cOemdat oel-Ahkaam: Hadieth 92

4722
Uitleg hadieth 92:
عَنْ أَنَسِ بْنِ مَالِكٍ – رضي الله عنه – عَنْ النَّبِيِّ – صلى الله عليه وسلم – قَالَ : (( اعْتَدِلُوا فِي السُّجُودِ وَلا يَبْسُطْ أَحَدُكُمْ ذِرَاعَيْهِ انْبِسَاطَ الْكَلْبِ )) .
Anas ibnoe Maalik vertelt dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Stel je rechtop tijdens de Soedjoed (prosternatie) en strek je armen niet uit net als een hond.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
Uit deze overlevering valt op te maken dat het verrichten van het gebed op de meest volmaakte manier moet gebeuren. Hierbij is uitstraling van kracht en energie gedurende het gebed van groot belang. Tekenen van luiheid daarentegen zijn uit den boze.
In deze overlevering vertelt Anas ibnoe Maalik dat de Profeet (vrede zij met hem) ons heeft opgedragen de prosternatie (Soedjoed) in een perfecte staat uit te voeren. Men dient daarbij de armen van de grond te houden en niet te spreiden, zoals een hond dat doet.
Leerstellingen van deze overlevering:
  1. Dat men zich recht moet opstellen tijdens de Soedjoed en de armen van de grond moet tillen.
  2. Dat het in het algemeen en tijdens het gebed in het bijzonder niet gepast is voor een mens, die door Allah is begunstigd en bevoorrecht, gedrag te vertonen van een dier.
Leraar: Aboe Ismail
Locatie: moskee as-Soennah