Een man schold eens ar-Rabiec ibnoe Khaytham uit, waarna deze tegen hem zei: “O jij, Allah heeft jouw woorden zeker gehoord en je moet weten dat het Paradijs voorafgaat door een hindernis. Wanneer ik deze veilig genomen heb, zullen jouw woorden mij niet schaden. Wanneer ik deze echter niet voorbij kom, dan is het erger met mij gesteld dan dat jij zegt.”
Toen de leider der gelovigen, cOmar ibn cAbd ul-cAziez samen met zijn bewakers eens een nachtelijke rondte hield, trad hij de moskee binnen. Doordat het er donker was struikelde hij over een man die sliep. Hierdoor schrok de man wakker en zei: “Ben je nou gek geworden?” cOmar antwoordde: “Nee.” De bewakers wilden het hier niet bij laten, maar cOmar zei: “Laat hem, hij vroeg mij of ik gek was geworden en ik antwoordde ontkennend.”