Voor leerlingen in groep 8 breken spannende tijden aan. Eind januari, begin februari 2025 worden landelijk de doorstroomtoetsen afgenomen die van invloed kunnen zijn op het advies van de leerling. Er zijn verschillende doorstroomtoetsen, waarbij de CITO en de IEP doorstroomtoets de bekendste zijn. Rekenen en begrijpend lezen zijn de belangrijkste onderdelen, welke van grote invloed zijn op het uiteindelijke advies. In dit stuk zal ik met name ingaan op het onderdeel begrijpend lezen en welke leesstrategieën leerlingen kunnen gebruiken om meer grip op een tekst te krijgen. Hiermee wordt beoogd net dat extra zetje te geven en vol zelfvertrouwen de toetsen in te gaan. Het is raadzaam de leesstrategieën uit het hoofd te leren, zodat deze ook toegepast kunnen worden in de praktijk. Oefen daarom ook met voorbeeldteksten die eventueel beschikbaar gesteld kunnen worden. De analogie die gemaakt kan worden is die met autorijden; zonder theoretische bagage blijft autorijden een uitdaging.
‘Die meisje’
Het is goed om eerst het belang van begrijpend lezen te onderstrepen, en daarmee ook het belang van dagelijks 30-45 minuten lezen van een leesboek. Ik schrijf nadrukkelijk leesboek, omdat het lezen van een stripboek als Donald Duck geen zoden aan de dijk zet. Donald Duck, hoe leuk ook, helpt 0,0 om meer grip te krijgen op teksten die een leerling in groep 8 moet beheersen (of groep 5, 6 en 7). Natuurlijk mag een kind de Donald Duck lezen, heb ik vroeger ook gedaan, maar als aanvulling en niet als vervanging. Boeken van o.a. (niet uitsluitend) Paul van Loon, Annie M.G. Schmidt, Carry Slee, Roald Dahl en Thea Beckman zijn niet alleen leuk, maar ook leerzaam en spannend. De vuistregel die gehanteerd kan worden bij het kiezen van het juiste boek is hoe minder plaatjes, hoe kleiner de letters des te beter. De serie ‘Het leven van loser’, wat veel kinderen lezen, zou ik persoonlijk niet aanraden. Dit geldt ook voor vergelijkbare boeken die meer iets hebben van een stripboek dan een leesboek, zoals de serie Niek de Groot.
Dagelijks 30-45 minuten lezen is essentieel voor de ontwikkeling van een kind. Goed voorbeeld doet goed volgen, is een bekend Nederlands spreekwoord. De ervaring leert dat biculturele Nederlanders onvoldoende lezen, zowel de ouders als de kinderen. Op de vraag ‘Leest uw kind en/of u af en toe een boek?’ is steevast het antwoord dat ik krijg ‘Nee’. Lezen is belangrijk om verschillende redenen; het vergroot de woordenschat, kinderen zien hoe woorden geschreven worden (bevordert spelling) en het vergemakkelijkt het begrijpen van verhaalsommen/redactiesommen bij rekenen. En wie kent de notoire fouten als ‘die meisje’ of ‘die glas’ niet? Iedereen maakt ze, jong en oud. Door veel te lezen herken je wanneer de lidwoorden de en het en aanwijzende voornaamwoorden als dit, dat, die en deze moet gebruiken. Ook later blijft begrijpend lezen essentieel in het leven van een kind. Of het nou middelbare schoolvakken betreft als Nederlands, geschiedenis, aardrijkskunde of brieven van de overheden, de betreffende vaardigheden moet je hebben. Mijn devies is dan ook: ‘je bent nooit te oud om te lezen’.
De 5 gouden tips voor meer grip op teksten
Na het bovenstaande pleidooi om kinderen en ouders aan het lezen te krijgen en de liefde voor lezen te laten bloeien, ga ik hieronder in op de 5 gouden tips voor begrijpend lezen. Deze gouden tips zijn bedacht om leerlingen het zo gemakkelijk mogelijk te maken. Het adequaat en consequent gebruik van de onderstaande tips zorgt ervoor dat kinderen groeien met begrijpend lezen, is mijn ervaring. Ze bewijzen dan ook al vele jaren hun meerwaarde.
- Kijk goed naar de titel, plaatjes en vetgedrukte woorden voor belangrijke informatie
De titel, plaatjes en vetgedrukte woorden geven belangrijke informatie waar de tekst over gaat. Zeker bij korte teksten met de opdracht ‘Waar zal de rest van de tekst over gaan?’, is dit erg belangrijk. - Lees de tekst en de vragen twee keer goed door
Vaak is één keer lezen onvoldoende om de tekst goed te begrijpen. Probeer de tekst twee keer te lezen om er grip op te krijgen. Ook is het belangrijk om de vragen meermaals te lezen om te begrijpen wat je moet doen. Mijn ervaring is dat sommige leerlingen te snel en te gehaast, en vaak ongeïnteresseerd, door een tekst heen gaan. Neem je tijd en houd een goed tempo aan bij het maken van de opdrachten. - Maak gebruik van de vuistregel ‘ twee regels ervoor en twee regels erna lezen’
Deze vuistregel is essentieel en effectief. Veel vragen hebben betrekking op een regel of meerdere regels. Als er staat ‘Lees regel 10 daar staat …’, dan moet je niet alleen regel 10 lezen. Het antwoord staat daar niet. Je moet lezen van regel 8 tot en met 12, vaak staat daar wel het antwoord. Als er staat ‘Lees regel 22 tot 26’, dan moet je regel 20 tot en met 28 lezen. - Als er geen regelnummer in de vraag staat, bepaal eerst wat de belangrijkste woorden in de vraag zijn en zoek deze terug in de tekst
Bij sommige vragen staat er geen regelnummer, er staat dus niet lees regel 5 van de tekst of iets dergelijks. Je moet dan kijken wat de belangrijkste woorden in de vraag zijn en deze terugzoeken in de tekst. Tip: zelfstandig naamwoorden in een vraagzin zijn het belangrijkst.
Voorbeeldvraag: Waarom heeft Floris zijn vliegtuig naar Londen gemist? De vraag begint niet met lees regel huppelepup. Je moet dus de belangrijkste woorden van de vraag bepalen en deze terugzoeken in de tekst. De belangrijkste woorden in deze vraag zijn: Floris, vliegtuig, Londen en gemist. Zoek deze terug in de tekst en dan vind je het antwoord.
- Gatentekst: gebruik de vuistregel ‘ twee regels ervoor en twee regels erna lezen’
Sommige teksten hebben lege plekken en dan is de vraag wat past er best op de lege plek. De wijze waarop je het kan aanpakken is als volgt:
- Lees eerst twee regels voor de lege plek en twee regels na de lege plek. Zo heb je meer informatie en context en kun je beter bepalen wat het beste antwoord is.
- Plak antwoord A op de lege plek en lees nog steeds twee regels ervoor en twee regels erna. Doe dit ook voor antwoord B, antwoord C en antwoord D. Bepaal tenslotte het beste antwoord.
- Let op: bij de vraag ‘wat past het best…’ zijn meerdere antwoorden mogelijk, maar één is beter dan de rest! Ga dus eerste alle antwoorden langs, alvorens het beste antwoord te kiezen.
Bonus: belangrijke signaalwoorden
Een alinea: een stuk tekst dat over iets anders gaat. Je herkent een alinea doordat er een stukje wit/ spatie zit tussen stukjes tekst.
Dubbelop: twee woorden die naast elkaar staan en exact of ongeveer hetzelfde betekenen. Dit mag niet in de Nederlandse taal. Voorbeeld: hij is ongeveer plusminus 13 jaar. De woorden ongeveer en plusminus betekenen hetzelfde en zijn dus dubbelop. Eén van de twee moet weg.
Overbodig: betekent niet nodig. Soms staat er een stukje in de tekst dat niets met de rest van tekst te maken heeft. Dat maakt het overbodig (niet nodig).
Etikettering
Het Nederlands onderwijssysteem bevindt zich in een abominabele toestand. Het lerarentekort wordt op korte termijn niet opgelost, kinderen kunnen steeds minder goed rekenen en begrijpend lezen. De klassen zitten overvol, leerlingen krijgen niet de juiste aandacht om te bloeien en te groeien. Lessen vallen uit omdat er geen docenten zijn. Nederland verkwanselt zo haar meest waardevolle bezit; zij die het land moeten opstuwen in de vaart der volkeren. Ik durf de stelling aan te gaan dat het ‘falen van leerlingen’ meer te wijten is aan de onderwijsinstituties dan aan het betreffende kind zelf. In mijn praktijk zie ik dat kinderen die het etiket ‘laag niveau’, ‘BASIS-kind’ of ‘KADER-kind’ hebben gekregen zich echt wel kunnen ontwikkelen en soms meerdere niveaus groeien.
Etikettering, daar zijn we goed in als Nederland. We zijn bijna nergens meer goed in , maar in etikettering daar blinken we in uit. Zeker de afgelopen 25 jaar heeft dit een enorme vlucht genomen. Het is lekker makkelijk, we hoeven er niet bij na te denken. Etikettering zien we niet alleen binnen het onderwijs, maar breder in de samenleving, politiek en media.
@meesterNajib
* De weergegeven standpunten en meningen in dit opiniestuk weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs die van Stichting as-Soennah