Zijn vriendin noemde het een ‘atoombom’. En hoe je het ook wendt of keert, áls de theorie waar is, dan is het inderdaad spectaculair. Geschiedenisstudent Thijs Voskuilen schreef zijn eindscriptie over een bijzonder onderwerp: wat als Paulus — een van de grondleggers van het christelijk geloof — niet serieus gelovig was. Wát als hij zijn ideeën verspreidde in dienst van de Romeinse overheersers? Christien Boomsma
Een beetje plotseling was het wel. Daar was Saulus van Tarsus, ex-tentenmaker voor het Romeinse leger en vervolger van de vroege christenen, op weg naar Damascus om nóg meer christenen te vervolgen. En ineens ziet hij — letterlijk — het licht. Een stem uit de hemel zegt “Saul, Saul, waarom vervolgt gij mij?” Paulus antwoordt: “Wie zijt gij, Here?” Jezus zegt: “Ik ben Jezus, dien gij vervolgt. Maar sta op, ga de stad binnen en daar zal u gezegd worden wat gij moet doen.” Saulus gaat om. Hij reist door naar Damascus, verandert zijn naam in ‘Paulus’ en sluit zich aan bij de volgelingen van Jezus. Voortaan is hij een voorvechter van het christelijk geloof. Hij reist het hele land door en predikt over Jezus als de zoon van God en de beloofde Messias. Maar geschiedenisstudent Thijs Voskuilen gelooft er niets van. Hij vindt het bijzonder onwaarschijnlijk dat iemand zo gemakkelijk, zo’n radicale verandering zou ondergaan. En, zegt hij, de vroege christenen vertrouwden Paulus ook niet. Zij beschuldigden hem ervan dat hij de woorden van Jezus — die hij zelf nooit gekend had — verdraaide en wilden hem zelfs vermoorden. Zijn prediking veroorzaakte zoveel onrust dat Paulus uiteindelijk moest vluchten. Als Romeins staatsburger (!) werd hij naar Rome gebracht om als oproerkraaier berecht te worden. Van dat proces is nooit iets gebleken, maar ondertussen schreef hij brieven aan verschillende gemeentes van vroege christenen.
Duivel
Die brieven zijn van essentieel belang voor het christelijke gedachtengoed. Maar wat als Paulus het allemaal niet meende? Als de brieven enkel bedoeld waren om verwarring te zaaien of het geloof in aanvaardbare banen te leiden. Want het christelijk geloof van Paulus kwam de Romeinen wel heel goed uit: hij predikte onderdanigheid aan het Romeins gezag; drukte mensen op het hart om hun belastingen te betalen. En de beloofde Messias — de man waarvan de joden geloofden dat hij hen zou bevrijden van de Romeinse overheersing — die Messias wás al gekomen, zei Paulus. En dood. Díe Messias vertelde dat zijn rijk niet van deze wereld zou zijn, maar van de volgende. En dat kwam de Romeinen wel zo goed uit. Voskuilen ontwikkelde een andere visie. “In 1999 had ik net een roman geschreven”, vertelt hij. “Ik werkte aan idee voor een volgend boek: over de dood van Jezus als de wil van de duivel. Het was een gedachtenoefening, de vrijheid van de schrijver. Ik draaide alles om.” Zo bedacht hij dat de Romeinen de ideeën van Jezus hadden vervormd om in hun straatje te passen. Maar de gedachtenoefening kwam hem ineens bijzonder plausibel voor. “Denk eens na”, zegt Voskuilen. “Jezus werd ter dood gebracht omdat de Romeinen hem als een bedreiging zagen. Hij werd vervolgd en zijn volgelingen na zijn dood ook. Maar de christelijke religie is bijzonder Romein-vriendelijk. De Jezus uit de evangeliën predikt gehoorzaamheid aan het gezag, betaling van belastingen. Als iemand je slaat, keer hem de andere wang toe. Waarom zouden de Romeinen daar problemen mee hebben?”
Film
De gedachte bleef hangen. Zou het zo hebben kúnnen gaan. Toen bedacht Voskuilen dat Paulus wel eens de sleutelfiguur zou kunnen zijn. Want eigenlijk weten we maar heel weinig over hem. De informatie die we hebben is heel summier en afkomstig van Paulus zélf. En die summiere informatie roept vragen op. Waarom vertrouwden de joodse christenen Paulus niet? Waarom zijn de Handelingen zo uitgebreid over de reis van Paulus naar Rome, maar wordt er niets over de afloop van het proces vertelt? Hoe is het mogelijk dat Paulus als gevangene al die brieven kon schrijven? Voskuilen denkt dat Paulus nooit echt bekeerd is, toen op de weg naar Damascus. Dat hij in dienst was én bleef van de Romeinen en als geheim agent infiltreerde in de gemeente van de vroege christenen. Vanuit de ‘inside’ probeerde hij de beweging te leren kennen en tegelijk verdeeldheid te zaaien. En terwijl de joodse christenen ruzieden — zij beschuldigden Paulus ervan de woorden van Jezus te verdraaien — zette de voormalige christenvervolger een vervormde religie op poten. Een godsdienst van volgzaamheid en belastingbetalers. Maar niet de godsdienst die Jezus had gepredikt. De geschiedenisstudent werkte zijn gedachten op verschillende manieren uit. Hij schreef er een kort verhaal over; hij schreef een filmscript met de titel ‘The last gospel’, waarin Jezus wordt neergezet als leider van een bende opstandelingen die zich verzet tegen het Romeinse gezag. En hij werkte zijn theorie uit tot een scriptie. “Het bleek dat niemand anders op deze manier tegen Paulus aan had gekeken.” En verschillende experts — onder ander een hoogleraar uit Leiden — vertelden hem dat het in principe mogelijk was. Het script gebruikte hij in zijn eindscriptie, náást het script voor een talkshow, waarin een voorstander van de Paulus-theorie wordt geplaatst tegenover een ‘orthodoxe’ deskundige op gebied van het vroege christendom. De talkshow bleek een goede vorm om de argumenten voor en tegen een podium te bieden. Prof.dr. Frank Ankersmit begeleidde het geheel vanwege de controversiële vorm. Prof.dr. Jan Bremmer fungeerde als expert op gebied van het vroege christendom.
Spion
Voskuilen biedt verklaringen voor de vreemde elementen in de brieven en het leven van Paulus. “Hij doet in een van zijn brieven de groeten van ‘iedereen in Caesars huishouding’. Men zegt dat dat mogelijk christelijke slaven waren, maar die gedachte is eigenlijk nergens op gebaseerd. Als hij in dienst van de Romeinen was, is zo’n opmerking niet vreemd.” Paulus wordt als Romeins staatsburger afgevoerd naar Rome. Tientallen soldaten begeleiden hem. Het is vreemd dat zoiets gebeurt met een gewone jood die rellen veroorzaakt. Maar voor een Romeinse spion is het minder opzienbarend. En dan is er nog de opmerking aan het slot van de brief aan de Romeinen. Ene Tertius, die plotseling opduikt als schrijver, doet de groeten van Erastus, de ‘stadsrentmeester’. “De term die voor deze functie werd gebruikt, hoort bij een lid van de ‘frumentarii’. En dat blijkt een soort van geheime politie uit de Romeinse tijd te zijn.” Mocht iemand nog willen tegenwerpen dat de evangeliën de Jezus-figuur van Paulus ondersteunen, dan heeft Voskuilen ook daar een antwoord op. De evangeliën zijn zo’n dertig á veertig jaar ná de dood van Christus geschreven. Niet door de apostelen, maar door anonieme mensen die hem nooit gekend hebben. Bovendien vertonen ze zoveel overeenkomsten, dat het waarschijnlijk wordt geacht dat zeker drie van de vier gekopieerd zijn van elkaar, of uit dezelfde bron. Bovendien worden de evangeliën door verscheidene historici, waaronder de Groningse hoogleraar Wes, al langer beschouwd als historisch onbetrouwbare propagandageschriften waarin de schrijvers hun uiterste best deden om de joden in plaats van de Romeinen de verantwoordelijkheid te geven van de kruisiging van Jezus. Voor Voskuilen is het verhaal rond. Hij kan Paulus niet anders meer zien dan als een Romeinse spion. “Dat doet overigens niets af aan de religieuze waarden van het christendom”, benadrukt hij. “Alleen maar aan de politiek-historische context.” Hij is er echter diep van overtuigd dat hij gelijk heeft. “Het is als het kijken naar een 3D-plaatjes”, stelt hij. “Als je het beeld erin één keer gezien hebt, kun je het niet meer níet zien.”
Reageren? Mail naar uk@bureau.rug.nl
De eindscriptie van Thijs Voskuilen, die bestond uit een filmscript, een uitgeschreven talkshow en een wetenschappelijke verantwoording, werd begeleid door de historicus Frank Ankersmit en de theoloog Jan Bremmer. Hij kreeg er een negen voor. Ankersmit noemt het werk van Voskuilen “voortreffelijk, een zeer interessante gedachtengang en goed geschreven. Natuurlijk is er wel het een en ander af te dingen. Ikzelf ben meer geneigd om te denken dat Paulus misschien begonnen is als een Romeinse spion, maar dat hij gaandeweg in zijn eigen woorden is gaan geloven. De brieven van Paulus hebben toch een element van authenticiteit. Maar het is goed mogelijk dat het inderdaad zo begonnen is.” Ankersmit benadrukt dat Voskuilen de weinige bekende gegevens over Paulus op een nieuwe manier combineert. De orthodoxe methode, waarin Paulus een oprechte grondlegger van het christendom is, laat gaten vallen. “De theorie van Voskuilen laat mogelijk andere gaten, maar die problemen zijn mogelijk minder groot.” Jan Bremmer laat zich iets minder meeslepen. “Ik zelf zie de scriptie meer als een experiment in het schrijven van geschiedenis dan als een verslag van een ‘echt gebeurde’ Romeinse undercoveroperatie”, zegt hij. Maar, ook Bremmer houdt de theorie niet voor onmogelijk.