Manieren tegenover je ouders

10802
  1. Wij gehoorzamen onze ouders. Wij zijn nederig tegenover onze ouders. Wij kussen hun handen en wij zijn goed voor hen.
  2. Wij gehoorzamen onze ouders in het goede en wij zijn gul (vrijgevig) tegenover onze ouders.
  3. Als zij ons vragen om een zonde te begaan, dan gehoorzamen wij hen niet, want wij mogen de mensen niet gehoorzamen om een zonde te plegen tegenover Allah (de Verhevene). Onze ouders zijn namelijk ook dienaren van Allah.
  4. Wij verheffen onze stem niet in hun aanwezigheid en wij zeggen zelfs geen foei tegen onze ouders en wij zijn niet brutaal tegen onze ouders.
  5. Wij verkondigen hen de Islam, wij zijn tevreden met hen en wij worden niet boos op hen. Ook reizen wij niet zonder hun toestemming.
  6. Van tijd tot tijd bezoeken wij onze ouders. Wij zijn ook vrijgevig tegenover hen en wij staan altijd klaar voor hen wanneer zij iets van ons vragen.