92: Soerat al-layl

10626

Beluisteren

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de meest Genadevolle

Bij de nacht wanneer hij bedekt.

En bij de dag wanneer hij tevoorschijn komt.

En bij Wie het mannelijke en het vrouwelijke heeft geschapen.

Waarlijk, jullie streven is verschillend.

Wat betreft degene die geeft en godsvruchtig is.

En in het goede gelooft.

Wij zullen hem dan vergemakkelijken naar het gemakkelijke.

En wat betreft degene die gierig is en denkt het zonder (Allah) te kunnen stellen.

En het goede verloochent.

Wij zullen hem dan vergemakkelijken naar het moeilijke.

En wat zal zijn bezit hem baten wanneer hij ten onder gaat.

Waarlijk, het is aan Ons om te leiden.

En waarlijk, aan Ons (Allah) behoort het Hiernamaals en het wereldse toe.

Daarom waarschuw Ik jullie voor een Laaiend Vuur.

Niemand gaat het binnen, behalve de ergste ellendeling.

Degene die verloochent en zich afwendt.

En degene die Allah vreest zal daar ver van gehouden worden.

Degene die zijn bezit uitgeeft om zich te reinigen.

En niet omdat iemand bij hem in de gunst staat.

Maar hij wenst (hiermee) slechts het Aangezicht van zijn Heer,

de Meest Verhevene.

En hij zal zeker tevreden zijn.

Uitleg

Dit is een eed van Allah bij de tijd, waarin de verschillende daden van de dienaren plaatsvinden. Hij zegt (interpretatie van de betekenis): Bij de nacht wanneer hij bedekt.” Met andere woorden wanneer de nacht alles in duisternis omhult en iedereen zichzelf richting huis begeeft om vervolgens bij te komen van de dagelijkse vermoeidheid.

“En bij de dag wanneer hij tevoorschijn komt” om alles te belichten en de mensen in staat stelt om hun voordeel te behalen.

“En bij Wie het mannelijke en het vrouwelijke heeft geschapen.” Dit vers illustreert de Wijsheid van Allah, de Verhevene, doordat Hij van alles een mannelijke en vrouwelijke wederhelft heeft geschapen, zodat dit blijft voortbestaan. En Hij zorgt ervoor dat de ene wederhelft zich tot de andere voelt aangetrokken en dat zij beiden geschikt zijn voor elkaar. Dus, Verheven is Allah, de Beste Schepper van allemaal.

En Zijn Uitspraak (interpretatie van de betekenis): “Waarlijk, jullie streven is verschillend” is de reden waarom Allah een eed aflegt. Het streven van de mensen verschilt enorm van elkaar. Afhankelijk van het aantal goede daden, ijver en boogde doel, wenst men daarmee namelijk het Aangezicht van Allah, dan zal hij er baat bij hebben. Is het daarentegen slechts zijn bedoeling om een wereldse zaak gedaan te krijgen, dan zal hem dit in zijn geheel niet baten.

En daarom worden de mensen door Allah, de Verhevene, in twee groepen onderverdeeld. Zo zegt Hij (interpretatie van de betekenis): Wat betreft degene die geeft” van wat hem is opgedragen aan financiële daden van aanbidding, zoals zakaah (armenbelasting), boetedoening, liefdadigheid en het vrijwillig uitgeven. En fysieke daden van aanbidding, zoals het gebed, het vasten enz. En niet te vergeten daden die zowel een financiële als een fysieke kant hebben, zoals de grote en kleine bedevaart. “En godsvruchtig is” als het gaat om de verboden zaken en de zonden.

“En in het goede gelooft.” Oftewel hij gelooft in ‘Laa ilaaha ill-Allah’ en alles waar het voor staat en wat er uit voortvloeit aan beloningen in het Hiernamaals.

“Wij zullen hem dan vergemakkelijken naar het gemakkelijke.” Met andere woorden: Wij zullen zijn zaak vergemakkelijken en hem leiden naar het goede en afhouden van het slechte, omdat hij er alles aan heeft gedaan om dit te verdienen.

“En wat betreft degene die gierig is.” Als het gaat om wat van hem wordt verwacht aan financiële daden van aanbidding, “en denkt het zonder (Allah) te kunnen stellen” en het aanbidden van zijn Heer naast zich neer heeft gelegd en zichzelf behoefteloos waant, hij zal niet slagen. Omdat de redding, overwinning en geluk allemaal samenhangen met de mate waarin iemand van Allah houdt. “En het goede verloochent.” Met het goede wordt hier bedoeld: alle geloofskwesties waarin wij dienen te geloven.

“Wij zullen hem dan vergemakkelijken naar het moeilijke.” Met andere woorden: Wij zullen het voor hem gemakkelijk maken om zich de slechte eigenschappen eigen te maken en het slechte te begaan. Moge Allah ons hiervoor behoeden.

“En wat zal zijn bezit hem baten.” Het bezit dat hem ertoe dreef zich tiranniek en gierig op te stellen. Maar “wanneer hij ten onder gaat” zullen de goede daden die hij niet heeft hem dan ook niet vergezellen.

“Waarlijk, het is aan Ons om te leiden.” De Leiding is de Enige Weg naar Allah en naar Zijn Welbehagen, terwijl de afdwaling een weg is die nooit naar Allah leidt maar juist naar Zijn strenge Bestraffing.

“En waarlijk, aan Ons (Allah) behoort het Hiernamaals en het wereldse toe.” Als het gaat om Wie het voor het zeggen heeft en de Koningschap, want hierin kent Hij geen deelgenoten. Laat daarom degenen die op iets hopen zich verlangend tot Hem wenden en laat zij hun hoop op de mensen opgeven.

“Daarom waarschuw Ik jullie voor een Laaiend Vuur. Niemand gaat het binnen, behalve de ergste ellendeling. Degene die (berichtgevingen van Allah) verloochent en zich afwendt” van Zijn Bevel.

“En degene die Allah vreest zal daar ver van gehouden worden. Degene die zijn bezit uitgeeft om zich te reinigen” van de zonden en de tekortkomingen, daarmee slechts het Aangezicht van Allah wensende.

“En niet omdat iemand bij hem in de gunst staat.” Sterker nog, het kan zelfs zo zijn dat mensen juist bij hem in het krijt staan, dit kwalificeert hem een ware dienaar van Allah alleen te zijn. Dit in tegenstelling tot degene die in het krijt staat bij anderen, want in zijn doen en laten zal hij rekening moeten houden met de mensen en dit gaat natuurlijk te kosten van zijn toewijding.

Dit vers is geopenbaard naar aanleiding van Aboe Bakr (moge Allah tevreden met hem zijn). Niemand stond bij hem in de gunst, zelfs niet de Boodschapper van Allah, afgezien van zijn Boodschap, Leiding en oproep tot de waarheid, waarvoor men niet voldoende dankbaarheid kan tonen. Want iedereen staat in het krijt bij Allah en Zijn Boodschapper. Omdat niemand bij Aboe Bakr in de gunst stond, waren zijn daden in volle toewijding aan Allah gericht. Daarom zegt Allah (interpretatie van de betekenis): “Maar hij wenst (hiermee) slechts het Aangezicht van zijn Heer, de Meest Verhevene. En hij zal zeker tevreden zijn” met datgene wat Allah, de Verhevene, hem zal schenken aan giften en beloningen.