Eén van de ergste dingen die men kan overkomen, is te denken goed bezig te zijn met alle goede daden die men verricht. En vervolgens op de Dag des Oordeels ziet dat al deze daden weggevaagd worden. Op de Dag des Oordeels ziet men in een luchtspiegeling al het mooie dat hij heeft verricht, wilt er naartoe gaan, maar ziet vervolgens alles verdwijnen in het niet.
Er zijn redenen dat dit gebeurt. De geleerden hebben deze redenen in twee categorieën opgedeeld:
- Alle daden zijn in hun geheel vernietigd (door Riyaa’, Bidʿah, Koefr, Shirk, Riddah);
- Alleen de beloningen van de daden zijn vernietigd.
Het is dan ook belangrijk dat de moslims deze vernietigers kennen en zich ervoor hoeden.
Riyaa’
Riyaa’ is één van de meest voorkomende. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Wat ik het meest voor mijn gemeenschap vrees, is de kleine Shirk.” Waarop de metgezellen hem vroegen: “En wat is deze, o Boodschapper van Allah?” Waarop de Profeet antwoordde: “Ar-Riyaa’.”
(Ahmad)
Allah zegt in de Koran (interpretatie van de betekenis):
“Waarlijk, Allah vergeeft niet dat er deelgenoten aan Hem worden toegekend, maar daarbuiten vergeeft Hij (alles aan) wie Hij wil.”
(Soerat an-Nisaa’: 48)
Iemand kan bijvoorbeeld zijn aanbiddingen of zittingen mooi maken omwille van de mensen, zodat zij hem zullen prijzen. Er zijn er onder de moslims mensen die juist als een van de eersten de Hel in worden geworpen. Dat zijn de Moedjaahid (martelaar), de ʿAalim (geleerde) en de Moenfiq (de uitgever). Hun zal op de Dag des Oordeels worden gevraagd: “Wat heb je gedaan?” Deze persoon zal zijn desbetreffende daad opnoemen, waarop tegen hem wordt gezegd: “Jij liegt! Werp hem in het Vuur!” Waarop hij in het Vuur geworpen wordt.
De reden dat hun woorden bestempeld worden als leugen, is omdat hun daad vermengd is met een intentie anders dan voor Allah. Ikhlaas (zuivere toewijding aan Allah) ontbreekt dus.
Bidʿah
Het tweede gevaar dat loert, is Bidʿah. Dit zijn daden van aanbidding die niet door de Profeet gedaan of opgedragen zijn, en kennen dus geen oorsprong in de religie. Deze daden zullen daarom verworpen worden. Immers, iemand die dit soort daden bezigt, hecht ofwel geen waarde aan zijn Shahaadah (geloofsgetuigenis), of zijn Shahaadah is ongeldig geworden. De getuigenis houdt namelijk in dat hij verklaart dat Mohammed de Boodschapper en Dienaar is va Allah. Conformeer je je niet aan de Boodschap van Mohammed (vrede zij met hem)?
Heeft hij (vrede zij met hem) niet gezegd: “Wie een daad verricht die niet overeenstemt met onze zaak (de Islam), het zal verworpen worden.”
(Moeslim)
En in een andere overlevering: “Wie iets toevoegt aan deze zaak van ons wat hiertoe niet behoort, het zal verworpen worden.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
En Allah zegt in de Koran (interpretatie van de betekenis):
“Vandaag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt en heb Ik Mijn gunst voor jullie volledig gemaakt en heb Ik de Islam voor jullie als godsdienst gekozen.”
(Soerat al-Maa’idah: 3)
“Maar nee, bij jouw Heer! Zij zullen niet geloven totdat zij jou (o Mohammed) tussen hen laten oordelen over hun geschillen, en vervolgens geen enkele vorm van weerstand in zichzelf ondervinden tegen datgene wat jij oordeelt en zij zich (daaraan) volledig overgeven.”
(Soerat an-Nisaa’: 65)
Een daad van aanbidding dient dus naast Ikhlaas ook al-Moetaabaʿah in zich te hebben, oftewel het volgen van het voorbeeld van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem).
Al-Mann
Wat de beloning van de daden vernietigt, is onder andere al-Mann. Oftewel, het praten over je goede daden. Dit kan door Riyaa’ ingegeven zijn, maar hoeft niet perse. Het effect dat al-Mann heeft op je daden, is als het planten op steen: je kunt er aarde op doen en het bewateren, maar er zal niets uit ontspruiten.
Je stem verheffen boven die van de Profeet
Wat ook de daden vernietigt, is het verheffen van je stem boven die van de Profeet. In de tijd van de Profeet gold het ook letterlijk, nu geldt het met name door je eigen verstand of begeerten voor te trekken op datgene waarmee de Profeet gekomen is. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, verhef jullie stemmen niet boven de stem van de Profeet, en spreek niet hardop opdat jullie daden niet verloren zullen gaan terwijl jullie (het) niet beseffen.”
(Soerat al-Hoedjoeraat: 2)
Het ʿAsr-gebed overslaan
Er zijn verschillende overleveringen die hierover spreken: “Wie het ʿAsr-gebed opzettelijk of uit luiheid laat, zijn daden zullen vernietigd raken.” Dit geldt net zo goed voor de overige gebeden en ze allemaal aan het einde van de dag bidt. Al jouw (goede) daden zullen vernietigd zijn en niet tellen. ʿAsr is namelijk het laatste gebed van de dag. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Waak over de gebeden en (in het bijzonder) over het middelste gebed. En sta in gehoorzaamheid voor Allah.”
(Soerat al-Baqarah: 238)
Team al-Yaqeen
(Samengevatte vertaling van de vrijdagpreek van Sheikh Ahmed Talib
6 oktober 2017, moskee as-Soennah)