Advies na de Ramadan – deel 2

5718

De godsvruchtige en oprechte gelovigen moeten Allah vrezen en ernaar streven Allah altijd te gehoorzamen. Zij moeten volharden in hun godsvrucht en altijd streven om het goede te doen,anderen uit te nodigen naar Allah, aansporen tot het goede en het slechte verwerpen. De dagen en nachten van de gelovigen in deze wereld zijn net als opslagplaatsen, laat hen dus zien wat zij daarin kunnen opslaan. Als hij daar goede dingen in opslaat, dan zal het in zijn voordeel getuigen wanneer hij voor zijn Heer staat op de Dag der Opstanding. Is het tegenovergestelde het geval, dan zal het een ramp voor hem zijn. We vragen Allah om ons en jou te behoeden van dat verlies.

De geleerden zeiden: “Onder de tekenen van acceptatie (van goede daden) is dat Allah de ene goede daad (Hasanah) laat opvolgen door een andere goede daad. Want de Hasanah zegt: “Mijn zuster, mijn zuster!” En de slechte daad (Sayyi’ah) zegt ook: “Mijn zuster, mijn zuster!” We zoeken toevlucht bij Allah. Als Allah het vasten van een persoon geaccepteerd heeft, hij voordeel heeft gehaald uit deze periode van (spirituele) training en volhardt in het gehoorzamen van Allah, dan heeft hij zich aangesloten bij de karavaan van degenen die standvastig zijn gebleven en de Oproep van Allah hebben beantwoord. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Voorwaar, degenen die zeggen: “Onze Heer is Allah,” en die vervolgens standvastig zijn: over hen zullen de Engelen neerdalen (en zeggen): “Wees niet bevreesd en niet treurig, en wees verheugd met het Paradijs dat aan jullie is beloofd. Wij zijn jullie helpers tijdens het wereldse leven en in het Hiernamaals en voor jullie is daarin wat jullie zielen verlangen en voor jullie is daarin wat jullie vragen.”

(Soerat Foessilat: 30-31)

“En wie Allah tot Beschermer neemt, en (ook) Zijn Boodschapper en degenen die gelovig zijn: voorwaar, het is de groep (volgelingen) van Allah die overwinnaar is.”

(Soerat al-Maai’dah: 56)

“Voorwaar degenen die zeggen: “Onze Heer is Allah,” en die vervolgens standvastig zijn: er zal geen vrees over hen komen en zij zullen niet treuren.

(Soerat al-Ahqaaf: 13)

Deze standvastigheid moet men blijven houden van de ene Ramadan tot de volgende, omdat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Van het ene gebed tot het volgende, van de ene Ramadan tot de volgende, van de ene Hadj tot de volgende; dit compenseert elke zonde die werd gepleegd van de ene tot de volgende, zolang je de grote zondes vermijdt.”

En Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Indien jullie de verboden grote zonden vermijden, zullen Wij jullie fouten uitwissen en jullie naar een eervolle plaats (het Paradijs)leiden.”

(Soerat an-Nisaa’: 31)

De gelovige zou zich moeten aansluiten bij de karavaan van de standvastigen en aan boord moeten gaan van het schip van de redding, vanaf het moment dat hij de leeftijd van rekenschap bereikt totdat hij zijn laatste adem uitblaast. Hij moet zich bevinden in de schaduw van “Laa ilaaha illAllaah”, genietend van de Zegeningen van Allah. Deze religie is de Waarheid, en de manier waarop wij hier standvastig in volharden tijdens de Ramadan is hetgeen waarmee Allah ons vereert middels Zijn Vrijgevigheid, Zijn Genadevolle Zegen en Zijn Grote Gunst. Dit zodat we kunnen blijven doorgaan met het verrichten van het nachtgebed en Hem aanbidden na de maand Ramadan.

Vergeet niet, mijn broeder, dat Allah jou heeft gezegend met al-Ictikaaf (het terugtrekken in de moskee gedurende de laatste tien dagen van de Ramadan), het uitgeven van liefdadigheid, het vasten en met geaccepteerde smeekbedes. Vergeet niet, mijn broeder, om zorgvuldig om te gaan met deze goede daden en deze Steun van Allah en zorg ervoor dat ze niet worden weggevaagd door de slechte daden. Streef er dus naar om deze goedheid en dit geluk te ontwikkelen op jouw weg en vergezel degenen die standvastig zijn (in de Islam). Zoek Allah en Zijn Boodschapper en het Huis van het Hiernamaals op. Daar waar tegen jou gezegd zal worden: “Ontvang de blijde tijdingen van het Paradijs welke zo breed is als de hemelen en aarde, voorbereid voor de godsvruchtigen. Voor jou die gehoor heeft gegeven aan de Oproep van Allah. O zoeker van het goede, ga door, want Allah heeft een aantal mensen dat bevrijd zal worden van de Hel. En O zoeker van het kwaad, houd op.”

En jij gaf gehoor aan de woorden van de Profeet (vrede zij met hem): “Degene die ‘s nachts bidt tijdens de Ramadan uit geloof en hopend op een beloning, zijn voorgaande zondes zullen worden vergeven. En degene die ‘s nachts bidt tijdens Laylat ul-Qadr uit geloof en hopend op een beloning, zijn voorgaande zondes zullen worden vergeven.”

Ik vraag Allah Die ons en jou gezegend heeft met het vasten, Ictikaaf, cOemrah en liefdadigheid, om ons te zegenen met leiding, godsvrucht en aanvaarding van onze goede daden. Moge Allah ons helpen om te volharden in het verrichten van goede daden en om standvastig te blijven. Want het volharden in goede daden is één van de grootste middelen om dichter tot Allah te komen. Vandaar dat toen een man naar de Profeet (vrede zij met hem) kwam en zei: “Adviseer mij,” hij (vrede zij met hem) zei: “Zeg: ‘Ik geloof in Allah’, en blijf standvastig.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Volgens een andere overlevering zei hij (vrede zij met hem): “Zeg: ‘Ik geloof in Allah’, en blijf vervolgens standvastig.” De man zei: “O Boodschapper van Allah, alle mensen zeggen dat.” Hij (vrede zij met hem) zei: “Sommige mensen die vóór jou kwamen zeiden dat, maar zij bleven niet standvastig.”

(Ahmad)

De gelovigen moeten dus standvastig blijven in het gehoorzamen van Allah. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“Allah versterkt (het geloof van)degenen die geloven met de standvastige uitspraak (de geloofsbelijdenis)tijdens het wereldse leven en in het Hiernamaals; en Allah laat de onrechtplegers dwalen en Allah doet wat Hij wil.”

(Soerat Ibraahiem: 27)

Degene die standvastig is in het gehoorzamen van Allah is degene waarvan de smeekbedes zullen worden verhoord. De smeekbede die hij meer dan vijfentwintig keer per dag herhaalt (interpretatie van de betekenis):

“Leid ons op het rechte Pad.”

(Soerat al-Faatihah: 6)

Waarom zeggen en geloven we sterk dat als we standvastig blijven Allah ons dan zal vergeven, maar zijn we in de praktijk te lui om dit toe te passen? We dienen Allah te vrezen en dit in werkelijkheid in woord en daad toe te passen. We moeten streven op de weg van (interpretatie van de betekenis): “Leid ons op het rechte Pad”, en we moeten het pad bewandelen van (interpretatie van de betekenis): “U alleen aanbidden wij en U alleen vragen wij om hulp.”

(Soerat al-Faatihah: 4-5)

In de schaduw van: “Leid ons op het rechte Pad” volgen we de weg die ons zal leiden naar het Paradijs dat zo wijd is als de hemelen en aarde, waarvan de sleutel Laa ilaaha illAllaah is. Ik vraag Allah om ons een goed einde te schenken.

<<< Vorig deel

Volgend deel >>>