Afwijkingen in het credo – deel 2

6181

Een korte samenvatting

Ibn ul-Qayyim zei: “De innovatie van de Qadariyyah begon aan het einde van de periode van de metgezellen. Zij die dus nog leefden aan het einde van de periode van de metgezellen. De overgebleven metgezellen van die tijd, zoals cAbdoellaah ibnoe cOmar, Ibnoe cAbbaas en anderen, verwierpen en weerlegden hen. Na de periode van de metgezellen ontstond vervolgens de innovatie van de Moerdji’ah. Het waren dus voornamelijk de grote Tabicoen die hiermee geconfronteerd werden en dit weerlegd hebben. En na het overlijden van de Tabicoen, kwam de innovatie van de Djahmiyyah5. Het kwaad dat zich hierdoor verspreidde was enorm en verontrustend.

En de zaak werd ernstiger gedurende het tijdperk van de Imams, zoals Imam Ahmad en degenen die met hem waren. De innovatie van Hoeloel (reïncarnatie) ontstond daarna in de tijd van al-Hallaadj.

Elke keer wanneer de Shaytaan dus met één van deze innovaties kwam, of een andere soort, zorgde Allah ervoor dat van Zijn Kant een leger opkwam dat het weerlegde en de moslims hiervoor waarschuwde. Dit alles in het belang van de oprechtheid en omwille van het oprechte advies van Allah, Zijn Boek, Zijn Boodschapper en de mensen van de Islam.”

(Tahdhieb Soenan Aboe Daawoed, boekdeel 7, blz. 61)

Samenstelling van de cAqiedah

Al-Haafidh Ibnoe Hadjr zei: “Van datgene wat zich heeft voorgedaan was: De verzameling van de Ahadieth (overleveringen), vervolgens de Tafsier (exegese), daarna de samenstelling van de vraagstukken van Fiqh (jurisprudentie) die afgeleid is van oprechte meningen, en vervolgens de samenstelling van de zaken die gerelateerd waren aan de daden van het hart.

De eerste zaak werd verworpen door cOmar, Aboe Moesa en een aantal anderen. Echter stond de meerderheid dit toe. Wat betreft de tweede zaak, deze werd verworpen door een groep van de Tabicoen, zoals Imam ash-Shacbie en een kleine groep. En de bezwaren van Imam Ahmed hierover waren erg sterk.

Ook het samenstellen van Oesoel ud-Dien (fundamenten van het geloof) heeft plaatsgevonden. Sommigen begonnen met het bevestigen van de Eigenschappen van Allah, terwijl anderen het ontkenden. De eerste groep maakte zich schuldig aan Tashbieh (het vergelijken van Allah met de schepping), terwijl de tweede groep zich schuldig maakte aan Tactiel (het ontkennen van de Eigenschappen van Allah).

De verwerping hiervan door de Salaf, waaronder Aboe Haniefah, Aboe Yoesoef en ash-Shaaficie, en hun uitspraken met betrekking tot het censureren van de mensen van al-Kalaam (filosofie, spraak en theologie), is algemeen bekend. De reden waarom zij waren voor deze censuur, is omdat de mensen van al-Kalaam spraken over zaken waar zowel de Profeet (vrede zij met hem) als de metgezellen over zwegen.

Er is verhaald door Imam Maalik dat er in de tijd van de Profeet (vrede zij met hem), noch in de tijd van Aboe Bakr of cOmar iets bekend was over dergelijk verlangens. En hiermee worden de innovaties bedoeld van de Khawaaridj, Rawaafid en de Qadariyyah. Degenen die na de eerste drie voortreffelijke generaties kwamen, breidden kwesties uit die de Imams van de Tabicoen en degenen die hen volgden verwierpen.

De mensen van al-Kalaam waren niet tevreden met zichzelf, totdat zij het geloof vulden met vraagstukken en uitspraken van de filosofen. Zij maakten deze filosofie als basis en als fundamentele principe waar alles naartoe gerefereerd moest worden. En alle overleveringen (van de Profeet, zijn metgezellen en de Salaf die hen volgden) die deze zaken verwierpen, werden door hen als vals geïnterpreteerd (Ta’wiel). Ook al viel het resultaat hen tegen.

En alleen hiermee waren zij ook niet tevreden. Zij beweerden namelijk dat wat zij hadden samengesteld, de nobelste tak van kennis was en dat dit het meest verdienstelijke was om te kunnen verwerven. Ook claimden zij dat degenen die hier geen gebruik van maakten, behoorden tot de leken en onwetenden.

Verheugd zijn dus degenen die zich vastklampen aan datgene waar de Salaf zich op bevonden, en afstand nemen van de innovaties die de Khalaf introduceerden (de generaties na de Salaf die de cAqiedah en de Manhadj van de Salaf verwierpen). Als iemand hier echter niet van uit de buurt kan blijven, laat hem dan alleen nemen van datgene wat hij nodig heeft en laat de weg van de Salaf zijn beoogde doel zijn.”

(Fath ul-Baarie, boekdeel 13, blz. 253)

Sheikh Mohammed Ibnoe Saalih al-cOethaymien (Taqrieb ut-Tadmoeriyyah, blz. 7-14)

<<< Vorig deel

(5) De Djahmiyyah zijn de aanhangers van Djahm ibn Safwaan die de vreselijke innovatie van Tactiel (ontkennen van de Eigenschappen van Allah) losliet op deze Oemmah. Dit deden zij direct of door de betekenis van de Hand van Allah te verdraaien naar: Zijn Macht en Vrijgevigheid. Zij ontkennen ook dat Allah boven de schepping is en boven Zijn Troon is Verheven. Ook geloofden zij dat het Paradijs en het Hellevuur niet voor eeuwig zijn (Zie: ar-Radd calal-Djahmiyyah door Imam Ahmad, en ook ad-Daarimie en al-Ibaanah, blz. 141 van cAboel-Hasan al-Ashcarie).