De wonderen van de Profeet – 2

8366

Al-Israa’ wal Micraadj

Tot de duidelijke tekenen en bijzondere wonderen behoort al-Israa’ wal Micraadj (de nachtreis en de hemelvaart). Allah stelde Zijn Profeet (vrede zij met hem) in staat om in één nacht te reizen van al-Masdjied al-Haraam (Mekka) naar al-Masdjied al-Aqsaa (al-Qoeds) om daar vervolgens voor te gaan in het gebed waaraan alle Profeten deel namen en achter hem baden. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Verheven is Degene Die ’s nachts Zijn dienaar (Mohammed) van al-Masdjied al-Haraam naar al-Masdjied al-Aqsaa heeft gebracht, waarvan Wij de omgeving hebben gezegend. Opdat Wij hem van Onze Tekenen lieten zien…” (Soerat al-Israa’: 1)

Vanaf deze plaats reisde hij door naar de hemel. Daar zag hij de grootste Tekenen. Zo zag hij Djibriel (vrede zij met hem) in zijn werkelijke gedaante. Samen met hem ging hij naar de uiterste boom van Nabiq en ging voorbij de zeven hemelen. Hij werd zelfs door de Meest Barmhartige toegesproken en werd door Hem nabij gebracht.

“Willen jullie (ongelovigen) dan redetwisten over wat hij zag? En waarlijk, hij (Mohammed) heeft Djibriel bij een andere nederdaling gezien. Bij de uiterste boom van Nabiq. Daarbij is de Tuin van de verblijfplaats. Toen de boom van Nabiq bedekt werd met datgene waarmee hij bedekt werd. Zijn blik week niet en dwaalde niet. Waarlijk, hij zag de Grote Tekenen van zijn Heer.” (Soerat an-Nadjm: 12-18)

Ibn Mascoed overlevert: “Hij (de boom van Nabiq) werd bedekt met vlinders van goud.” (Moeslim)

Maalik ibnoe SacSacah overlevert dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Toen hij (de boom van Nabiq) werd bedekt met datgene waarmee Allah hem had bedekt veranderde hij zodanig dat niemand van de schepselen van Allah in staat is om zijn schoonheid te beschrijven.” (Moeslim)

Qoeraysh verloochende deze gebeurtenis. De afstand tussen Mekka en al-Qoeds besloeg immers een reis van weken. Zij redeneerden dan ook dat het onmogelijk was voor een persoon om in slechts een deel van de nacht heen en weer te gaan. Dit vonden zij zeker vreemd. Het is ook vreemd, doch het is de Waarheid aangezien Allah, de Verhevene, hiervoor zorg droeg. En Allah is tot alles in staat.