Astronomische berekening geen aanvaardbare grondslag voor bepalen start Ramadan.

7758

De Permanente Commissie voor het geven van Fataawaa in Saoedi-Arabië heeft geweigerd om zich te verlaten op astronomische berekeningen aangaande de waarneming van de maanmaanden. Bovendien vormt het afgaan erop geen aanvaardbare grondslag om de start van het vasten van de gezegende maand Ramadan te bepalen.

De Fatwa is uitgebracht na een reeks intensieve bijeenkomsten die door de commissie is gehouden. Het doel hiervan was om te onderzoeken of de mogelijkheid bestaat de religieuze en astronomische waarnemingen voor de Ramadan op elkaar af te stemmen. Na uitgebreide besprekingen is er uiteindelijk unanimiteit bereikt dat men zich moet baseren op de religieuze waarneming met betrekking tot de bepaling van het begin van de Islamitische maand.
Slechts drie leden gingen akkoord met de astronomische berekening, terwijl de rest van de leden overeenstemming had bereikt over het aanschouwen van de maansikkel.
Ook heeft de voorzitter van de Permanente Commissie van Fataawaa en Wetenschappelijke Onderzoeken, Sheich cAbd ul-cAziez Ibnoe cAbdillaah Aal ash-Sheich, te kennen gegeven dat de Islamitische geleerden de uitspraak hebben verworpen van degenen die zich baseren op de astronomische berekening. Ook zijn ze van mening dat deze uitspraak afwijkend is. Daarom wordt deze niet in beschouwing genomen.
Tevens heeft de Sheich, volgens het Saudische nieuwsblad ‘al-Madienah’, gerefereerd naar het feit dat de Profeet (vrede zij met hem) een duidelijk doorslaggevende uitspraak heeft gedaan, zeggende: “Als jullie hem (de nieuwe maan) zien, vast dan en wanneer jullie hem (de volgende nieuwe maan) zien, eindigt dan het vasten. Maar als hij niet waar te nemen is, voltooit dan de maand (Ramadan) tot dertig (dagen).”
Ook heeft hij (vrede zij met hem) gezegd: “Begin niet met vasten, totdat jullie hem (de nieuwe maan) zien. En eindig het vasten niet, totdat jullie hem zien. Wij zijn een ongeletterde gemeenschap. Wij kunnen niet rekenen en schrijven (aangaande de bepaling van de nieuwe maan). De maand telt zoveel (negenentwintig) en zoveel (dertig dagen).” Terwijl hij dit gebaarde met zijn handen.
Ook voegde hij eraan toe dat de Soennah van de Profeet (vrede zij met hem) zonneklaar is. Het is namelijk de waarneming van de nieuwe maan welke in overweging wordt genomen. Als wij de nieuwe maan zien, dienen wij te beginnen met vasten. Hierop heeft Ibnoe cAbbaas gezegd: “Er kwam een bedoeïen naar de Profeet (vrede zij met hem) en vertelde hem dat hij de nieuwe maan had waargenomen. Waarna de Profeet (vrede zij met hem) vroeg: “Getuig jij dat er geen god is die het waard is aanbeden te worden behalve Allah?” “Ja”, antwoordde hij. “En (getuig je) dat ik de Boodschapper van Allah ben?” Hij antwoordde: “Ja.” De Profeet ving daarop aan met het vasten en beval de mensen ook te vasten.”
Ook heeft Ibnoe cOmar gezegd: “De mensen trachtten de nieuwe maan waar te nemen, waarna ik de Profeet (vrede zij met hem) vertelde dat ik hem wel had gezien. Hij ving vervolgens aan met het vasten en beval anderen hetzelfde te doen.”
Ook zei de Sheich: “Indien de waarneming middels het blote oog geschiedt, dienen wij te beginnen met het vasten als deze waarneming afkomstig is van een moslim die bekend staat om zijn betrouwbaarheid en zijn ogen goed functioneren.”
Abd ul-cAziez Ibnoe cAbdillaah Aal ash-Sheich