Zwanger, borstvoeding en vasten

94178

Vraag:

Ik heb gelezen dat een vrouw die zwanger is of borstvoeding geeft, niet hoeft te vasten. Ter compensatie hoeft zij zich slechts te beperken tot het voeden van de armen, zonder haar gemiste dagen in te halen. Zij berusten zich op hetgeen overgeleverd is op gezag van Ibn ʿOmar. Is deze uitspraak correct?

Antwoord:

Sheikh ʿAbd ul-ʿAziez ibn Baaz heeft hieromtrent gezegd: “Een vrouw die zwanger is of borstvoeding geeft, komt hetzelfde oordeel toe als een zieke. Oftewel, wanneer het vasten te zwaar voor haar is, mag zij eten en wanneer zij daartoe in staat is, dient zij deze in te halen. Dit zoals het geval is bij een zieke persoon. Sommige geleerden zijn van mening dat zij zich slechts hoeft te beperken tot het voeden van een arme voor elke gemiste dag. Dit is echter een zwakke uitspraak en zeker de minst correcte. Zij dienen hun gemiste dagen in te halen, zoals het geval is bij een zieke en een reiziger. Dit conform de Woorden van Allah:

“Maar degene die dan van jullie ziek is, of op reis, behoort op andere dagen het vasten in te halen.”

(Soerat al-Baqarah: 184)

(Madjmoeʿ Fatawaa Ibn Baaz, boekdeel 15, blz. 225)

Ook heeft hij gezegd: “De plicht die op een zwangere vrouw of een vrouw die borstvoeding geeft rust, is om de gemiste dagen in te halen. Wat over is geleverd op gezag van ʿAbdoellaah Ibn ʿOmar en ʿAbdoellaah Ibn ʿAbbaas, namelijk dat zij zich slechts hoeven te bepreken tot het voeden van de armen, is de minst correcte uitspraak. Dit omdat hun uitspraak indruist tegen de religieuze bewijzen. Allah, de Verhevene, zegt:

“Maar degene die dan van jullie ziek is, of op reis, behoort op andere dagen het vasten in te halen.”

(Soerat al-Baqarah: 184)

Een vrouw die zwanger is of borstvoeding geeft komt hetzelfde oordeel toe als een zieke persoon en niet dat van een bejaarde die niet in staat is om te vasten. Zij dient de gemiste dagen in te halen wanneer zij daartoe in staat is, zelfs wanneer dit op een laat tijdstip gebeurt.

De geleerden van al-Ladjnat ud-Daa’imah (de permanente commissie voor het geven van Fataawaa) hebben hieromtrent gezegd: “Wanneer een zwangere vrouw voor haar gezondheid of die van haar kind vreest, dient zij gedurende de Ramadan te eten. Op haar rust slechts de plicht om deze dagen in te halen. Haar komt hetzelfde oordeel toe als een zieke persoon die niet in staat is om te vasten of voor zijn gezondheid vreest. Allah zegt:

“Maar degene die dan van jullie ziek is, of op reis, behoort op andere dagen het vasten in te halen.”

(Soerat al-Baqarah: 184)

Ditzelfde geldt precies voor een vrouw die borstvoeding geeft. Als zij voor zichzelf vreest wanneer zij haar kind de borst geeft, of juist voor de gezondheid van haar kind vreest als zij vast, dan kan zij eten. Op haar rust slechts de plicht om deze dagen in te halen.

(Fataawaa al-Ladjnat ud-Daa’imah, boekdeel 10, blz. 220)

Ook hebben zij gezegd: “Een zwangere vrouw dient gedurende de Ramadan te vasten behalve wanneer zij voor de gezondheid van zichzelf of het kind vreest. In dat geval heeft zij een vrijbrief en dient zij haar vasten in te halen wanneer zij bevallen is en haar kraamperiode voorbij is. Het slechts voeden van een arme als compensatie is niet voldoende. Zij dient haar vasten in te halen en hoeft verder geen armen te voeden.”

(Fataawaa al-Ladjnat ud-Daa’imah, boekdeel 10, blz. 226)

Sheikh Mohammed ibnoe Saalih al-ʿOethaymien heeft na het aankaarten van het meningsverschil tussen de geleerden inzake deze kwestie het volgende gezegd: “Hetgeen waar ik voor kies is dat zij zich slechts hoeft te beperken tot het inhalen van de gemiste dagen. Dit is mijns inziens de meest correcte uitspraak, omdat zij gelijk zijn aan de zieke en reizende. Zij dienen dus slechts de gemiste dagen in te halen.”

Islamqa.com