Het is dezer dagen D-Day, oftewel het uur van de waarheid, voor groep 8-leerlingen. Vandaag starten op de meeste scholen de doorstroomtoetsen die op papier worden afgenomen. Vorige week vond de digitale afname plaats. Het is te merken dat de adrenaline door het lichaam giert bij zowel de leerlingen als de ouders. Niet zo gek als je bedenkt dat de doorstroomtoets of eindtoets van grote invloed kan zijn op de verdere schoolcarrière van het kind. Bij biculturele kinderen is dit extra bepalend, omdat een deel van hen te maken heeft met onderadvisering, een hardnekkig probleem dat jaarlijks de kop opsteekt. De vaststelling van het definitieve schooladvies geeft soms aanleiding voor heftige discussies en hoogoplopende emoties tussen ouders en de school. De vele gesprekken en telefoontjes die de afgelopen jaren hierover zijn gevoerd kunnen teruggebracht worden tot ‘De school wil het advies niet aanpassen, wat kan ik doen?’. In dit stuk wordt deze vraag beantwoord, althans ouders wordt een aantal handvatten aangereikt. Het is gebaseerd op persoonlijke ervaring en 15 jaarbijles en huiswerkbegeleiding bij Premium Bijles & Coaching.
Doorstroomtoets
Het afgelopen jaar is de doorstroomtoets geïntroduceerd als vervanging van de eindtoets in groep 8. Het idee is dat de toets niet het eindpunt markeert in de ontwikkeling van de leerling, maar moet bijdragen aan de doorstroom in het voortgezet onderwijs. Ook is het toetsmoment vervroegd naar halverwege het schooljaar en niet meer aan het einde. Wanneer het kind op de doorstroomtoets lager scoort, dan is het (hogere)schooladvies nog steeds leidend. En dat is positief. Een ander belangrijke verandering, misschien wel het meest controversiële, is dat scholen sinds vorig jaar in principe verplicht zijn het voorlopig advies, dat ze leerlingen hebben gegeven, bij te stellen als er een hoger schoolniveau uit de doorstroomtoets komt. En hier kan het soms schuren. Indien de school de bijstelling niet in het belang van de leerling acht, moet zij dat schriftelijk beargumenteren.
Hoog, hoger, hoogst
Sommige ouders gaan altijd voor het hoogst haalbare, zonder stil te staan of het kind voldoende toegerust en gemotiveerd is om dat hogere advies aan te kunnen. Deze ouders zijn in veel gevallen meer gedreven dan het kind zelf. Daarbij speelt de omgeving een belangrijke rol. We kunnen natuurlijk niet achterblijven als neefjes, nichtjes, buurjongens en/of buurmeisjes MAVO, HAVO of VWO scoren. Citotoetstrainingen en IEP-toetsen voor de groepen 5 tot 8 zijn dan ook mateloos populair. Ouders willen dat hun kroost zo hoog mogelijk scoort. Het gaat die ouders alleen maar om een hogere score. De duurzame ontwikkeling en groei van het kind is ondergeschikt gemaakt aan een snelle booster shot om hoger te scoren. Het probleem met het laatste is dat er een aanzienlijke kans bestaat dat het kind te maken krijgt met een terugslag. Of een kind een hoger advies moet krijgen of niet is altijd maatwerk. Van belang is dat ouders 1) goed afwegen of het verstandig is dat het kind een hoger advies krijgt, 2) eerlijk zijn tegen zichzelf en het kind, 3) het kind echt gemotiveerd is om een hoger advies te bemachtigen en daar naar te handelen. Twee praktijkvoorbeelden kunnen dit illustreren.
Romaissae is van MAVO naar HAVO/VWO gegroeid. Inmiddels zit zij in 5 VWO en doet zij het harstikke goed. Ze is ontzettend gemotiveerd om VWO te doen en ze gaat er dan ook vol voor. Het is een rustige meid, met de juiste werkhouding en gedrag. Zij weet dat VWO veel van haar vraagt en dat betekent o.a. dagelijks uren huiswerk maken en leren voor toetsen. Mohamed is ook van MAVO naar HAVO/VWO gegroeid. Het is geen domme jongen. Intelligentie alleen is niet voldoende, inzet en gedrag zijn evenzeer belangrijk. Hij dacht de brugklas HAVO/VWO met twee vingers in de neus te doorlopen. Het ontbeert Mohamed aan de kwaliteiten die Romaissae wel heeft. In gesprekken met zijn vader is naar voren gekomen dat Mohamed weinig tot geen huiswerk doet, maar meer bezig is met computerspelletjes, zijn smartphone en Netflix. De overgang van basis- naar middelbare school is voor veel leerlingen al een grote opgave, laat staan als er daarnaast weinig inzet wordt getoond. Mohamed zit nu in 2 MAVO. MAVO zou hij eventueel met twee vingers in de neus kunnen doen, maar het is jammer dat hij zijn potentie niet ten volle benut, niet het juiste gedrag en werkhouding laat zien, zoals Romaissae dat wel doet. De analogie die gemaakt kan worden is die tussen Messi en Ronaldo. Messi is geboren met talent voor voetballen, maar Ronaldo is door hard werken (het trainingsschema en dieet van Ronaldo is zoals bekend zeer streng) even goed en misschien wel beter dan Messi. Met andere woorden, door hard werken kun je ook het hoogste bereiken.
Gesprek over het definitieve schooladvies
Wanneer uit de doorstroomtoets blijkt dat jouw kind hoger heeft gescoord dan het advies van de school, dien je eerst thuis een heel goed gesprek te voeren met het kind. Als blijkt dat het kind daadwerkelijk gemotiveerd is, hij/zij graag dat hogere niveau wil gaan doen, dan is het belangrijk dat je een inhoudelijk gesprek voert met de school en niet op basis van emotie. Naast de hogere score op de doorstroomtoets, zou je ook de goede eigenschappen van het kind kunnen benoemen, waaronder goede concentratie, gedrag en werkhouding (indien aanwezig!). Gedrag en werkhouding zijn belangrijke elementen die scholen terecht meewegen. Kinderen die geen goede werkhouding en gedrag hebben, redden het vaak niet en worden later alsnog naar een lager niveau teruggezet, zie het bovenstaande voorbeeld van Mohamed. De eerste en tweede klas van de middelbare school is de (tweejarige) brugklas. Hierna volgt de determinatie: het kind gaat naar 3 MAVO, 3 HAVO of 3 VWO. Vanaf dat moment is het gewoon keihard werken. Als je dan een paar keer een 3 of een 4 hebt gehaald, dan wordt het vechten tegen de bierkaai. Als je weet dat jouw kind niet de juiste werkhouding, instelling en discipline heeft, in hoeverre is het dan verstandig dat hij/zij dat hogere advies bemachtigt? Wees eerlijk naar jezelf en naar het kind toe en voorkom teleurstellingen in de toekomst.
Als de score hoger uitvalt, de motivatie is er, op gedrag en werkhouding is niets op aan te merken dan kun je als ouder tijdens het gesprek ook benoemen dat een hogere advies een gepaste beloning is voor het harde werken en ontwikkeling diehet kind heeft doorgemaakt. Wat ook een belangrijk argument kan zijn, is dat je aangeeft dat de school/docent naar de potentie van het kind moet kijken. We noemen dit kansrijk adviseren. Denken in mogelijkheden (voor het kind) en niet in beperkingen. Zeker wanneer het kind in het laatste schooljaar sterk is gegroeid en de verwachting is dat die groei doorgezet gaat worden. Een ander aandachtspunt is wanneer de potentie van het kind gedurende het schooljaar niet is benut, bijvoorbeeld door de vele lerarenwisselingen of lesuitval, zou je ook kunnen beargumenteren dat de school kansrijk moet adviseren.
Voer het gesprek over het definitieve advies dus altijd op basis van feiten, inhoud en de bovengenoemde elementen. Mochten de gesprekken met de school niet tot een bevredigend resultaat leiden, dan kun je bezwaar aantekenen en de school vragen schriftelijk te reageren waarom zij het advies niet willen aanpassen. Belangrijk is dat je de (telefoon)gesprekken en afspraken vastlegt en dit ook met de school deelt. Kom je er na meerdere gesprekken er echt niet uit met de school, dan kun je overwegen om een klacht in te dienen bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) van Onderwijsgeschillen.
Het LKC geeft zelf geen advies, maar kijkt of de procedure rondom de totstandkoming van het schooladvies correct is verlopen en of het schooladvies redelijk is. Alleen als het schooladvies overduidelijk onjuist is, zal het LKC de school aanbevelen om het te heroverwegen. Het feit dat het LKC alleen een aanbeveling kan doen, houdt in dat de school de aanbeveling naast zich neer kan leggen en deze dus kan negeren. Alleen als je een ijzersterke zaak denkt te hebben en het kind over de bovengenoemde kwaliteiten en motivatie beschikt, kun je overwegen om naar het LKC te stappen. Ga hier dus niet lichtzinnig mee om.
Afsluitend, van belang is dat het kind en de ouders hun best doen bij de ontwikkeling (van het kind) en 100% geven. Meer dan dat kun je niet doen. En altijd trots zijn op het kind wanneer die zijn/haar best heeft gedaan. Niet iedereen hoeft een advocaat, arts of architect te worden. De samenleving heeft ook goede loodgieters, zorgverleners en technisch personeel nodig. Inmiddels verdient een loodgieter of een ZZP-er in de zorg veel meer dan een gemiddelde advocaat.
@meester Najib
* De weergegeven standpunten en meningen in dit opiniestuk weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs die van Stichting as-Soennah