In de Ramadan zijn er daden die vreugde en voldoening brengen. De Profeet (vrede zij met hem) legde uit dat het vasten in de Ramadan behoort tot de verborgen daden van aanbidding. Hierom heeft Allah gezegd (in een Hadieth Qoedsie): “Behalve het vasten, dat is voor Mij en Ik geef er beloning voor.”
(al-Boekhaarie, Moeslim, an-Nasaa’ie, at-Tirmidhie, Ibn Maadjah en Ahmad)
Dit betekent dat als een individu in de Ramadan vast, de oprechte intentie tot uiting komt. En het behoort tot de grootste verborgen daden van aanbidding. Niemand ziet wat een individu doet. Zo geldt het ook voor de andere daden van aanbidding die er wat betreft verborgenheid op lijken.
En in deze daden van aanbidding, die behoren tot de verbogen daden van aanbidding, ligt een enorme hoeveelheid vreugde en voldoening. Zo is dit ook het geval met kennis. In kennis schuilt nabijheid van Allah, de Majestueuze en Verhevene. En er is vreugde in het vertrouwelijk met Hem converseren tijdens daden van aanbidding.
Daarom zie je dat als een geleerde een vers uit het Boek van Allah, de Majestueuze en Almachtige reciteert of voor Hem staat, hij een grote mate van intimiteit hierin vindt. En de reden hiervan is datgene dat zich in het hart heeft gevestigd aan kennis van Allah, de Majestueuze en Verhevene en Zijn regels.
Sheikh ʿAbd us-Salaam as-Shoewayʿir
(uitgetikt audiofragment)