cOemdat oel-Ahkaam: Hadieth 70

6141
عَنْ أَنَسِ بْنِ مَالِكٍ – رضي الله عنه – : (( أَنَّ جَدَّتَهُ مُلَيْكَةَ دَعَتْ رَسُولَ اللَّهِ – صلى الله عليه وسلم – لِطَعَامٍ صَنَعَتْهُ , فَأَكَلَ مِنْهُ , ثُمَّ قَالَ : قُومُوا فَلأُصَلِّيَ لَكُمْ ؟ قَالَ أَنَسٌ : فَقُمْتُ إلَى حَصِيرٍ لَنَا قَدْ اسْوَدَّ مِنْ طُولِ مَا لُبِسَ , فَنَضَحْتُهُ بِمَاءٍ , فَقَامَ عَلَيْهِ رَسُولُ اللَّه – صلى الله عليه وسلم – وَصَفَفْتُ أَنَا وَالْيَتِيمُ وَرَاءَهُ , وَالْعَجُوزُ مِنْ وَرَائِنَا . فَصَلَّى لَنَا رَكْعَتَيْنِ , ثُمَّ انْصَرَفَ )) . وَلِمُسْلِمٍ (( أَنَّ رَسُولَ اللَّهِ – صلى الله عليه وسلم – صَلَّى بِهِ وَبِأُمِّهِ فَأَقَامَنِي عَنْ يَمِينِهِ , وَأَقَامَ الْمَرْأَةَ خَلْفَنَا )) . اليتيمُ : ضُميرة جدُّ حسين بن عبد اللهِ بن ضميرة . فنضحتُه بِماءٍ : النَّضْحُ هُو الرشُّ ، وقدْ يُرادُ بِهِ الغُسْلُ .
Anas ibnoe Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) overlevert dat zijn oma Maliekah de Profeet (vrede zij met hem) had uitgenodigd om bij haar te komen eten. Toen de Profeet (vrede zij met hem) klaar was met eten, zei hij tegen hen: “Sta op, zodat wij gezamenlijk het gebed verrichten.” Anas zegt vervolgens: “Ik ben opgestaan en pakte een rieten kleedje dat zwart was van kleur vanwege het feit dat hij daar lang had gelegen. Ik waste het met water. Vervolgens stond de Profeet (vrede zij met hem) op. Ik en de weesjongen zijn achter hem gaan staan en mijn oma is achter ons gaan staan. Vervolgens verrichtte de Profeet (vrede zij met hem) twee Rakcaat en hij vertrok.”
In een andere overlevering van Moeslim wordt ons verteld dat de Profeet (vrede zij met hem) een keer het gebed heeft verricht tezamen met Anas en zijn moeder. Toen plaatste de Profeet (vrede zij met hem) Anas aan zijn rechterkant en zijn moeder moest achter hen staan.
In deze overlevering vertelt Anas ibnoe Maalik dat zijn oma Maliekah bintoe Maalik, zij was de moeder van zijn moeder, eten had klaargemaakt voor de Profeet (vrede zij met hem) en hem had uitgenodigd. Zoals wij allen weten, plachte de Profeet (vrede zij met hem) altijd in te gaan op de uitnodiging van de mensen. Dit is een onderdeel van zijn goede gedrag.
Als wederdienst wilde de Profeet (vrede zij met hem) iets terugdoen voor de oma van Anas. Dus beval hij hen op te staan om het gezamenlijk gebed te verrichten, zodat zij natuurlijk van zijn gebed konden leren. En natuurlijk is het gebed van de Profeet (vrede zij met hem) in hun huis een soort zegening voor hen.
Anas is vervolgens een rieten kleed gaan halen die zwart van kleur was geworden, omdat deze lange tijd niet gebruikt was. Hij maakte deze schoon en gaf het vervolgens aan de Profeet (vrede zij met hem).
De Profeet (vrede zij met hem) ging voor in het gebed. Achter hem stond Anas samen met een weesjongen en achter Anas en de weesjongen stond zijn oma Maliekah. Naast dit vertelt Anas dat de Profeet (vrede zij met hem) een andere keer samen met hem en zijn moeder heeft gebeden. Toen plaatste hij Anas aan zijn rechterkant en zijn moeder stond achter hen.
Leerstellingen van deze overlevering:
  1. Het goede gedrag van de Profeet (vrede zij met hem) en zijn bescheidenheid.
  2. Dat het toegestaan is om iemand te belonen voor zijn bewezen diensten.
  3. Dat het toegestaan is om te bidden op een rieten tapijt/kleed.
  4. Dat het toegestaan is om een aanbevolen gebed gezamenlijk te verrichten als daarin voordelen zitten.
  5. Als er één persoon samen met de imam het gebed verricht, dan dient deze persoon aan zijn rechterkant te staan. Gaat het om meer dan één persoon, dan dienen zij achter de imam te staan.
  6. Dat het toegestaan is dat een volwassen man naast een kleine jongen in de rij staat.
  7. Dat de vrouw nooit in één rij met de mannen staat, maar altijd achter de mannen.
  8. De waakzaamheid van de Islam inzake het niet mengen tussen man en vrouw.
Leraar: Aboe Ismail
Locatie: moskee as-Soennah