Met een warm onthaal ontvangen wij de maand van het vasten, overpeinzing en bezinning.
Van harte heten wij de maand welkom waarvan geen tweede bestaat.
Verheugd zijn wij met de komst van de maand van het nachtgebed.
De maand die het heelal van blijdschap doet stralen.
Hoeveel buigen niet uit ootmoed voor hun Heer.
En hoeveel prosterneren en wenen niet tranen met tuiten.
Wedijvert en haast jullie dan ook in deze maand.
Naar blijdschap en weergaloze goedheden.
Vult zijn nachten met gedenkingen.
En bekomt de nacht van de Voorbeschikking welke waardevoller is dan welke tijd dan ook.
Daarin dalen de Engelen van de hemel neer tot aan het krieken van de morgen.
Deze gelegenheid is één uit duizenden.