Aboe Hamzah, Anas ibnoe Maalik, de bediende van de Boodschapper van Allah , overlevert dat de Profeet zei:
“Niemand van jullie gelooft (volledig) totdat hij voor zijn broeder wenst wat hij voor zichzelf wenst.”
(Overgeleverd door al-Boekhaari en Moeslim)
Uitleg
‘Niemand van jullie gelooft’ betekent hier dat niemand volmaakte geloof bezit, totdat hij voor zijn moslimbroeder wenst wat hij voor zichzelf wenst qua godsdienstige en wereldse zaken.
Wat leert deze overlevering ons?
- Imaan fluctueert, zo bestaat er een Imaan die volmaakt is maar ook één die niet volmaakt is. Dit is ook de overtuiging van Ahl us-Soennati wal Djamaacah; namelijk dat de Imaan toeneemt door het verrichten van daden van gehoorzaamheid aan Allah en afneemt door het verrichten van daden van ongehoorzaamheid aan Hem.
- De moslims moeten elkaar het goede toewensen.
- Een moslim mag een ander niet toewensen wat hij zichzelf niet toewenst. Als hij zich hieraan niet houdt, neemt zijn Imaan af. De Profeet heeft zelfs verklaard dat deze persoon geen Imaan bezit.
- Het belang van het aanhalen en versterken van de relaties van de moslims onderling.
- Het zich houden aan deze overlevering zorgt ervoor dat een moslim zijn broeder niet benadeelt in zijn bezit, eer en familie. Hij zou het namelijk ook niet willen dat een ander dit hem zou aandoen.
- De moslimgemeenschap moet als één geheel optreden waarbij zij elkaar ondersteunen.
- Moslims dienen elkaar op een zachtmoedige wijze aan te spreken.