Je bent een zeldzame persoon

8955

Weet, mijn beste broeder en zuster, dat als je een huis hebt als dak boven jou hoofd, een plaats om te slapen, eten en kleding om je lichaam te bedekken, weet dan dat jij rijker bent dan vijfenzeventig procent van de bewoners van deze wereld.

Als jij geld op zak hebt en in staat bent om jezelf te redden in moeilijke tijden, dan mag jij jezelf tot de acht procent rijkste mensen ter wereld noemen.

Als je vandaag gezond wakker bent geworden, dan bevind jij je in een geweldige gunst. Want er zijn maar liefst miljoenen mensen die niet zeker zijn van hun leven en niet weten of ze meer dan twee weken zullen leven.

Als je het gevaar van de oorlogen niet hebt meegemaakt, de eenzaamheid van de gevangenis niet hebt geproefd en niet bent gefolterd, dan mag jij jezelf gelukkiger prijzen dan vijf miljoen mensen op de aardbodem.

Als jij je gebeden in de moskee kunt verrichten zonder angst voor straf, aanhouding of de dood, dan bevind jij je in een gunst die drie miljard mensen niet kennen.

Als jouw beide ouders in leven zijn en nog samenleven zonder te zijn gescheiden, dan ben jij een bijzondere persoon in dit bestaan.

Als je glimlacht en Allah (verheven is Hij) dankbaar bent, dan is ook dit werkelijk een gunst. Immers, hoeveel mensen zijn in staat om hetzelfde te doen, maar weten niet hoe.

Als deze brief jou heeft bereikt, dan mag jij je verblijden om twee grote gunsten:

Ten eerste, er is iemand die aan jou denkt.

Ten tweede, jij bent beter af dan twee miljard mensen die niet kunnen lezen in dit wereldse leven.

Tenslotte wens ik jou het allerbeste in het leven en zeg ik jou: “Als je vreugdevoller wilt worden dan jij nu bent, bedank Allah dan voor Zijn ontelbare gunsten. Houd je tong vochtig met het gedenken van Allah en volg het advies van onze Profeet (vrede zij met hem) aan Moecaadh: “Vergeet niet om na elk gebed het volgende te zeggen: ‘O Allah, help mij U gedenken, U bedanken en U op de beste wijze te aanbidden.”

Om jouw dankbaarheid jegens Allah helemaal te vervolmaken, vergeet jouw broeders en zusters niet te vermanen en hen te herinneren aan de Gunsten van Allah. De vermaning baat immers de gelovigen.