Hadith 41: Het volgen van de Profeet

8396

Aboe Mohammed cAbdullah ibnoe cOmar ibnoel cAas overlevert: “De Boodschapper van Allah zei:

“Niemand van jullie gelooft werkelijk, totdat zijn begeerte in overeenstemming is met datgene waarmee ik ben gekomen.”

(Authentieke overlevering die wij overgeleverd hebben van het Boek al-Hoeddjah’[1] met een authentieke keten)

Uitleg

‘Niemand van jullie gelooft werkelijk,’ oftewel, niemand van jullie gelooft volledig. De bedoeling hiervan is niet het geloof in zijn geheel ontkennen.

‘Totdat zijn begeerte,’ oftewel, totdat zijn neiging en wil ‘in overeenstemming is met datgene waarmee ik ben gekomen.’ Met andere woorden, datgene waarmee hij is gekomen aan wetgeving. Men dient zich niet tot iets anders te wenden.

Verder zegt de schrijver dat het hier gaat om een ‘authentieke overlevering die wij overgeleverd hebben van het Boek ‘al-Hoeddjah’ met een authentieke keten.’

Wat leert deze overlevering ons?

· Het geloof kan in zijn geheel ontkend worden als men hierin tekortkomingen heeft, zoals in de uitspraak van de Profeet : “Niemand van jullie gelooft werkelijk, totdat zijn begeerte in overeenstemming is met datgene waarmee ik ben gekomen.”

Dit geldt alleen voor datgene waar bewijzen voor zijn in de Islamitische wetgeving. Het is dus niet de bedoeling dat men iemands geloof zomaar gaat ontkennen omdat hij hem een zonde ziet verrichten, totdat ons bekend wordt dat daarvoor een bewijs bestaat in de Shariecah.

· De plicht om zich over te geven aan datgene waarmee de Profeet is gekomen.

· Het is verplicht voor de mensen om zich te ontdoen van de begeerte die in strijd is met de wetgeving van Allah.

· Het geloof neemt toe en af, dit is de overtuiging van Ahl us-Soennati wal Djamaacah.

[1] Verzamelwerk van overleveringen van al-Asfahaani.