De afkomst en het vaderland van de Profeet (vrede zij met hem)

10813

De Boodschapper is de meest prominente onder de prominenten en uit zijn afstamming vloeit al het goede voort. Uit een wettig huwelijk is hij voortgekomen. Zijn voorvaderen behoorden tot de stand der edelen. Van generatie op generatie werden waardigheid en digniteit doorgegeven. Doch zul je onder cAbd ul-Moettalib niemand treffen die Mohammed overtreft in voortreffelijkheid. Noch zul je onder Bani Haashim iemand vinden die meer notabel is dan hij. Noch zul je onder cAbd ul-Manaaf iemand tegenkomen die vrijgeviger is dan hij. Noch zul je temidden van Qoessay iemand aantreffen die meer bijval heeft geoogst dan Mohammed. Dit zet zich uiteraard voort tot aan zijn stamvader Aadam.

Zijn afstamming; alsof deze belicht wordt door de ochtendgloor. Zijn aanschijn; alsof deze blinkt van zonnegloed.

Allah heeft hem uit alle windstreken Zijn meest geliefde woonoord als thuishaven gegeven; het Heilige Oord, de reine grond, de onbevlekte nederzetting, het beschermde land. Hij is geboren in Mekka, daar waar de profeten het gebed verrichtten, waar de Boodschappers in de holst van de nacht voor hun Heer stonden, waar de openbaring neerdaalde, waar het licht oprees en de Boodschap verscheen, waar de Profeetschap tot bloei kwam en de gezantschap begon te krieken. Daar waar het Oude Huis gevestigd is en het plechtige verbond is aangegaan. De liefdevolle Mekka; geboorteplaats van de onfeilbare, wieg van zijn kindsheid, speelplaats van zijn eerste jeugd, leerschool van zijn adolescentie, terrein van zijn mannelijkheid en gaard van zijn gerief.

Oord dat mij teder omarmt en beschermt. Eerste grond waarmee mijn huid in aanraking kwam.

Grond waar hij gezoogd werd met melk der reinheid, waar hij nipte van het water des edelheids, waar hij sipte van de bron der deugd. Daar rees hij op. De plaats van zijn komen en gaan. Zijn eerste vaderland. Zijn beminde landstreek en zijn geliefkoosde oord.

Land dat nabij het hart van iedere man ligt. Daar, waar veel jeugdherinneringen opgeborgen liggen. Als de gedachte hen terugvoert naar hun vaderlanden. Dan hunkeren zij weer naar hun mooie, jonge jaren.

Daar in Mekka heeft hij zijn grootste strijd gevoerd, daar bracht hij zijn predikatie ten gehore, daar hield hij zijn vurige pleidooi, van daaruit werd hij gezonden naar de mensheid. Krimpend van ondraaglijke pijn nam hij afscheid van Mekka nadat hij hieruit was verdreven.

“Ik zweer bij dit oord. En jij (O Mohammed vrede zij met hem) bent woonachtig in dit oord.”

(Interpretatie van de betekenis van Soerat al-Balad: 1-2)