Twijfelachtigheid en het antwoord hierop

7187
Vraag 15:
Hetgeen ons tot deze vraag heeft gebracht is het feit dat er een groepering onder de mensen is die wanneer zij worden uitgenodigd tot het aanbidden van Allah als volgt antwoorden: “Werkelijk, Allah is de Heer van de harten.” Wij zouden hier ook graag verduidelijking over willen hebben?
Antwoord:
Deze uitspraak weerlegt de bewering van sommige mensen die wanneer zij geadviseerd worden in een kwestie waarmee zij Allah ongehoorzaam zijn, zeggen: “Godsvrucht zit hier.” Waarna zij vervolgens naar hun borst wijst. Dit is een waar woord waarmee echter een valse doelstelling wordt nagestreefd. Het is namelijk mogelijk dat een uitspraak in zijn algemeen waar is, terwijl degene die deze uitspraak doet een valse betekenis nastreeft. Neem het volgende vers als voorbeeld:
“Degenen die deelgenoten aan Allah toekennen zullen zeggen: ,,Als Allah het had gewild, dan hadden wij geen deelgenoten toegekend, en evenmin onze vaderen. En hadden wij niet (dat wat toegestaan was) verboden.”
(Soerat al-Ancaam: 148)
Zij zeiden dus “Als Allah het had gewild, dan hadden wij geen deelgenoten toegekend.” En dit is natuurlijk waar, maar zij wensten hiermee slechts hun veelgodenaanbidding goed te praten en de bestraffing van hen af te houden. Dit is dan ook de reden dat Allah hierop als volgt antwoordde:
“Zo loochenden zij ook degenen voor hen, totdat zij Ons geweld proefden.”
(Soerat al-Ancaam: 148)
Het aanvoeren van de Voorbeschikking als excuus voor de voortzetting van hun veelgodenaanbidding kon hen geenszins baten, zoals Allah tegen Zijn Profeet zei:
“Volg (O Mohammed) hetgeen jou van jouw Heer geopenbaard wordt: er is geen god dan Hij. En wend je af van de veelgodenaanbidders. En indien Allah het gewild had, dan hadden zij geen deelgenoten toegekend.”
(Soerat al-Ancaam: 106-107)
Er bestaat echter een verschil tussen de twee kwesties. Allah zegt immers tegen Zijn Profeet: “En indien Allah het had gewild, dan hadden zijn geen deelgenoten toegekend.” Om daarmee aan te geven dat hun veelgodendom plaatsvond met Zijn Wil en dat het vervallen van hen in veelgodendom gebeurde met wijsheid. En om tevens zijn Profeet te troosten met de wetenschap dat hun gedrag plaatsvond met de Wil van Allah, de Verhevene.
Al met al was degene die zei: “Godsvrucht zit hier,” de Profeet; dezelfde persoon die ook zei: “Werkelijk, in het lichaam bevindt zich een vleesklomp. Wanneer deze goed is, dan zal het gehele lichaam goed zijn.” Als zich in het hart dus godsvrucht bevindt, dan veronderstelt dit tevens de aanwezigheid hiervan in de ledematen. Ook is het zo dat de uiterlijke daden een indicatie zijn voor de innerlijke daden.