Tafsier soerat Al-Baqara vers 4 – 10

9717
Vers 4:
والَّذِينَ يُؤْمِنُونَ بِمَا أُنزِلَ إِلَيْكَ وَمَا أُنزِلَ مِن قَبْلِكَ وَبِالآخِرَةِ هُمْ يُوقِنُونَ
Ook zijn deze gelovige mensen te herkennen aan het feit dat zij geloven in datgene wat aan Mohammed (vrede zij met hem) is geopenbaard. Zij geloven in alle hemelse Boeken en in alle profeten, zonder onderscheid tussen hen te maken. Zij zijn overtuigd van het feit dat de Dag des Oordeels plaats zal vinden, zij weten dat de Dag des Oordeels een waarheid en een feit is en zij weten dat Allah de mensen op die Dag zal verzamelen en op die Dag iedereen ter verantwoording zal roepen voor zijn daden.
Vers 5:
أُوْلَـئِكَ عَلَى هُدًى مِّن رَّبِّهِمْ وَأُوْلَـئِكَ هُمُ الْمُفْلِحُونَ ٌ
Allah zegt over deze gelovigen, die deze mooie kenmerken in zich hebben, dat zij zich een grote Leiding hebben toegeëigend; deze ultieme Leiding zich eigen hebben gemaakt. Want zij hebben datgene gedaan wat Allah van hen heeft gevraagd en zij hebben datgene vermeden wat Allah als verboden heeft verklaard. Er is werkelijk geen grotere leiding dan deze Leiding. Door met deze zaken te komen, hebben zij de grootste overwinning binnengehaald en zijn zij veilig gebleven voor datgene wat zij vreesden, want zij hebben getracht de Weg van de Redding te bewandelen en uit de buurt te blijven van de weg van de vernietiging.
Vers 6:
إِنَّ الَّذِينَ كَفَرُواْ سَوَاءٌ عَلَيْهِمْ أَأَنذَرْتَهُمْ أَمْ لَمْ تُنذِرْهُمْ لاَ يُؤْمِنُونَ
Allah zegt vervolgens wat betreft degenen die niet geloven in Allah en Zijn Boodschapper: “Het doet er niet toe of jij hen vermaant en aanspreekt op hun gedrag of niet, want ze zullen er geen baat bij hebben. Ze zullen zich hier niet door laten vermanen en de Vermaning zal hen niet baten, noch zullen zij geloven in datgene waarmee jij bent gekomen.” Waarom? Omdat hun ogen bedekt zijn en omdat hun harten afgesloten zijn voor de Vermaning van Allah.
Vers 7:
خَتَمَ اللّهُ عَلَى قُلُوبِهمْ وَعَلَى سَمْعِهِمْ وَعَلَى أَبْصَارِهِمْ غِشَاوَةٌ وَلَهُمْ عَذَابٌ عظِيمٌ
Allah heeft hun harten ondoordringbaar gemaakt voor de Waarheid. Dus de Imaan (geloof) komt er niet doorheen en Koefr (ongeloof) verlaat op zijn beurt deze harten niet. De Koefr kan hun harten niet verlaten. Allah zegt dat Hij hun harten en gehoor heeft verzegeld en hun gezichtsvermogen heeft bedekt. Dus alle bedenkbare middelen om kennis te vergaren en kennis te winnen zijn buiten werking gesteld. Daarom zullen zij de Waarheid niet begrijpen en zullen zij niet in staat zijn om naar de Leiding te luisteren. Zij zullen deze niet kunnen zien of opmerken. Allah heeft dan ook voor hen een verschrikkelijke Bestraffing op de Dag des Oordeels klaargemaakt. Dit als bestraffing voor hetgeen zij in het wereldse leven plachten te doen.
Vers 8:
وَمِنَ النَّاسِ مَن يَقُولُ آمَنَّا بِاللّهِ وَبِالْيَوْمِ الآخِرِ وَمَا هُم بِمُؤْمِنِينَ َ
Dit is de derde categorie mensen, namelijk al-Moenafiqoen. Oftewel, de hypocrieten. Dat zijn degenen die blijk geven van iets, terwijl zij iets anders in zich verborgen houden. Dus uitgaande van hun woorden zou je zeggen dat zij gelovigen zijn, maar van binnen zijn zij honderd procent Kaafir (ongelovig). Zij beweren namelijk te geloven in datgene waarmee de Profeet (vrede zij met hem) is gekomen, maar in werkelijkheid zijn zij niets anders dan leugenaars en hebben zij niet eens Imaan ter grote van een stofdeeltje in hun harten.
Vers 9:
يُخَادِعُونَ اللّهَ وَالَّذِينَ آمَنُوا وَمَا يَخْدَعُونَ إِلاَّ أَنفُسَهُم وَمَا يَشْعُرُونَ
Deze hypocrieten denken dat zij, door deze uitspraak van hen, Allah en Zijn rechtschapen dienaren aan het bedonderen en aan het bedriegen zijn en dat zij hiermee weg zullen komen. Maar wat zij niet schijnen te begrijpen, is dat zij in werkelijkheid alleen maar zichzelf aan het bedonderen zijn en door dit gedrag van hen slechts zichzelf naar de verdoemenis helpen. Degenen die zij hierdoor denken in de maling te kunnen nemen, zijn uiteindelijk alleen zichzelf. Het is alleen dat zij het zelf niet weten.
Vers 10:
فِي قُلُوبِهِم مَّرَضٌ فَزَادَهُمُ اللّهُ مَرَضاً وَلَهُم عَذَابٌ أَلِيمٌ بِمَا كَانُوا يَكْذِبُونَ
Allah zegt, en dit gaat nog steeds over de hypocrieten, dat in hun harten zich een ziekte bevindt. Het betreft hier de ziekte van twijfels en verloochening. Want degene die zich schuldig maakt aan een zonde, kan rekenen op de Bestraffing van Allah. En één van die bestraffingen is dat Allah hen nog meer doet dwalen, hen nog meer van het Rechte Pad verwijderd doet raken en hen in de gelegenheid stelt om nog meer zonden te plegen. Terwijl degene die goed doet en gehoorzaam is, door Allah geholpen zal worden en gesteund zal worden om nog meer goede daden van aanbidding te verrichten om zo in aanmerking te komen voor meer verdiensten.
Daarna vertelt Allah dat Hij voor deze hypocrieten een verschrikkelijke bestraffing heeft klaargemaakt. Dit omdat zij de Waarheid hebben verloochend, omdat zij hebben gelogen en omdat zij slecht hebben gehandeld. Je kunt hier zeggen dat hun leugenachtigheid en hun hypocrisie de aanleiding zijn geweest voor deze verschrikkelijke bestraffing.
Leraar: Aboe Ismail
Locatie: Moskee as-Soennah