Uitleg hadieth 90:
عَنْ أَبِي مَسْلَمَةَ سَعِيدِ بْنِ يَزِيدَ قَالَ : (( سَأَلْتُ أَنَسَ بْنَ مَالِكٍ : أَكَانَ النَّبِيُّ – صلى الله عليه وسلم – يُصَلِّي فِي نَعْلَيْهِ ؟ قَالَ : نَعَمْ )) .
Aboe Maslamah Sacied ibnoe Yazied vertelt: “Ik heb Anas ibnoe Maalik het volgende gevraagd: Plachte de Profeet (vrede zij met hem) te bidden in zijn schoeisel? Waarop hij (Anas) antwoordde: ,,Ja.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
Aboe Maslamah Sacied ibnoe Yazied al-Azdy al-Basry behoort tot de betrouwbare Tabicien. In deze overlevering maakt hij ons bekend met het oordeel aangaande het bidden in schoeisel. Deze Tabicie, (iemand die de metgezellen in levende lijve heeft ontmoet) Aboe Maslamah, vertelt ons dat hij Anas ibnoe Maalik heeft gevraagd of de Profeet (vrede zij met hem) weleens in zijn schoeisel bad.
De reden dat hij deze vraag stelde is vanwege het onbegrip waarmee dit onderwerp soms wordt benaderd. Mensen denken dat dit niet toegestaan is, omdat vaak het schoeisel verontreinigd raakt door de wrijving met de grond. Anas ibnoe Maalik antwoordde toen dat hij de Profeet (vrede zij met hem) in zijn schoeisel het gebed zag te verrichten.
Leerstellingen van deze overlevering:
-
De aandacht die onze vrome voorgangers hadden voor het vergaren van kennis.
-
Het is toegestaan om het gebed te verrichten met de schoenen aan mits deze niet in aanraking zijn gekomen met onreinheden.
Leraar: Aboe Ismail
Locatie: moskee as-Soennah