Een gelovige zondaar

13337

Vraag:

Wat is de staat van een gelovige die tijdens zijn leven veel zonden begaat? Zal Allah hem vergeven of zal hij worden gestraft? En wat is de mate van zijn bestraffing?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Als gelovigen komen te overlijden terwijl zij in Allah geloven maar zonden hebben verricht die kleiner zijn dan grote Shirk (die een persoon buiten de oevers van de Islam doet treden), kunnen één van de volgende twee situaties van toepassing zijn:

1. Zij tonen tijdens hun leven berouw voor deze zonden. Als zij oprecht berouw tonen, zal Allah dit van hen accepteren. Zo zullen ze weer worden als degenen die geen enkele zonde heeft verricht en zullen zij niet voor hun zonden in het Hiernamaals worden gestraft. Daarentegen kan hun Heer hen eren en hun slechte daden omzetten in goede daden.

2. Degenen die komen te overlijden zonder berouw te hebben getoond voor hun zonden, of van wie het berouw niet volledig was en niet voldeed aan de eisen, of van wie het helemaal niet is geaccepteerd. Wat duidelijk wordt uit de verzen in de Koran, de Soennah en waarover de vrome voorgangers het eens waren, is dat de zondaars die in Tawhied (Eenheid van Allah) geloven, op te delen zijn in drie categorieën:

De eerste categorie;

Mensen die veel goede daden hebben die hun slechte daden overtreffen. Allah zal hen vergeven voor hun slechte daden en hen het Paradijs binnen laten treden. Als Goedheid en Gunst van Allah zal het Vuur hen nooit raken. Ibn cOmar (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “Allah zal de gelovige dichter bij Hem brengen en Hem bedekken met Zijn Bedekking, waarna Hij zal zeggen: “Herinner jij je deze en deze zonde?” Herinner jij je deze en deze zonde?” Hij zal antwoorden: “Ja, o mijn Heer.” Hij zal hem zijn zonde doen toegeven en hij zal denken dat hij vernietigd is. Dan zal Hij zeggen: “Zoals Ik het voor jou in het wereldse verborgen heb gehouden, zal Ik het je Vandaag vergeven.” Daarna zal hij zijn boek met goede daden overhandigd krijgen.

Maar over de ongelovige en de hypocriet zullen de getuigen zeggen (interpretatie van de betekenis): “Zij zijn degenen die over hun Heer hebben gelogen.” Weet dat de Vloek van Allah op de onrechtplegers rust.”

(Soerat Hoed: 18)

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Dus degenen van wie de weegschaal zwaar is, zij zijn degenen die succesvol zijn.”

(Soerat al-Acraaf: 8)

“Wat betreft degenen van wie de Weegschalen dan zwaar zijn. Hij zal zich in een tevreden leven (d.w.z. in het Paradijs) bevinden.”

(Soerat al-Qaaricah: 6-7)

De tweede categorie;

Mensen van wie de goede en slechte daden gelijk zijn. Hun slechte daden zijn in zo'n aantal dat het hen weg kan houden van het Paradijs. Maar hun goede daden zijn genoeg om hen te beschermen van de Hel. Dit zijn de mensen van al-Acraaf1 waarover Allah zegt dat zij zich tussen het Paradijs en de Hel zullen bevinden, zolang Allah dit wil. Uiteindelijk zullen zij toestemming krijgen om het Paradijs binnen te treden. Zo vertelt Allah ons over de inwoners van het Paradijs die het Paradijs binnentreden en over de mensen van de Hel hoe zij het Hellevuur binnentreden (interpretatie van de betekenis):

“En tussen hen bevindt zich een afscheiding, en op de Acraaf bevinden zich mannen die eenieder (van de twee groepen) herkennen aan hun kenmerken. En zij roepen richting de bewoners van het Paradijs: “Salaamoen calaykoem (vrede zij met jullie).” Zij zijn het (Paradijs) nog niet binnengegaan, terwijl zij dat wel begeren. En wanneer hun blikken richting de bewoners van het Vuur worden gewend, zeggen zij: “Onze Heer, plaats ons niet bij het onrechtvaardige volk.” En de mensen die zich op de Acraaf bevinden, roepen naar de mannen die zij middels hun kenmerken herkennen. Zij zeggen: “Wat voor profijt hebben jullie van jullie massa (van mensen) en van jullie hoogmoedige opstelling? Zijn zij degenen over wie jullie zwoeren dat Allah hen nooit in Genade zal aannemen? (Er zal tegen de gelovigen gezegd worden:) Betreed het Paradijs, jullie zullen vrees noch treurnis kennen.”

(Soerat al-Acraaf: 46-49)

De derde categorie;

Mensen die Allah ontmoeten, terwijl zij volhardden in het verrichten van grote zonden en immorele daden. Hun slechte daden overtreffen hun goede daden. Dit zijn degenen die het verdienen het Hellevuur binnen te treden overeenkomstig hun zonden. Sommige van hen zullen tot hun enkels door het Vuur gegrepen worden, sommige halverwege de kuiten, sommige tot hun knieën en bij sommige zal slechts het teken van de Soedjoed gespaard blijven. Dit zijn degenen voor wie Allah het zal toestaan uit het Vuur gebracht te worden door de bemiddeling van de Profeet (vrede zij met hem). Hij, alle profeten, de Engelen, de gelovigen en eenieder die Allah wenst te eren, zal voor hen bemiddelen. Degene van de zondaars die meer geloof heeft en minder zonden heeft verricht zal een lichtere bestraffing krijgen, een kortere periode in de Hel verblijven en eerder eruit worden gehaald. Degenen van wie de zonden groter zijn en het geloof zwakker, zullen een zwaardere bestraffing krijgen en langer hierin verblijven. We vragen Allah ons te beschermen en te vrijwaren van al het kwaad.

Dit is de staat van de zondige gelovige in het Hiernamaals.

Zolang zij in dit wereldse leven niets doen dat hen buiten de oevers van de Islam doet treden, zijn zij gelovigen van wie het geloof (Iemaan) gebrekkig is. Hierover waren de vrome voorgangers het eens op basis van de Koranverzen en de overleveringen van de Profeet (vrede zij met hem). Tot deze verzen behoort onder meer (interpretatie van de betekenis):

“Maar als hij (d.w.z. de moordenaar) wordt vergeven door zijn broeder, laat het vervolgen (van de dader) dan op redelijke wijze geschieden en de betaling2 moet worden gedaan met goedheid.”

(Soerat al-Baqarah: 178)

Allah beschrijft de moordenaar als de broeder van de erfgenamen van het slachtoffer. Deze broederschap is de broederschap van geloof. Dit duidt erop dat de moordenaar niet als ongelovige bestempeld kan worden, ook al is het doden van een gelovige één van de meest ernstige grote zonden. En Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En als twee groepen onder de gelovigen elkaar bevechten, laat hen dan onderling tot een verzoening komen. Maar als één van hen een overtreding begaat ten opzichte van de ander, bevecht dan degene die de overtreding is begaan, totdat het (d.w.z. de overtredende groep) terugkeert naar (d.w.z. zich neerlegt bij) het Bevel van Allah. Als het dan terugkeert (naar het Bevel van Allah), breng dan met rechtvaardigheid een verzoening tussen hen teweeg en wees rechtvaardig (hierin). Waarlijk, Allah houdt van de rechtvaardigen. Slechts de gelovigen zijn broeders (van elkaar). Dus breng verzoening tussen jullie broeders teweeg en vrees Allah, opdat jullie begenadigd zullen worden.”

(Soerat al-Hoedjoeraat: 9-10)

Allah beschrijft de strijdende partijen als gelovigen. Ondanks dat het strijden een grote zonde is. Daarnaast beschrijft Hij degenen die tussen hen bemiddelt als hun broeders. Dit wijst erop dat degene die een grote zonde begaat die niet de mate van Shirk en ongeloof bereikt, nog steeds als gelovige wordt gezien en onder dezelfde regels valt als de gelovige. Echter is de mate van zijn geloof gebrekkig. Op deze manier kunnen de Islamitische teksten met elkaar worden verzoend en ondersteunen zij elkaar. En Allah weet het het beste.

(Zie: Aclaam us-Soennah al-Manshoerah, blz. 212 en
Sharh ul-cAqiedat ul-Waasitiyyah van Sheikh ibn cOethaymien; boekdeel 2, blz. 238)

Sheikh Mohammed Saalih al-Moenaddjid

 

1.     Dit is een Scherm dat zich tussen het Paradijs en de Hel bevindt.

2.     Hier wordt de betaling van het bloedgeld aan de erfgenaam bedoeld.