De eigenschappen van de Ware God

10108

Het behoeft geen twijfel dat de ware gelovige in zijn hart de ultieme verheerlijking draagt voor de Schepper. Degene Die hem begunstigde, eerde, uit het niets schiep en grootbracht. In het hart van de gelovige is daarom geen plaats voor iets anders dan het toeschrijven van de meest volmaakte eigenschappen aan God. Eigenschappen die ook worden bevestigd in het Oude en Nieuwe Testament en getuigen van ultieme waarheid en waarachtigheid. Hiertoe behoort het beschrijven van God als zijnde de Heer, de Koning, de Omnipotente, de Levende, de Bezitter van Genade, de Liefdevolle en andere soortgelijke beschrijvingen die niet ontkend worden door welk rationeel mens dan ook die zijn predispositie eerbiedigt. Daarentegen vinden wij in de Bijbel, spijtig genoeg, eigenschappen die de Ware God absoluut onwaardig zijn. Een aantal hiervan is:
· God heeft spijt gekregen.
“Ik heb spijt dat Ik Saul tot koning heb aangesteld, want hij heeft zich van Mij afgekeerd
en mijn bevelen niet uitgevoerd.” (1 Samuel 15:11)
· God rust uit.
“Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing.
Hij rustte op de zevende dag van al zijn werk dat Hij verricht had.” (Genesis 2:2)
· God heeft verdriet.
“De Heer zag hoezeer de slechtheid van de mensen op de aarde was toegenomen,
en hoezeer de begeerte van hun hart de hele dag naar het kwade uitging.
Daarom kreeg Hij spijt dat Hij de mens op de aarde gemaakt had,
en Hij was er zeer verdrietig om.” (Genesis 6:5-6)
· God brult als een leeuw.
“De Heer brult uit de hoge hemel, hij gromt vanuit zijn heilige woning,
hij buldert over zijn kudde. Als een druiventreder schreeuwt hij
tegen de bewoners van de aarde.” (Jeremia: 25: 30)
· God ontwaakt uit Zijn slaap.
“Toen ontwaakte de Heer als iemand die slaapt,
als een krijger die uit dronkenschap opstaat.” (Psalmen 78:65)
Dit is maar een aantal van de eigenschappen dat het Heilige Boek bevat die bij ieder weldenkend mens de nodige vragen zal oproepen. Wij kunnen ons bijvoorbeeld afvragen: “Is God niet de Alwetende? Hoe kan Hij dan iets scheppen om daar vervolgens spijt van te krijgen? Worden spijt en het daarop volgende verdriet door de mens niet ervaren als een kenmerk van zwakte, laat staan door de Heer van de mensen? Voeg daaraan toe dat God in de Bijbel zegt:
,,God is geen mens, Hij liegt niet; geen mensenkind, dat spijt van iets krijgt.
Als Hij iets zegt, zal Hij het dan niet doen?
En als Hij iets belooft, zal Hij het dan niet nakomen?” (Numeri 23:19)
Is het nemen van rust niet een onvolmaaktheid? Hoe kan dan Degene die slechts iets hoeft te verordenen waarna dit geschiedt hiermee beschreven worden? Is God niet de Levende? Hoe kan Hij dan uit Zijn slaap ontwaken? En Wie draagt dan de zorg tussentijds over de wereld?”
Wat betreft de Islam; deze religie beschrijft God als zijnde de Enige Die geen deelgenoten kent in Zijn Koningschap, Degene Die geen naaste heeft, noch rivaal, noch vizier, noch adviseur. Ook kent Hij geen bemiddelaar, behalve met Zijn uitdrukkelijke toestemming. Hij heeft geen ouders, kind, gelijke of tegenstander. Hij is de Zelfgenoegzame Die niet eet noch drinkt. Hij heeft aan werkelijk niets behoefte. De tand des tijds eist zijn tol niet op Hem. Ouderdom, ziekte, vermoeidheid, vergeetachtigheid, spijt en vrees treffen Hem niet.
Hij is niet gelijk aan Zijn schepping. Niets is namelijk aan Hem gelijk, niet aan Zijn Wezen, noch aan Zijn Eigenschappen, noch aan Zijn Verrichtingen. Hij is groter dan wie dan ook, Verhevener dan wie dan ook, staat boven alles en iedereen. Hij is Omnipotent, niets reikt buiten Zijn Kunde. Zijn Kennis omvat alles, het heimelijke en verborgene, wat geweest is en wat gaat komen. Hem komt de ultieme volmaaktheid en rechtvaardigheid toe. In geen enkel opzicht wordt hij in verband gebracht met een tekortkoming.
“Allah, er is geen god buiten Hem. Sluimer noch slaap treft Hem. Aan Hem behoort wat in de hemelen en aarde is. Wie is degene die van voorspraak is bij Hem zonder Zijn verlof? Hij kent wat er voor hen is en wat er achter hen is. En zij kunnen niets van Zijn Kennis omvatten, behalve wat Hij wil. En Zijn Zetel strekt zich uit over de Hemelen en het waken over beiden vermoeit Hem niet. En Hij is de Verhevene, de Almachtige.”
(Interpretatie van de betekenis van Soerat al-Baqarah: 255)
“Hij bezit de schatten van het onwaarneembare en niemand kent die, behalve Hij. Hij weet wat er op de aarde is en in de zee; en er valt nog geen blad of Hij weet ervan; en er is geen graankorrel in de duisternissen van de aarde; en niets vers en niets droogs, of het is in een duidelijk Boek.”
(Interpretatie van de betekenis van Soerat al-Ancaam: 59)
“Hij is Allah, Degene naast Wie er geen God is dan Hij, de Kenner van het onwaarneembare en het waarneembare, Hij is de Erbarmer, de Meest Barmhartige. Hij is Allah, Degene naast Wie er geen god is dan Hij, de Heerser, de Heilige, de Schenker van veiligheid, de Vertrouwende, de Beschermer, de Almachtige, de Onweerstaanbare Onderwerper, de Trotse. Heilig is Hij boven wat zij Hem toekennen. Hij is Allah, de Schepper, de Voortbrenger, de Vormer, aan Hem behoren de Schone Namen. Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst Zijn Glorie. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.”
(Interpretatie van de betekenis van Soerat al-Hashr: 22-24)
Ieder rationeel weldenkend mens dient zichzelf af te vragen: “Welke van de twee beschrijvingen doet de Schepper het Meest recht aan?”