven en ongeschreven regels met de voeten te treden.

De heer Marcouch dient op zijn schreden terug te treden, anders gaat hier een gevaarlijke precedentwerking van uit. Moskeeën zijn onafhankelijke instituties, waar de overheid zich niet mee mag bemoeien, behoudens handelingen die evident in strijd zijn met de wet. Moskeeën in Nederland moeten niet zwichten voor het onbillijk handelen van de overheid, maar juist de overheid hierop aanspreken en de rug recht houden. Feitelijk pleegt de heer Marcouch karaktermoord op de kandidaat-imam. Dit is weer hét bewijs dat voor moslims in Nederland andere standaarden gelden.

Een mogelijke verklaring voor het handelen van de heer Marcouch: het pleasen van de PVV die hem als een ‘verschrikkelijke keuze’ voor Arnhem heeft bestempeld. De PVV is bij uitstek de partij die polarisatie en verdeeldheid in de hand werkt. De PVV levert geen positieve bijdrage en zorgt er juist voor dat autochtone jongeren radicaliseren, getuige het feit dat deze jongeren zich steeds meer aangetrokken voelen tot rechtsextremistische groepen.

Stichting as-Soennah
13 januari 2019