De tolerantie van de Islam

9661
Vraag:
Hoe kan bewezen worden dat de Islam een tolerante en gemakkelijke religie is?
Antwoord:
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Profeet, diens familie en metgezellen.
De Islam is de religie van genade, zachtmoedigheid, tolerantie en gemak. Allah heeft deze gemeenschap niet belast met meer dan zij kan dragen. Welk goeds zij ook verricht, zij zal daarvoor haar beloning ontvangen. En welk kwaads zij ook verricht, zij zal de zware last van haar zonden moeten dragen. Allah, de Verhevene, zegt in de Koran (interpretatie van de betekenis):
“Allah belast een ziel met niet meer dan (wat binnen) haar vermogen (ligt). Zij krijgt (aan goeds) wat zij verdiend heeft, en zij is schuldig aan wat zij (aan slechts) heeft begaan.”
(Soerat al-Baqarah: 286)
Allah heeft de moslims dus niet boven hun vermogen belast met hetgeen Hij hen heeft opgelegd. Allah zegt immers (interpretatie van de betekenis):
“Hij heeft jullie uitgekozen en Hij heeft het jullie in de godsdienst niet moeilijk gemaakt.”
(Soerat al-Haddj: 78)
Elke zonde die door een moslim wordt verricht uit vergissing, vergeetachtigheid of dwang, wordt door Allah vergeven. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“Onze Heer, bestraf ons niet als wij vergeten of als wij ons vergissen.”
(Soerat al-Baqarah: 286)
De moslim zal ter verantwoording worden geroepen voor hetgeen hij moedwillig doet en niet voor hetgeen hij per abuis doet. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“En er wordt jullie niets kwalijk genomen in datgene waarin jullie je vergissen, maar wel in wat jullie harten zich hebben voorgenomen.”
(Soerat al-Ahzaab: 5)
Allah is Genadig, Meest Barmhartig. Hij heeft Mohammed (vrede zij met hem) gezonden met het gemakkelijke en verdraagzame monotheïsme, zeggende (interpretatie van de betekenis):
“Allah wenst voor jullie het gemakkelijke en Hij wenst niet voor jullie het ongemak.”
(Soerat al-Baqarah: 185)
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Het geloof is gemakkelijk en er is niemand die het geloof op een harde manier uitoefent of het geloof overwint hem. Houdt je vast aan goedheid (zonder nalatig te zijn of te overdrijven) of nader deze zo veel mogelijk en wees verheugd (met de beloningen die hieruit voortvloeien).”
(al-Boekhaari)
De Satan is de grootste vijand van de mens. Hij doet de mens de vermaning van Allah vergeten en maakt de zonde voor hem schoonschijnend. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“De Satan heeft hen overmeesterd, waarna hij hen de gedachtenis van Allah deed vergeten. Zij zijn degenen van de groep (volgelingen) van de Satan. Weet: voorwaar, de volgelingen van de Satan zijn de verliezers.”
(Soerat al-Moedjaadalah: 19)
Een voorgenomen slechte daad die men niet kenbaar maakt, heeft Allah reeds vergeven. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Voorwaar, Allah vergeeft zijn gemeenschap datgene wat zij voor zich houdt, zolang zij dit niet uitspreekt of ten uitvoer brengt.”
(Moeslim)
Wie een zonde begaat; Allah zal dit voor hem verbergen. Het is namelijk niet toegestaan om hierover te spreken omdat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Alle mensen van mijn gemeenschap worden vergeven, behalve de zichzelf onthullende zondaars.”
(Moeslim)
Als een persoon een zonde begaat en hiervoor oprecht berouw toont, dan zal Allah dit van hem accepteren. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“Jullie Heer heeft Zichzelf de Barmhartigheid voorgeschreven. Indien een van jullie uit onwetendheid slecht doet en daarna berouw toont en zich betert: voorwaar, dan is Hij Vergevensgezind, Meest Barmhartig.”
(Soerat al-Ancaam: 54)
Allah is de Meest Vrijgevige en Meest Edelmoedige. Hij vermeerdert de beloning voor de goede daden en vergeeft de slechte daden. De Profeet (vrede zij met hem) heeft op autoriteit van zijn Heer gezegd: “Voorwaar, Allah heeft de goede daden en slechte daden reeds beschreven en deze vervolgens verduidelijkt. Degene die voornemens is een goede daad te verrichten maar dit nalaat; voor hem schrijft Allah een volledige verdienste. En degene die een goede daad verricht; voor hem is er een verdienste die zevenhonderd keer wordt vermenigvuldigd, tot nog vele malen meer. En degene die voornemens is om een slechte daad te verrichten, maar deze niet verricht; Allah schrijft voor hem een volledige verdienste. Is hij voornemens deze te verrichten en doet hij dit dan ook; voor hem schrijft Allah één slechte daad.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
Sheich Mohammad ibn Ibrahiem at-Toewadjri
Fragment genomen uit het boek ‘Oesoel ud-Dien il-Islaami’