De Islam kent anderhalf miljard volgelingen. Dat houdt in dat één op de vijf mensen in de wereld het Islamitische geloof aanhangt. De Islam is een religie die zich in de loop der jaren over de gehele wereld heeft weten te verspreiden. Deze religie moet dus iets bevatten dat zoveel mensen van de waarachtigheid van de Islam heeft weten te overtuigen. Met deze gegevens in mijn achterhoofd vraag ik u het volgende: wat weet u daadwerkelijk over de Islam? Bestaat uw kennis over de Islam louter uit datgene wat u, vooral de laatste tijd, van anderen heeft gehoord? Of is uw mening over de Islam een samenraapsel van individuele meningen, vooroordelen en (wan)daden van individuen die zichzelf moslim noemen? De kans is groot dat u beschikt over onvolledige of misschien zelfs onjuiste informatiebronnen. Laten we daarom op een eenvoudige wijze kijken naar de werkelijke inhoud van de Islam. Daarbij stellen we ons de volgende hoofdvraag: wat wil de Islam ons vertellen?
Allereerst kijken we naar de taalkundige betekenis van het woord Islam. Het woord Islam kent zijn basis uit de volgende drie arabische letters: ‘sien’, ‘lam’ en ‘miem’, hetgeen wat ‘selleme’ (vrede) betekent. Op zichzelf staand betekent het woord Islam ‘overgave aan de Wetten van Allah’. Degene die hier aan voldoet is een moslim.
Wat deze ‘overgave aan de Wetten van Allah’ precies inhoudt, wordt ons duidelijk gemaakt in de boodschap waar elke profeet mee is gekomen, namelijk de verkondiging dat er geen God is die het recht heeft om aanbeden te worden, behalve Allah. De Islam is op deze boodschap gebouwd, een boodschap die de Tawhied (monotheïsme) wordt genoemd. Ook eerdere Goddelijke geschriften, zoals de Bijbel, bevestigen de boodschap van het monotheisme. cIesa (Jezus) verkondigde ook het monotheïsme, de Bijbel zélf erkent en staat deze de aanbiddingen van goden naast de Enige God niet toe. De ‘voorstelling’ dat cIesa zélf de zoon van God is berust niet op informatie die uit de Bijbel is verkregen, maar vindt zijn oorsprong in woordelijke dwalingen van mensen die Isa nooit gezien, gehoord of gekend hebben.
En Allah, de Verhevene zegt:
“Voorwaar, de (enige) godsdienst bij Allah is de Islam en degenen die de Schrift gegeven was verschilden (hierover) nadat de kennis tot hen gekomen was niet over van mening dan door onderlinge jaloezie. En wie de Tekenen van Allah loochent: voorwaar, Allah is snel in de afrekening.”
(Soerat Aali cImraan: 19)
Allah zegt, sprekende tegen Zijn boodschapper (vrede zij met hem):
“En Wij hebben jou het Boek (de Koran) met de Waarheid neergezonden, ter bevestiging van de Schrift die eraan vooraf ging en ter bescherming. Oordeel dus onder hen met wat Allah neergezonden heeft. En volg niet hun begeerten om van de waarheid die tot jou gekomen is af te wijken. Voor een ieder onder jullie hebben Wij een wet en een manier van leven bepaald. En als Allah gewild had, had Hij jullie (als behorend) tot één godsdienst gemaakt, maar (Hij doet dit niet omdat Hij) jullie op de proef stelt met wat Hij jullie gegeven heeft. Wedijvert dus (op het gebied) van de goede zaken. Tot Allah is de terugkeer van jullie allemaal, en Hij zal jullie hetgeen waarover jullie van mening verschillen vertellen.” (Soerat Al Maa’idah: 48)
De kern van de profetische boodschappen komt overeen, maar wat betreft regelgevingen verschilden zij van elkaar. Dit heeft te maken met het feit dat de boodschappen in verschillende tijden zijn geopenbaard. De verschillende tijden hebben daarom verschillende regelgevingen, speciaal toegespitst op het volk aan wie de boodschap is geopenbaard. Zo zijn alle profeten naar hun volk gestuurd met uitzondering van de laastste profeet, de profeet Mohammed (vrede zij met hem). Na hem zal er geen profeet meer komen, daarom werd hij gezonden met een universele boodschap: een Goddelijke wetgeving die zal gelden tot het einde der mensheid.
Allah zei sprekende tegen Zijn Boodschapper:
“Zeg: ,,O mensen, voorwaar, ik ben de Boodschapper van Allah voor jullie allen. (Allah is) Degene van Wie het Koninkrijk over de hemelen en de aarde behoort, geen god is er dan Hij. Hij doet leven en Hij doet sterven. Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschapper, de ongeletterde profeet, die in Allah en Zijn woorden gelooft, en volgt hem. Hopelijk zullen jullie Leiden volgen.” (Soerat Al A’raaf, aayah 158).
De algemene Islam is de Islam (zoals hierboven is omschreven) die de boodschap van alle profeten en boodschappers omvat. Die boodschap houdt in dat alleen Allah, de Verhevene het (alleen)recht op aanbidding heeft, en dat men Hem geen deelgenoten mag toekennen. De specifieke Islam is de religie de Islam zoals wij die kennen van de profeet Mohammed (vrede zij met hem).
Een andere taak die de profeten hebben meegekregen, is het onderwijzen van de mensheid. De profeten en de boodschappers is deze taak op het lijf geschreven, zij zijn immers door Allah zelf geselecteerd voor deze nobele taak. Wat wij bijvoorbeeld van de profeten leren, is hoe God te aanbidden. Wij kunnen God dus niet op een manier aanbidden zoals wij dat willen, maar wij moeten God aanbidden zoals God dat via Zjn profeten en boodschappers aan ons kenbaar heeft gemaakt.
En wij hebben ook tot jou de Vermaning (de Koran) geopenbaard opdat jij (O Mohammed) de mensen duidelijk maakt wat naar hen is neer gezonden’. (Soerat an-Nahl: 44)
De profeet Mohammed (vrede zij met hem) heeft ons ook onderwezen. Zo heeft hij ons geleerd dat de Islam uit vijf zuilen bestaat, te weten:
1. De geloofsbelijdenis (Shahadah)
2. De rituele gebeden (Salah)
3. Het geven van aalmoezen (Zakah)
4. Het vasten gedurende de Ramadan (Siyam)
5. De pelgrimstocht (pelgrimage) naar Mekka (Haddj)
Wat houden deze vijf zuilen in?
De vijf zuilen van de islam is de verzamelnaam die gebruikt wordt voor de vijf meest fundamentele religieuze verplichtingen van iedere moslim en valt onder de heilige wetten van de islam, de Shariecah (de Islamitische wetgeving). Elke vrome moslim houdt zich voor zover mogelijk aan deze religieuze verplichtingen, dit omdat deze vijf zuilen als een essentieel onderdeel van de aanbidding van Allah worden beschouwd.
1. De geloofsbelijdenis (Shahadah)
Bewijs voor de geloofsbelijdenis is terug te vinden in de Koran, daarin wordt gezegd:
“God getuigt, dat er geen God is dan Hij en de engelen en degenen, die kennis bezitten, getuigen dit eveneens, handhavende de rechtvaardigheid: er is geen God dan Hij, de Almachtige, de Alwijze.”
(Soerat Aali cImraan: 18)
In getranslitereerd Arabisch (uitgesproken Arabisch) luidt deze getuigenis als volgt: āsh’hadu ān lā ilaha illā-llah, āsh’hadu ānna mūhammadār rasūlu-llah. Dit wordt de geloofsbelijdenis genoemd. Dat kan als volgt ongeveer vertaald worden: ik getuig dat er geen God is die het recht heeft om aanbeden te worden, behalve Allah. En ik getuig dat Mohammed de Boodschapper is van Allah. Het eerste gedeelte āsh’hadu ān lā ilaha illā-llah bestaat uit een ontkennende deel en een bevestigende deel. Wat houdt dit in?
Wat betreft het ontkennen, dit houdt in dat je ontkent dat er een god is naast Allah. Allah is de Enige God. Is het genoeg om alleen dit te zeggen? Nee, want daarmee erken je Zijn alleenrecht op aanbidding nog niet.
Wat betreft het bevestigen; je bevestigt dat Allah het alleenrecht op aanbidding heeft. Is het genoeg om alleen dit te zeggen? Nee, want je erkent de profeetschap van de profeet Mohammed (vrede zij met hem) nog niet.
Het volgende gedeelte van de geloofbelijdenis āsh’hadu ānna mūhammadār rasūlu-lla omvat de erkenning van het profeetschap van de profeet Mohammed (vrede zij met hem). Dit houdt in dat wij de profeet moeten gehoorzamen in datgene wat hij ons heeft opgedragen. Wij geloven en bevestigen zijn berichtgevingen, nemen afstand van datgene wat hij ons verboden heeft verklaard en aanbidden Allah volgens de Voorschriften die Hij ons kenbaar heeft gemaakt. Een andere betekenis houdt in dat wij de universele boodschap van de profeet zowel met de mond als met het hart moeten bevestigen. De universele boodschap van de profeet is niet alleen aan de mensheid, maar ook aan de djinn (wezens gemaakt uit rookloos vuur) gericht.
2. De rituele gebeden (Salah)
Het bewijs voor het verrichten van het gebed en het geven van de aalmoezen is terug te vinden in hoofdstuk (98) Al-Bayinnah:5. Daarin wordt het volgende gezegd: ‘En daarin werd hun slechts geboden God te aanbidden, oprecht zijnde in gehoorzaamheid jegens Hem, oprecht het gebed te onderhouden en de Zakaat te betalen. Dat is de ware godsdienst.”
De salah (het gebed) is de tweede zuil van de Islam. Het gebed is verplicht (fard) voor iedere moslim. Moslims zijn verplicht om vijf keer per dag de salat te verrichten. Hiervoor zijn vaste tijdsperioden vastgesteld, gebaseerd op de positie van de zon (zonsopgang, hoogste punt en dergelijke). Hierdoor kunnen de gebedstijden gedurende het jaar (naar gelang van het seizoen) variëren.
De namen van de vijf dagelijkse gebeden (en tevens van de tijdstippen) zijn:
· Fadjr (het aanbreken van de dageraad)
· Dhuhr (middag, hoogste punt van de zon)
· Asr (namiddag)
· Maghrib (zonsondergang)
· Isha’a (avond of nacht)
3. het geven van aalmoezen (Zakat)
De zakat is de derde van de vijf zuilen van de Islam. Het woord zakat betekent ‘reiniging’. Dit gebeurt in de vorm van de verplichte aalmoezen (armenbelasting). Dit is o.a. om een meer rechtvaardige verdeling van goederen te bereiken. Betaling ervan ‘reinigt’ het overige bezit en vermogen en dient als boetedoening voor de zonden. Met behulp van de zakaat zal de gever verre gehouden worden van het hellevuur.
Er zijn strenge regels voor het bepalen van de hoogte van de zakat. Het betalen van zakat is verplicht indien het bezit een bepaald bedrag overschrijdt. Dit bedrag is het equivalent (staat wat betreft de minimale waarde gelijk aan) van 85 gram puur goud.
4. Het vasten gedurende de vastenmaand de Ramadan
Het bewijs voor het vasten is terug te vinden in hoofstuk (2) Al Baqarah:183. Allah zegt daarin het volgende tegen de gelovigen: “O, jullie gelovigen, het vasten is jullie voorgeschreven, zoals het degenen die vóór jullie waren voorgeschreven, opdat jullie vroom zullen zijn.”
De Ramadan is de negende maand van de Islamitische kalender. De maand Ramadan duurt 29 of 30 dagen. Zowel het begin als eind van de Ramadan worden bepaald door de maanstand (nieuwe maan). In deze maand moet er worden gevast. Het vasten houdt in dat de moslim van zonsopgang tot zonsondergang niet eet, drinkt of geslachtsgemeenschap heeft.
Wat is het belang van het vasten?
Het vasten is voor ons verplicht zoals het aan de volkeren voor ons is verplicht. Verder wordt het vasten gezamenlijk gedragen, namelijk de gehele Islamitische gemeenschap is tegelijkertijd aan het vasten. Tegelijkertijd beginnen zij het vasten, en tegelijkertijd verbreken zij het vasten. Dit is een geruststelling voor de harten, en vergroot de saamhorigheid. Individueel vast jij dus niet alleen, maar deze verplichting wordt door de gehele Islamitische gemeenschap gedragen. Dit is een aanwijziging dat de religie is voltooid en dat Allah de Islaam heeft vervolmaakt door Zijn deugdzaamheden aan ons en aan de volkeren voor ons te geven.
5. De pelgrimstocht (pelgrimage) naar Mekka (Hadj)
Hadj is de laatste zuil van de Islam. De Hadj werd verplicht gesteld in het negende jaar na hidjrah (emigratie naar Medina). De volwassen moslim is verplicht een keer in zijn leven, indien hij zowel fysiek en financieel daartoe in staat is, de bedevaart naar Mekka te verrichten. De bedevaart is dus geen verplichting voor mensen die om gezondheidsredenen niet kunnen gaan, of voor de mensen om financiele redenen zich dit niet kunnen veroorloven.
Het bewijs om de Hadj te verrichten is terug te vinden in hoofdstuk (3) Al- Imran:97: Allah zegt: ”de bedevaart naar het Huis is door God aan de mensen opgelegd die er een weg naartoe kunnen vinden.”