Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien
De derde zitting
“De regels van het vasten in de Ramadan”
Mijn broeders, waarlijk, het vasten in de Ramadan is een pilaar van de Islam. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, het vasten is jullie voorgeschreven, zoals het voorgeschreven was aan degenen vóór jullie, opdat jullie (Allah) zullen vrezen. Voor een beperkt aantal dagen, maar wie van jullie ziek is of op reis is, (diegene dient) dan hetzelfde aantal op andere dagen (in te halen). En degenen die alleen met grote moeite kunnen vasten, kopen het af door een behoeftige te voeden. Maar degene die vrijwillig goed doet, dat is beter voor hem. En het is beter voor jullie dat jullie vasten, als jullie (het maar) wisten. De maand Ramadan is het waarin de Koran werd neergezonden als Leiding voor de mensen en (de Verzen daarvan dienen) als duidelijke Bewijzen voor de Leiding en het Onderscheid (tussen het goede en het slechte). Wie van jullie dan de maand meemaakt, laat hem dan vasten. En wie ziek of op reis is, (diegene dient) dan hetzelfde aantal op andere dagen (in te halen). Allah wilt het gemakkelijke voor jullie en Hij wil niet het moeilijke voor jullie. En opdat jullie het aantal zullen voltooien en opdat jullie Allah Zijn Grootheid prijzen, omdat Hij jullie geleid heeft en opdat jullie dankbaar zullen zijn.”
(Soerat al-Baqarah: 183-185)
En de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De Islam is gebouwd op vijf (zuilen): het getuigen dat niets of niemand het recht heeft aanbeden te worden, behalve Allah en dat Mohammed de Boodschapper is van Allah, het verrichten van het gebed, het betalen van de Zakaat (armenbelasting), het verrichten van de Hadj (bedevaart) naar het (Heilige) Huis (in Mekka) en het vasten in (de maand) Ramadan.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
In een versie bij Moeslim wordt het vasten in de maand Ramadan vóór de bedevaart genoemd.
De moslims hebben consensus over de verplichting van het vasten tijdens de Ramadan. Het is een duidelijke verplichting in de Islam. Als iemand een verplichting ontkent, dan begaat diegene ongeloof en dient diegene berouw te tonen. Zo niet, dan komt diegene te overlijden als ongelovige die afvallig is geworden aan de Islam. Hij dient niet gewassen te worden, geen doodskleed te worden gegeven, geen dodengebed voor hem te worden verricht, en geen smeekbede voor genade en diegene zal niet worden begraven op een Islamitische begraafplaats.
De Ramadan is verplicht gesteld in het tweede jaar na de Hidjrah. De Profeet (vrede zij met hem) heeft negen jaren gevast. Het vasten heeft twee fasen gekend. In de eerste fase kon een persoon kiezen om te vasten of een arme persoon te voeden. Het vasten had hierbij de voorkeur.
In de tweede fase had men geen keuze hierin. Salamah ibn ul-Akwaʿ (moge Allah tevreden met hem zijn) overleverde dat toen het vers (interpretatie van de betekenis):
“En degenen die alleen met grote moeite kunnen vasten, kopen het af door een behoeftige te voeden.”
(Soerat al-Baqarah: 184)
werd geopenbaard, degenen die niet wilden vasten een arme persoon zou voeden. Totdat dit vers werd opgeheven door het volgende vers (interpretatie van de betekenis):
“Wie van jullie dan de maand meemaakt, laat hem dan vasten. En wie ziek of op reis is, (diegene dient) dan hetzelfde aantal op andere dagen (in te halen).”
(Soerat al-Baqarah: 185)
Allah heeft het een verplichting gemaakt zonder keus. Het vasten is geen verplichting, totdat het zeker is dat het begin van de maand is aangebroken. Er is geen verplicht vasten voordat die maand begint. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Niemand van jullie dient één of twee dagen voor de Ramadan te vasten, behalve degene die gewoonlijk vast. Laat die dan vasten.”
(al-Boekhaarie)
Het begin van de maand kan op twee manieren worden vastgesteld. De eerste manier is door het zien van de nieuwe maan. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“Wie van jullie dan de maand meemaakt, laat hem dan vasten. En wie ziek of op reis is, (diegene dient) dan hetzelfde aantal op andere dagen (in te halen).”
(Soerat al-Baqarah: 185)
Ook heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “Als jullie hem (de nieuwe maan) zien, vast dan.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
Het is geen voorwaarde dat iedereen de nieuwe maan zelf moet zien. Als een betrouwbare persoon hiervan getuigt, dan is het voor eenieder verplicht te vasten.
De getuige moet volwassen van geest zijn, moslim, betrouwbaar en een goede visie hebben. De getuigenis van een jonge of zwakzinnige persoon wordt niet geaccepteerd. Ook de getuigenis van een ongelovige niet. De basis hiervoor liggen in de woorden van Ibn ʿAbbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) die heeft gezegd: “Een bedoeïen kwam bij de Profeet (vrede zij met hem) en zei: “Waarlijk, ik heb de nieuwe maan (voor de start van de Ramadan) gezien.” Hierop vroeg de Profeet (vrede zij met hem): “Getuig jij dat niets en niemand het recht heeft aanbeden te worden behalve Allah?” De man antwoordde: “Ja”. Waarop hij (vrede zij met hem) vroeg: “Getuig je dat Mohammed de Boodschapper van Allah is?” Waarop de man antwoordde: “Ja”. Hierop zei hij (vrede zij met hem): “O Bilaal, vertel de mensen om morgen te vasten.”
(Aboe Daawoed)
Tot degene van wie de getuigenis niet wordt geaccepteerd, behoren ook de personen die bekend staan als leugenaar, haastig of impulsief en iemand met een zwak gezichtsvermogen voor wie het onmogelijk is om het te zien.
Het is mogelijk dat de Ramadan begint op basis van een getuigenis van één persoon, zoals overgeleverd van Ibn ʿOmar (moge Allah tevreden met hem zijn) dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De mensen zagen de nieuwe maan, waarop ik dit de Profeet (vrede zij met hem)vertelde. Hij vastte en beval de mensen te vasten.”
(Aboe Daawoed)
Ook zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Voor degene die het ziet, is het verplicht om dit de leiders te vertellen.”
(Moeslim)
Het begin van het vasten, ʿIed en de bedevaart worden allemaal op dezelfde manier bepaald. Als iemand zich op een verre plaats bevindt en de nieuwe maan ziet, dan dient hij te vasten en zijn best te doen dit nieuws de leiders te laten bereiken. Als het nieuws van de start en het einde van de maand iemand bereikt voordat de overheid dit bekendmaakt, dan is het verplicht dit bericht te volgen. Het is Islamitisch geaccepteerd bewijs waarnaar gehandeld moet worden. Dit zoals de Profeet (vrede zij met hem) Bilal heeft bevolen de mensen te vertellen om te vasten, zodra hij het nieuws van de start van de maand had gehoord en het verplicht voor hen werd te vasten.
Als de start van de maand bepaald is, dan is er geen noodzaak tot het berekenen van de maan. De Profeet (vrede zij met hem) heeft de regel op het zien van de maand gesteld, en niet door het te berekenen. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Als jullie hem (de nieuwe maan) zien, vast dan en wanneer jullie hem (de volgende nieuwe maan) zien, eindig dan het vasten.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
Ook heeft hij (vrede zij met hem) gezegd: “Als twee moslimgetuigen de nieuwe maan zien, vast dan en stop het vasten.”
(Ahmad)
De tweede manier om de start van de maand te bepalen is door het voltooien van de maand ervoor. De maan-maanden kunnen slechts 29 of 30 dagen zijn. Grotendeels zal je zien dat één of twee maanden op een rij uit dertig dagen bestaat, waarbij de derde maand uit negenentwintig dagen bestaat. Als de voorgaande maand dertig dagen bereikt, dan is het wettelijk oordeel dat de volgende maand start. Ook al wordt de maan niet gezien. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Als jullie de nieuwe maan zien, vast dan en wanneer jullie de (volgende) nieuwe maan zien, eindig dan het vasten. Maar als jullie het niet zien, voltooi dan dertig dagen.”
(Moeslim)
Al-Boekhaarie overlevert hetzelfde, maar eindigt de overlevering met de volgende woorden: “Als het te bewolkt is, voltooi dan dertig dagen.”
(al-Boekhaarie)
ʿAa’ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) zei: “De Profeet (vrede zij met hem) was gewoon meer te letten op de dagen van Shaʿbaan dan in andere maanden. Bij het zien van de nieuwe maan vastte hij en als hij het niet kon zien, dan voltooide hij dertig dagen waarna hij vastte.”
(Aboe Daawoed en ad-Daaraqoetnie)
Middels deze overleveringen wordt het duidelijk dat de Ramadan niet kan beginnen zonder het zien van de nieuwe maan. Als je deze niet ziet, voltooi dan Shaʿbaan en vast niet op de dertigste dag. Zo heeft ʿAmmaar ibnoe Yaasir (moge Allah tevreden met hem zijn) gezegd: “Degene die vast op de dag dat er twijfel bestaat of de Ramadan is begonnen of niet, is Aboel-Qaasim1 (vrede zij met hem) ongehoorzaam.”
(Aboe Dawoed, at-Tirmidhie en an-Nisaa’ie)
O Allah, geef ons de mogelijkheid Uw Leiding te volgen en maak deze maand een maand van het goede en van zegeningen. Help ons U te gehoorzamen en behoed ons van het Pad van ongehoorzaamheid tegenover U. Vergeef ons, onze ouders en de moslims middels Uw Genade. En zend Uw Vrede en Zegeningen aan onze Profeet Mohammed, zijn familieleden, metgezellen en eenieder die hen volgt tot aan de Dag des Oordeels.
Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan
1. Aboel-Qaasim is een Koenya (bijnaam of roepnaam) van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem).