Binding met de samenleving

4234

Omdat de eerste generatie moslims, voornamelijk gastarbeiders, uit economische noodzaak naar Nederland waren gekomen om hun geluk te beproeven, hebben ze zich altijd als gasten gedragen. Ze woonden fysiek weliswaar hier, maar hun gedachten en ziel woonden nog altijd in hun thuisland. De meesten van hen voelden zich dan ook niet echt geroepen om de Nederlandse samenleving voor de volledige 100% te omarmen. Ze ervoeren nauwelijks een verbondenheid met de omgeving, laat staan dat ze zich daarmee konden identificeren. Deze houding heeft zich later ook vertaald in de wijze waarop velen van hen opvoeding gaven aan hun kinderen. Ook zij werden niet echt gestimuleerd om een zekere mate van verbondenheid met de samenleving te ontwikkelen.

Inmiddels, een aantal generaties verder en heel wat ervaring en kennis rijker, weten we dat de moslims van tegenwoordig een andere kijk op zaken hebben. De meesten van hen zijn niet van plan om te vertrekken en zien Nederland als hun thuisland. Daarom moeten onze kinderen en kleinkinderen leren hoe ze een positieve kijk ontwikkelen op de samenleving en een sterke band daarmee opbouwen.

Ook onze Profeet (vrede zij met hem) adviseerde zijn metgezellen om zich koste wat het kost onder de mensen te begeven en deel uit te maken van hun gemeenschap (Ibn Maadjah). Zelfs al zouden anderen hen onheus en kwetsend bejegenen, dan nog zouden ze geduldig moeten zijn en de binding met de gemeenschap niet verbreken.

Het is ontzettend belangrijk om onze kinderen te stimuleren om een deel te zijn van de samenleving en zich dienstbaar en zorgzaam op te stellen tegenover hun medemensen. Hierdoor kunnen zij zich ontwikkelen tot betrokken burgers en betere moslims, want de Profeet (vrede zij met hem) zegt: “De meest geliefde persoon bij Allah is degene waar mensen het meeste voordeel aan hebben.”

(at-Tabaraanie)

Imam Aboe Ismail