Vraag:
Ik ving aan met het gebed waarna mijn vrouw kwam aansluiten en samen met mij op het gebedskleed kwam bidden. Eenieder van ons heeft uiteindelijk het gebed individueel verricht. Is hier iets op tegen?
Antwoord:
Het uitgangspunt is dat de vrouw het gebed achter de man verricht, zoals vermeld staat in de overlevering van Anas, waarin hij zegt: “Ik en het weeskind baden achter hem (d.w.z. de Profeet, vrede zij met hem) en de bejaarde vrouw bad achter ons.”
Is de vrouw echter één van zijn Mahaarim en leidt zij hem niet af van het gebed – in die zin dat zijn hart zich zal bezighouden met haar of zich geneigd tot haar voelt tijdens het gebed, met name als het zijn eigen vrouw is – of dat zij aanleiding zal zijn voor enige Fitnah voor hem tijdens het gebed, dan is er niets op tegen dat zij naast hem het gebed verricht. Onder voorwaarde dat er dus geen sprake is van deze valkuilen.
Sheikh ʿAbdoel-Kariem al-Khoedayr