Het kaalscheren van een pasgeboren meisje

47154

Vraag:

Geldt het kaalscheren van de pasgeborene alleen voor een jongetje of ook voor een meisje?

Antwoord:

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Ieder jongetje behoeft een ʿAqieqah[1]. (Dit vindt plaats door) op de zevende dag in zijn naam (een dier) te slachten, (het jongetje) een naam te geven en zijn hoofd kaal te scheren.”

(at-Tirmidhie)

Uit deze overlevering valt op te maken dat het aanbevolen is om het hoofd van een pasgeboren kind kaal te scheren. Maar de geleerden verschilden van mening over het kaalscheren van een meisje. Volgens de Maalikie- en Shaafiʿie-geleerden is het ook in geval van een meisje aanbevolen om haar hoofd kaal te scheren. De Hanbalie-geleerden daarentegen stonden het niet toe. En de Hanafie-geleerden beschouwden het slechts als toegestaan en niet als aanbevolen of verplicht.

Imam ad-Dardier al-Maalikie zegt: “Zelfs als het kind geen ʿAqieqah krijgt, is het nog steeds aanbevolen om zijn hoofd kaal te scheren. Ook in geval van een meisje.”[2] Ook zei imam al-Khatieb ash-Sharbienie ash-Shaaficie: “Het is aanbevolen om op de zevende dag na de geboorte van het kind zijn hoofd volledig kaal te scheren. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen een jongen en een meisje.”[3]

De geleerden die hierin geen onderscheid maakten, baseerden zich op de algemeenheid van de teksten die hierover gaan. Het woord ‘jongetje’ betekent volgens hen niet dat een meisje hiervan uitgezonderd wordt. Als de tekst alleen op een jongetje zou slaan, dan hoeft een meisje volgens de overlevering ook geen ʿAqieqah te krijgen. Dus vandaar dat de overlevering zowel betrekking heeft op jongens als op meisjes.

Ook haalden zij voorbeelden aan van de metgezellen van de Profeet (vrede zij met hem). Zo overleverde imam Maalik in zijn boek al-Moewatta’ dat Faatimah, de dochter van de Profeet, de (geschoren) haren van (haar kinderen) al-Hasan, al-Hoesayn, Zaynab en Oemmoe Kalthoem woog en de waarde van de afgewogen haren in zilver als liefdadigheid uitgaf. Ook refereerden zij naar de overlevering waarin de Profeet (vrede zij met hem) zegt: “De vrouwen zijn de evenknieën van de mannen.”

(Aboe Daawoed)

Deze overlevering geeft duidelijk aan dat het uitgangspunt bij het naleven van de islamitische regels is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen. De enige uitzondering hierop zijn zaken waarvoor expliciet een afwijkend oordeel tussen man en vrouw is overgeleverd, en dat is hier niet het geval.

In tegenstelling tot de Maalikie- en Shaafiʿie-geleerden, stonden de Hanbalie-geleerden het kaalscheren van een meisje op de zevende dag niet toe. Imam al-Boehoetie al-Hanbalie zei: “Op de zevende dag wordt het hoofd van een jongetje kaalgeschoren en niet van een meisje. De waarde van de afgewogen haren wordt in zilver (als liefdadigheid) uitgegeven.”[4] Als antwoord op de algemeenheid van de teksten die hierover gaan, haalden zij de volgende overlevering aan: “De vrouwen mogen zich niet kaalscheren (tijdens de ʿOemrah of Hadj). Zij beperken zich tot het kortknippen (van de haren).”

(Aboe Daawoed)

Het is namelijk niet toegestaan voor een vrouw om haar hoofd kaal te scheren, behalve als het noodzakelijk is. Als reactie hierop hebben de geleerden die het wel toestonden gezegd dat het verbod op kaalscheren betrekking heeft op volwassen vrouwen en niet op een pasgeboren meisje.

Kort gezegd, kunnen wij stellen dat het een kwestie betreft waarover de meningen verdeeld zijn. Dus zowel degene die het hoofd van zijn dochtertje kaalscheert als degene die dit niet doet, kan niets worden verweten. Beide baseren zich op uitspraken van erkende geleerden.

En Allah weet het het best.

Commissie Religieuze Zaken Stichting as-Soennah

[1] Een geboortefeest.
[2] ash-Sharh ul-Kabier.
[3] Moeghnie al-Moehtaadj.
[4] Kasshaaf ul-Qinaaʿ.

 

Gerelateerde onderwerpen:

Wat te doen bij een pasgeborene

De Islamitische richtlijnen van de geboortefeest

Smeekbede bij een geboorte

Opvoeden van dochters