Al-Israa wal-Micraadj

20851

Een ander wonder waarmee de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) werd aangesterkt, was al-Israa’ wal-Micraadj (de nachtreis en hemelvaart). Deze gebeurtenis was specifiek voor de Profeet. Niemand van de eerdere Profeten maakte zoiets mee. Hij reisde fysiek in één nacht van Mekka naar Jeruzalem af en vervolgens naar de zevende hemel. In Jeruzalem leidde hij het gebed waarbij alle eerdere Profeten aanwezig waren. Dat hij het gebed mocht leiden benadrukt nogmaals zijn positie ten opzichte van de andere Profeten.

Vervolgens steeg hij samen met de Engel Djibriel (Gabriël) naar de zevende hemel. Bij iedere hemel die hij passeerde, kwam hij langs één van de eerdere Profeten die hem verwelkomde en hartelijk ontving. Zij refereerden allemaal naar hem met de woorden ‘broer’ of ‘zoon’.

Tijdens deze nachtreis sprak Mohammed zijn Heer Die hem het gebed oplegde. Vanwege het belang van het gebed vond Allah het nodig om Mohammed naar Zich toe te laten komen en hierover te vertellen. In eerste instantie werden ons vijftig gebeden opgelegd. Maar op de terugweg werd de Profeet Mohammed door Profeet Moesa (vrede zij met hem) geattendeerd op de moeilijkheidsgraad van deze verplichting. Hij adviseerde hem om terug te keren en om vermindering te vragen. Uiteindelijk werd het aantal gebeden gereduceerd tot vijf, terwijl de beloning hetzelfde is gebleven.

Tijdens deze nacht steeg de Profeet naar ongekende hoogten. Hij was zelfs in staat om het geluid van de schrijvende pennen (van de Voorbeschikking) te horen. Hij kwam zelfs bij Sidrat ul-Moentaha waar niemand ooit eerder wist te komen. Sidrat ul-Moentaha is een boom in de zevende hemel waar alle kennis van de schepselen aan een eind komt. Daarna is het Paradijs te vinden.

Bijzonder aan deze nacht die het toneel was van vele wonderen is dat de Profeet zich formidabel heeft gedragen. Allah liet weten in Soerat an-Nadjm dat zijn hart, noch zijn zicht afgeleid werden. Met hart en ziel was de Profeet gericht op deze grootse ervaring. En met alle respect nam hij de Woorden van zijn Heer tot zich. Op geen enkel moment ging de Profeet zijn grenzen te buiten. Dit was aanleiding voor zijn Heer om hem in de Koran andermaal te prijzen.

Samenvatting van de les van Aboe Ismail (uit het boek cAqiedat us-Saffaariniyyah)