Het geloven in het bestaan van Allah

15830

Als ons wordt gevraagd naar bewijzen voor het bestaan van Allah, dan antwoorden wij: Het bewijs kan men vinden met behulp van de volgende zaken:

  • De ratio
  • De waarneming
  • De natuurlijke aanleg
  • Het geloof

Wij hebben het geloof als laatste genoemd omdat dit soort discussies vaak gehouden worden met mensen die niet geloven.

Wat betreft de bewijzen die men kan vinden aan de hand van het verstand, hierover zeggen wij: Hebben alle bestaande wezens zichzelf geschapen of zijn ze door blinde toeval zijn ontstaan? Als er wordt gezegd dat zij uit zichzelf zijn ontstaan. Dan zeggen wij dat dit tegen de ratio in gaat. Want voor hun bestaan waren zij niets dus hoe kan niets ineens iets worden. Als er daarentegen wordt gezegd dat zij door blinde toeval zijn ontstaan, dan zeggen wij hierover ook dat dit in strijd is met de ratio. Want als je naar alle zaken om je heen kijkt zoals vliegtuigen, raketten, auto’s en diverse apparaten, kan men hierover zeggen dat dit alles per toeval is ontstaan? Iedereen zal dan moeten bekennen dat dit niet mogelijk is. Zo is het ook met de bergen, vogels, zon, maan, sterren, bomen, woestijnen, zeeën enz. Het kan nooit zo zijn dat dit allemaal per toeval is ontstaan.

Eens was Aboe Haniefah in debat met een verzameling atheïsten uit India over het bestaan van Allah. Aboe Haniefah zei toen: “Ik denk aan een schip, volgeladen met goederen dat onbemand over de zee vaart en aankomt op de plaats van bestemming. Waarna de goederen vanzelf afgelost worden, zonder tussenkomst van havenwerkers.” Zij vroegen toen: “Denk jij hier werkelijk aan?” Hij antwoordde: “Ja!” Zij zeiden toen: “Dan ben jij je verstand kwijt. Want het bestaat niet dat een schip vanzelf vaart, aankomt en aflost. Dit is absoluut onmogelijk.” Hij zei toen: “Hoe kunnen jullie dit wel vreemd vinden, terwijl jullie zonder enige moeite durven te beweren dat deze hemelen, zon, maan, sterren, bergen, bomen, dieren en mensen allemaal geen Schepper hebben?” Toen wisten zij dat de man hun verstand had aangesproken en zij stonden versteld van zijn antwoord.

Er werd tegen een bedoeïen gezegd: “Hoe weet je zeker dat jouw Heer bestaat?” Hij antwoordde: “De voetsporen in het zand duiden op een voetganger die voorbij is gekomen en uitwerpselen duiden op kamelen die voorbij zijn getrokken. Dus, een hemel vol met sterren, een aarde rijk aan wegen en een zee rijk aan golven, duidt dit allemaal niet op de Alhorende, de Alziende?”

In het kader hiervan zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“…Zijn zij uit niets geschapen of zijn zij zelf de scheppers?”

(Soerat at-Toer: 35)

Hieruit concluderend kunnen wij zeggen dat aan de hand van de ratio het bewijs is geleverd voor het bestaan van Allah.

Wat betreft de bewijzen die men kan vinden aan de hand van de gewaarwording, hierover zeggen wij: De mens roept zijn Heer aan zeggende: “O Heer!” om Hem vervolgens iets te vragen, waarna zijn smeekbede wordt verhoord. Dit zien wij veelvuldig om ons heen gebeuren en ook kennen wij vele verhalen van de mensen die ons zijn voorgegaan waarvan de smeekbeden zijn verhoord. Eens kwam er een bedoeïen de moskee binnen terwijl de Profeet (vrede zij met hem) de vrijdagstoespraak aan het houden was en zei: “Al ons bezit is vernietigd en er is geen uitweg meer, vraagt Allah om ons te hulp te schieten?” Anas zei: “Bij Allah, op dat moment zag je geen pluimpje wolk aan lucht… Maar direct na de smeekbede van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) verscheen uit het niets een wolk, deze verspreidde zich vervolgens, daarna begon het te donderen, te bliksemen en te regenen. En op het moment dat de Boodschapper (vrede zij met hem) van de minbar afkwam was zijn baard doordrenkt met regen.”

Hieruit concluderend kunnen wij zeggen dat aan de hand van de gewaarwording het bewijs is geleverd voor het bestaan van Allah.

Wat betreft de bewijzen die men kan vinden aan de hand van de natuurlijke aanleg, hierover zeggen wij: Veel mensen, waarvan de natuurlijke aanleg niet verpest is, geloven in het bestaan van Allah. Zelfs de mensen die beweren niet te geloven in Allah, op het moment dat zij Allah het meest nodig hebben, bijvoorbeeld in een gevaarlijke situatie of wanneer alles lijkt tegen te zitten, dan heffen zij hun handen in de lucht, Allah aanroepend. Daarom geeft Allah een soortgelijk voorbeeld in de Koran (interpretatie van de betekenis):

“En als zij op de schepen varen, roepen zij Allah zuiver in geloof aan. Maar zodra Hij hen heeft gered en aan land heeft gebracht, dan kennen zij deelgenoten (aan Hem) toe.”

(Soerat al-‘Ankaboet: 65)

Wat betreft de bewijzen die men kan vinden aan de hand van het geloof, hierover zeggen wij: Het feit dat alle profeten zijn gekomen met regels en wetten die de schepping ten bate komen duidt op bestaan van een Alwetende, Allerwijze en Genadevolle Heer. En in het bijzonder de Koran en zijn wetten. Allah daagt zijn schepselen uit om te komen met het gelijke ervan. Alle boodschappers en profeten die naar verschillende volkeren zijn gestuurd, in verschillende tijden leefden en verschillende talen spraken hebben allen gesproken over één en hetzelfde, namelijk het bestaan van Allah, het aanbidden van Hem alleen, de Hel, het Paradijs enz.