De geleerde Ibn Hadjar (moge Allah genadig met hem zijn) schrijft in zijn welbekende boekwerk “Fath ul-Baarie” bij het hoofdstuk ‘Het vervroegen van de Iftaar’ uit Sahieh al-Boekhari: “Tot de verwerpelijke innovaties (Bidʿah) die in deze tijd zijn geïntroduceerd behoort het te vroeg laten luiden van de tweede Adhaan, namelijk ongeveer twintig minuten vóór de dageraad in de maand Ramadan. En daarnaast ook het uitschakelen van de lichten. Dit diende als signaal dat het (vanaf dat moment) voor degenen die wilden vasten verboden was te eten en te drinken.
Degenen die deze innovatie introduceerden beweerden dat dit een voorzorgsmaatregel was voor deze aanbidding (van het vasten). Echter waren slechts weinigen van het volk hiervan op de hoogte. Dit leidde er uiteindelijk toe dat zij de Adhaan (van het aanbreken van het Maghrib-gebed) pas na zonsondergang lieten horen (uit voorzorg zodat ze zeker waren van het aanbreken ervan). Zij stelden het tijdstip van Iftaar uit waardoor deze later plaatsvond, terwijl de Soehoer vervroegd werd. Dit was een afwijking van de Soennah. En leidde tot een afname van het goede en een toename van het slechte onder hen.”
Al-Haafidh ibn Hadjar al-ʿAsqalaanie
(Fath ul-Baarie)