IS en het doden van journalisten en hulpverleners

12424

De Islam is gebaseerd op zachtaardigheid, barmhartigheid en genade. Niet op geweld en hardvochtigheid. Onze Profeet (vrede zij met hem) heeft een verbod uitgesproken op het verminken van lichamen en heeft een verbod uitgesproken op het vergieten van bloed.

Toch zien wij vandaag de dag dat een groep zoals IS, deze regels met hun voeten vertrapt. Soms proberen zij valse argumenten aan te dragen voor hun bloedige taferelen. Zo wordt er soms verwezen naar bijvoorbeeld het verhaal van Ibn Mascoed die tijdens de slag van Badr de keel van Aboe Djahl doorsneed, terwijl de geleerden van al-Hadieth (de overleveringen) heel duidelijk hebben laten weten dat deze overlevering niet correct is.

Nog erger is de link die zij proberen te leggen tussen hun wangedrag en onze geliefde Profeet Mohammed (vrede zij met hem). Zij menen dat de Profeet zou hebben gezegd dat hij gekomen is met het doorsnijden van de kelen. Maar wie naar het leven van de Profeet kijkt, ziet dat hij nog nooit iemand de keel heeft doorgesneden en nog nooit opdracht hiertoe gaf.

De Regelgeving die Mohammed (vrede zij met hem) heeft gebracht, staat 100% haaks op wat wij vandaag zien gebeuren onder het bewind van IS. En daarom moet de moslim zich afvragen voor welke handelwijze hij kiest: die van Mohammed of die van IS?

Ook het ontvoeren van westerlingen is een voorbeeld van hoe afgedwaald en ver verwijderd IS is van de Islamitische Wetgeving. Het geeft aan dat zij absoluut geen acht slaan op de adviezen van de Profeet die keer op keer de moslims erop wees dat het doden van mensen, met wie wij een verdrag hebben en die op een legitieme wijze onze landen binnenkomen (de Moecaahid), niet toegestaan is. Degene die zoiets doet, zal zelfs de geur van het Paradijs niet ruiken, zegt onze Profeet.

Journalisten en hulpverleners worden niet gezien als een vijand en worden ook niet gezien als krijgsgevangenen. Hun wordt vanuit de Islam alle ruimte geboden om hun werk te verrichten. Hetzelfde geldt voor artsen en hulpverleners. Zij hebben allemaal recht op goede behandeling en een veilig onderkomen.

Daarom lezen wij dat toen twee mensen door Moesaylimah al-Kaddhaab (Moesaylimah de leugenaar) naar de Profeet gestuurd werden en zich behoorlijk misdroegen tegen hem, hij tegen hen zei: “Het is dat gezanten niet gedood mogen worden, anders had ik jullie gedood.”

(Aboe Daawoed en al-Bayhaqie)

Dus het is een universele regel dat dit soort mensen, zoals hulpverleners en journalisten, niet gedood mogen worden. Ook de Profeet hield zich hieraan. Maar tot onze grote spijt zien wij dat IS deze woorden van de Profeet links laat liggen en mensen slechts doodt vanwege hun komaf of omdat de regering in hun landen fouten heeft begaan. Terwijl de Koran ons leert dat niemand verantwoordelijk kan worden gehouden voor andermans daden. Waar blijft dan het oordelen naar de Regels van Allah?

Wat de zaak nog erger maakt is dat vaak dit soort mensen gekomen zijn om moslims in oorlogsgebieden te helpen en voor hun rechten te vechten. En in plaats van dat zij met het goede worden vergolden, worden zij omgebracht.

Soms claimt IS dat het hier gaat om zogenaamde spionnen. Maar ook al zou het gaan om spionnen, dan zouden wij hen alsnog moeten behandelen zoals de Profeet met de hypocrieten omging. Hij weigerde hen te doden om het beeld van de Islam niet te schaden. In de ogen van de mensen zou het doden van deze zogenaamde spionnen een ander bewijs zijn voor de gewelddadigheden van de moslims.

En als je denkt dat het niet erger kan, dan doet IS je versteld staan. Want zelfs als een journalist of hulpverlener zijn Islam kenbaar maakt ten tijde van zijn gevangenschap, zoals in geval van Peter Kassig, dan laat IS zich toch niet door zoiets tegenhouden en kiest ze weer voor de weg van dood en verderf. Dit is een duidelijk voorbeeld van de mensen angst inboezemen en ervoor zorgen dat anderen zich van de Islam afkeren. Vandaar dat het een verplichting is voor iedere moslim om de dwaling van deze groepering duidelijk te maken en de Islam van hun wandaden vrij te pleiten.

Zelfs degenen die zich bij IS hebben aangesloten of die per toeval met hun in aanraking zijn gekomen, hebben dit moeten bekopen met de dood. Ook de gewone moslims waren niet veilig voor de horror van deze terreurgroep. Steden die door IS werden ingenomen, werden kort en klein geslagen. De inwoners werden bijna allemaal uitgeroeid. Dit lot viel ook diegenen ten dele die in eerste instantie ervoor kozen om zich bij deze groep aan te sluiten, maar na het zien van hun waanzin besloten met hun af te breken. Ook zij konden op niks anders rekenen dan een barbaarse afslachting.

En toch, na al deze feiten, zien wij tot onze grote verbazing dat er nog steeds (onwetende) jongeren zijn die achter deze gevaarlijke groepering aanhollen. Terwijl alle geleerden, zelfs zij die bekend staan als de geleerden van de jihad, allen hun afschuw over IS hebben uitgesproken en afstand van hen hebben genomen. Maar zoals Allah ons leert in de Koran (interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, het zijn niet de ogen die verblind raken, maar het zijn de harten die zich in de borsten bevinden die verblind raken.”

(Soerat al-Hadj: 46)

Het enige wat wij ons afvragen is: hoe heeft het zover kunnen komen met deze IS en hun handlangers? En wat zou onze Profeet, de koning van tolerantie, vinden van deze afschuwelijke wanpraktijken?

Sheikh dr. Rachid Nafi &
Bestuur stichting as-Soennah