ʿAwrah van de man

34070

Vraag:

Wat behoort tot de ʿAwrah van de man?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Er zijn vele overleveringen die aanduiden dat de ʿAwrah van de man het gebied tussen de navel en de knie is (de navel en de knie zijn zelf geen onderdeel van de ʿAwrah). Zie al-Madjmoeʿ (boekdeel 3, blz. 173) en al-Moeghnie (boekdeel 2, blz.286). Deze overleveringen geven het volgende aan:

1. ʿAli zei: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Laat je bovenbeen niet zien, en kijk niet naar de bovenbeen van iemand die levend of dood is.”

(Aboe Daawoed en Ibnoe Maadjah)

2. Moehammad ibn Djahsh zei: “De Profeet (vrede zij met hem) passeerde Maʿmar toen ik bij hem was, en zijn dijen onbedekt waren. Hij (vrede zij met hem) zei: “O Maʿmar, bedek je dijen, want de dij is ʿAwrah.”

(Ahmad)

3. Djawhad al-Aslamie verhaalde dat de Profeet (vrede zij met hem) hem passeerde terwijl zijn bovenbeen onbedekt was, waarna hij (vrede zij met hem) zei: “Weet je niet dat de dij ʿAwrah is?”

(Ahmad, Aboe Daawoed en at-Tirmidhie)

4. Ibn ʿAbbaas overleverde dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “De dij is ʿAwrah.”

(at-Tirmidhie)

Sheikh al-Albaanie zei het volgende over deze overleveringen: “Hoewel de Isnaad (keten van overleveraars) niet helemaal vrij zijn van zwakheden, versterken zij elkaar. Want er bevindt zich geen verhaler onder hen die als wantrouwig kan worden beschouwd. De zwakheid heeft eerder te maken met verwarring en onduidelijkheid. En er zijn soortgelijke overleveringen die men ervan overtuigen dat de overlevering authentiek is, vooral omdat sommige overleveringen als Sahieh werden aangemerkt door al-Haakim, en adh-Dhahabie het met hem eens was. Al-Boekhaarie verhaalde het in een Moeʿallaq overlevering in zijn Sahieh. Maar een aantal van deze ketens geeft de overlevering kracht en verhoogt het tot het niveau van Sahieh. Voornamelijk omdat het vergelijkbare bevestigende overleveringen zijn over hetzelfde onderwerp.”

(al-Irwaa’, boekdeel 1, blz. 297)

Ook al is er enige zwakte te vinden in de ketens van overleveringen omdat er gaten zijn in de keten van overleveraars of er zwakheden te vinden zijn in sommige van de vertellers, ondersteunen zij elkaar niettemin. En wanneer ze als geheel worden genomen leveren zij het vereiste bewijs.

(Fataawa al-Ladjnat ud-Daa’imah, boekdeel 6, blz. 165)

De meerderheid van de geleerden is van mening dat deze overleveringen gevolgd dienen te worden en zij stelden dat de ʿAwrah van een man van de navel tot aan de knie is.

En Allah weet het beste.

Islamqa.com