De verliezers in de Ramadan

35110

In de naam van Allah de Barmhartige en de Genadevolle. En alle lof zij Degene Die vanwege Zijn Gunst de weldoeners succesvol heeft gemaakt. En vrede en zegeningen zij met Mohammed, de beste der schepselen.

De maand ramadan is naast een maand van leiding, vergeving en genade voor de mensen ook een maand van de verliezers. Zo zegt de Profeet (vrede zij met hem): Moge de neus door het stof gehaald worden van degene die (de maand) Ramadan meemaakt en voor wie deze eindigt zonder dat zijn zonden hem vergeven worden.”
(at-Tirmidhi en correct bevonden door al-Albaanie)
Ook zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Er is voor de moslims geen maand die beter is dan (de maand) Ramadan. En er is voor de hypocrieten geen maand die slechter is dan (de maand) Ramadan. Dit omdat de gelovigen zich daarin klaarmaken om op kracht te komen voor de aanbidding. En omdat de hypocrieten zich daarin storten op de achteloosheid en het privéleven van mensen. Het (de maand Ramadan) is voor de gelovige een profijt en voor de zondaar een last.”
(Ahmad en correct bevonden door Ahmed Shakir)
De verliezers in de maand Ramadan zijn:
  1. Degene die niet vasten uit geloof en niet rekenen op de beloning van hun Heer. Zij vasten slechts om gezien te worden of omdat het bij hen een gewoonte is. Zo zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Wie in (de maand) Ramadan vast uit geloof en rekenend (op de beloning van Allah), al zijn voorgaande zonden zullen hem vergeven worden.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
Uitgaande van het bovenstaande kunnen we dus concluderen dat degene die niet vast uit geloof en rekenend op de beloning van Allah, niet vergeven zal worden voor zijn voorgaande zonden. En als een persoon niet wordt vergeven in de maand Ramadan, wanneer dan wel?
  1. Zij die het nachtgebed niet verrichten uit nalatigheid en luiheid. Ook zij lopen in de maand Ramadan de kans op niet vergeven te worden voor hun zonden. De Profeet (vrede zij met hem) zegt immers: “Wie (de maand) Ramadan bidt uit geloof en rekenend op de beloning van Allah, al zijn voorgaande zonden zullen hem vergeven worden.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
  1. Zij die slecht gedrag vertonen en hun vasten weerhoudt hen niet van het begaan van zonden, daarover zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Wie leugens en vulgaire taal en het handelen ernaar niet laat, hoeft van Allah ook zijn eten en drinken niet te laten.”
(al-Boekhaari)
  1. Zij die hun tijd in deze gezegende maand besteden aan slapen, achteloosheid, tv kijken, muziek luisteren en nog meer van datgene wat de Heer der werelden verafschuwt, daarover zegt de Profeet (vrede zij met hem) ook: “Hoeveel van de vastenden hebben van het vasten slechts het aandeel van honger en dorst?”
(Ahmad, Ibn Maadjah)
  1. Zij die de vijf verplichte gebeden en het vrijdaggebed niet nakomen, daarover zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“Maar na hen volgden andere generaties, die de Salaat achterwege lieten en de begeerten volgden. Daarom zullen zij verlies tegemoet zien.”
(Soerat Maryam: 59)
  1. Zij die hun vasten opzettelijk bederven door zaken zoals het hebben van geslachtsgemeenschap, eten, drinken, masturbatie, leugens, roddel, achterklap, afgunst, beledigen, spotten en andere van dit soort zaken.
  1. Zij die hun best doen in het begin van de Ramadan en de intentie nemen om berouw te tonen en standvastig te blijven, maar al gauw vervallen de aspiraties en keren zij terug om zo weer het leven van nutteloosheid en leed te leiden.
  1. Zij die deze maand niet gebruiken om een nieuw begin te maken wat betreft het lezen en overpeinzen van het Boek van Allah. Zo zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“Denken zij niet na over de koran? Er zijn zelfs sloten op hun harten.”
(Soerat Mohammed: 24)
  1. Zij die hebberig zijn over hun bezittingen en dit niet uitgeven op het Pad van Allah. Zij voeden de behoeftigen niet, geven de vastenden niks om hun vasten te verbreken, kleden degenen niet die zonder kleren zitten en zijn verder nergens betrokken bij het goede. Zo zegt Allah, de Verhevene, (interpretatie van de betekenis):
“Weet dat jullie degenen zijn die opgeroepen worden om bijdragen te geven op de Weg van Allah. En onder jullie zijn er die gierig zijn, en wie gierig is: voorwaar, hij is slechts gierig ten nadele van zichzelf. En Allah is de Behoefteloze, terwijl jullie de behoeftigen zijn.”
(Soerat Mohammed: 38)
De voorgenoemde zaken beperken zich niet tot de maand Ramadan. De moslim dient zich te allen tijde voorbeeldig te gedragen en de daden te verrichten die hem nader tot zijn Heer brengen. Wel kan de maand Ramadan als een nieuw begin worden gezien en een opzet naar een verbeterd leven.