Intentie uitspreken bij de Woedoe'?

6257

Vraag:

Als ik Woedoe' verricht, begin ik met het zeggen van Bismillaah en zeg vervolgens: “Ik heb de intentie om mezelf te reinigen met de Woedoe' ”. Daarna was ik alle lichaamsdelen die gewassen dienen te worden. Is dit correct of dien ik iets anders te zeggen?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Het aanbidden van Allah moet gebeuren op een manier die Allah de moslims heeft voorgeschreven. De basisprincipes als het gaat om daden van aanbidding is Tawqief (daden van aanbidding dienen alleen gebaseerd te worden op de Koran en de Sahieh Soennah, zonder toevoegingen van persoonlijke meningen). Geen enkele daad van aanbidding is voorgeschreven zonder bewijs uit de Shariecah (Islamitische Wetgeving). Wie iets toevoegt wat niet is voorgeschreven door Allah of zijn Boodschapper (vrede zij met hem) heeft een innovatie geïntroduceerd in de Religie van Allah. En deze daad dient verworpen te worden, omdat een daad alleen geaccepteerd kan worden als deze voldoet aan twee voorwaarden:

1.    Het puur en oprecht omwille van Allah alleen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En zij werden uitsluitend opgedragen om niets anders dan (alleen) Allah te aanbidden, terwijl zij hun godsdienst (zuiver) aan Hem toewijden, als monotheïsten. En (zij werden opgedragen om) het gebed te onderhouden en de Zakaat af te dragen. En dat is de rechte godsdienst.”

(Soerat al-Bayyinah: 5)

2.    Het moet gebeuren op de manier van de Profeet (vrede zij met hem) en de Boodschap die hij (vrede zij met hem) bracht. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En wat de Boodschapper jullie geeft, neem het dan. En wat hij jullie verbiedt, onthoud jullie ervan. En vrees Allah, voorwaar Allah is hard in de bestraffing.”

(Soerat al-Hashr: 7)

Het is dus niet toegestaan om welke daad van aanbidding dan ook te innoveren en toe te schrijven aan de Profeet (vrede zij met hem) die hierover zei: “Wie een daad verricht die niet overeenstemt met onze zaak (de Islam), het zal verworpen worden.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Imam Ahmad ibn Hanbal heeft verhaald van de overlevering van al-cIrbaad ibn Saariyah dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Ik verzoek jou om je aan mijn Soennah vast te houden en de weg van de rechtgeleide kaliefen. Houdt je eraan vast en bijt je hieraan vast met je achterste kiezen. (oftewel: hou je hieraan vast en laat het niet los). En pas op voor nieuwe geïnnoveerde zaken, want waarlijk elke nieuwe zaak is een innovatie en elke innovatie is een dwaling.”

(at-Tirmidhie)

Sheikh al-Albaanie zei: “Dit is Sahieh.”

(Sahieh Soenan Abie Daawoed)

Moslims dienen dus niet verder te gaan dan datgene wat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gebracht en heeft voorgeschreven.

Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah zei over de kwestie van het hardop uitspreken van de intentie: “Het is niet aanbevolen om de intentie hardop uit te spreken. Want dit is een innovatie (Bidcah) en is niet overgeleverd van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem), noch van zijn metgezellen. De Profeet (vrede zij met hem) heeft niemand van de gemeenschap bevolen om de intentie hardop uit te spreken. Ook heeft hij (vrede zij met hem) dit niemand van de moslims onderwezen. Als dit was voorgeschreven, dan had de Profeet (vrede zij met hem) noch de metgezellen het verzuimd dit over te brengen. De intentie is namelijk iets waar een moslim dagelijks mee te maken heeft. Het hardop uitspreken van de intentie is een kenmerk van een fout in het denken en in de religieuze toewijding.”

(Madjmoecul-Fataawa, boekdeel 22, blz. 231)

Ergens anders zei hij: “Alle zaken die mensen innoveren zoals het hardop uitspreken van de intentie (Niyyah) voor het zeggen van “Allahoe Akbar”, voor het reciteren van de Talbiyah, voor het reinigen van zichzelf en in alle daden van aanbidding, zijn allemaal vormen van innovaties die niet zijn voorgeschreven door de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem). Alles wat is geïnnoveerd op gebied van de voorgeschreven daden van aanbidding, zoals het doen van extra handelingen die niet zijn voorgeschreven door de Profeet (vrede zij met hem), is een vorm van Bidcah. De Profeet verrichtte deze daden van aanbidding namelijk zonder deze extra handelingen. Dit wel doen en hierin volharden is dus een vorm van innovatie en dwaling.”

(Madjmoecul-Fataawa, boekdeel 22, blz.223)

De moslims moeten dus stoppen met handelingen die niet door de Profeet (vrede zij met hem) zijn overgebracht en zij dienen weg te blijven van innovaties die zijn geïntroduceerd in de religie. Het volgen van deze innovaties geeft aan dat je de 'Mensen van het Boek' imiteert. En de moslim moet ernaar streven zijn religie te leren, zodat hij niet vervalt in zulke Bidac.

En Allah weet het het beste.

Sheikh Mohammed Saalih al-Moenadjied