De werkelijke Da’wah van de Sheikh

5930

De werkelijkheid betreffende de Dacwah van Sheikh Mohammed Ibn cAbd ul-Wahhaab

Het is gepast deze verhandeling te beginnen met het overnemen van enkele korte woorden van de Sheikh. Hierin zet hij uiteen waartoe hij oproept. Ver verwijderd van de kwade propaganda die zijn tegenstanders hebben geplaatst. Deze propaganda fungeert slechts als obstakel tussen de moslimgemeenschap en deze Dacwah. Hij heeft gezegd:
“Alle lof en zegeningen behoren toe aan Allah en alle Macht komt slechts aan Hem toe. Ik zeg dat mijn Heer mij geleid heeft naar het Rechte Pad, een deugdzame religie, de pure monotheïstische weg van Ibraahiem (vrede zij met hem) die niet tot de veelgodendienaren behoorde. Alle lof zij Allah. Ik roep niet op tot een weg van het Soefisme, één Fiqh-geleerde, scholastische theologie of één van de Imaams die zij verheerlijken.
Integendeel, ik roep slechts op naar Allah zonder deelgenoten aan Hem toe te kennen. Ik roep op naar de Soennah van de Boodschapper van Allah, waartoe hij (vrede zij met hem) deze hele gemeenschap adviseerde op te blijven. Ik hoop dat ik de waarheid niet zal verwerpen als deze tot mij komt. En Allah, Zijn Engelen en Zijn gehele creatie zijn getuigen van het volgende:
Als iemand van jullie één woord van waarheid tot mij brengt, zal ik dit direct accepteren en alles wat hier tegen indruist zal ik tegen de muur gooien. Al zijn het uitspraken van de Imaams. Behalve de uitspraken van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem), want waarlijk, hij spreekt niets anders dan de waarheid.”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 1/37-38)
“Alle lof zij Allah, ik ben een volger (Moettabic) en geen nieuwlichter (Moebtadic).”
(Moe’allafaat ash-Sheikh Mohammed Ibn cAbd ul-Wahhaab: 5/36)
“De correcte voorstelling van zaken is dat ik zeg: ,,Niemand dient aangeroepen te worden, behalve Allah alleen zonder deelgenoten. Allah zegt namelijk in Zijn Boek (interpretatie van de betekenis):
“Roept dan naast Allah niet één aan.”
(Soerat al-Djinn: 18)
En Hij zegt betreffende de Profeet (vrede zij met hem):
“Zeg: ,,Ik heb geen macht om voor jullie schade te voorkomen en niet om Leiding te geven.”
(Soerat al-Djinn; 21)
Dit is dus het Woord van Allah dat de Boodschapper van Allah aan ons heeft vermeld en waarmee hij ons heeft geadviseerd. Dit is wat tussen jou en mij staat. Als er anders dan dit wordt vermeld, dan is het een leugen en lasterpraat.”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 1/32)
Volgend hoofdstuk >>>