Koran en Soennah vóór de mening van geleerden

5767

Wanneer er een bewijs is aangehaald over een bepaalde kwestie, dan is het verplicht dat men het bewijs aanhoudt dat aangehaald is vanuit de Koran en de Soennah van de Profeet (vrede zij met hem). Zelfs als deze in strijd is met een uitspraak van een grote geleerde of zelfs van een aantal metgezellen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Als jullie over iets van mening verschillen, keer dan terug naar Allah en de Boodschapper.”

(Soerat an-Nisaa’: 59)

Allah, de Verhevene, heeft niet gezegd: “…keer dan terug naar die en die.” Men dient de uitspraak echter te verifiëren en deze geleerden te respecteren en beleefdheid tegenover hen te tonen. Als een persoon dan een zwakke uitspraak heeft gehoord van één van de erkende Imams, geleerden of Hadieth-wetenschappers, dan betekent dat niet dat dit iets wegneemt van hun positie.

Men dient de geleerden te respecteren, beleefdheid jegens hen te tonen en hen aan te spreken met het goede. Ook dient men hen niet te lasteren en te minachten. Men dient echter de waarheid te verkondigen met het aanhalen van een bewijs. Tevens dient men smeekbede te verrichten voor deze geleerde, genade voor hem uit te spreken en Allah smeken om hem te vergeven.

Dit is hoe de gedragsnormen dienen te zijn ten opzichte van de mensen van kennis. Zij dienen hen de positie en status te geven die hen toekomt. En hun rang en voortreffelijkheden te kennen.

Sheikh cAbdoel-cAziez ibn Baaz (Madjmoec ul-Fataawa Ibn Baaz, boekdeel 26, blz. 305)