De vrome voorgangers en hun manieren

6862
Aboe Moescab vertelde: “Imam Maalik plachtte geen van de overleveringen van de Profeet (vrede zij met hem) voor te dragen, alvorens hij zich reinigde. Dit uit respect voor de woorden van de Profeet (vrede zij met hem).”

cAtaa’ ibnoe Abi Rabaah vertelde: “Iemand zou met mij een overlevering delen, waarna ik aandachtig zou luisteren alsof ik deze nooit tevoren heb gehoord, terwijl ik deze al had gehoord voordat hij geboren was.”

Ibn al-Moenaadi vertelde: “Imam Ahmad was van alle mensen de meest schaamtevolle, vrijgevige, gemanierde en prettige in de omgang. Hij was gewoon zijn hoofd neer te slaan, hield zich voornamelijk bezig met het bestuderen van de overleveringen en sprak met respect en eerbied over de rechtschapen mensen. Als hij iemand zou tegenkomen, dan kwam hij glimlachend op hem af. Hij stelde zich zeer nederig op tegenover de geleerden die op hun beurt weer veel ontzag voor hem hadden. De respectvolle wijze waarop hij omging met Yahya ibnoe Macien heb ik bij niemand anders gezien. Alhoewel Yahya ibnoe Macien slechts zeven jaar ouder was.

Ayyoeb ibnoel Moetawakkil overlevert: “De imam van de grammatica, al-Khaliel zou wanneer hij een persoon een dienst had bewezen, dit afdoen als nietsbetekenend. Wanneer iemand anders hem echter een dienst bewees, dan zou hij dit duidelijk kenbaar maken.”

Het is overgeleverd dat toen Aboe Ishaaq al-Harbi eens kwam bij Ismaaciel al-Qaadhi, Mohammed ibnoe Yoesoef snelde naar zijn schoeisel en deze nam om ze af te stoffen. Waarna Aboe Ishaaq voor hem een smeekbede verrichtte, zeggende: “Moge Allah jou eerbiedigen in het wereldse leven en het Hiernamaals.” Toen Mohammed ibnoe Yoesoef kwam te overlijden, werd hij waargenomen in een droom waarin hem werd gevraagd: “Wat heeft Allah met jou gedaan?” Hij antwoordde: “Hij heeft mij geëerbiedigd in het wereldse leven en het Hiernamaals dankzij de smeekbede van een vrome man.”