Samenvatting van de regels van de vasten (deel 4)

20765

Vermeldenswaardige zaken

1 De vastende moet zijn vasten puur uit godsvrucht verrichten al strevende naar de beloning van Allah daarvoor.

2 Het kan zo zijn dat de vastende toevallig gewond raakt, braakt of dat er bij hem water of benzine buiten zijn macht via zijn keel naar binnen glipt; al deze zaken verbreken de vasten niet als ze niet met opzet geschieden.

3 Het is toegestaan voor de vastende de intentie om te vasten vast te leggen, terwijl hij nog in de staat van djanaabah verkeert, en pas na het aanbreken van de dageraad ghoesl te verrichten. Hetzelfde geldt voor de ongestelde vrouw en nufasaa’ als ze vóór het aanbreken van de dageraad rein worden.

4 Als de nufasaa’ rein wordt voordat er veertig dagen na de bevalling zijn verstreken, dient ze ghoesl te verrichten, te bidden en te vasten.

5 Het is toegestaan voor de vastende siwaak (poetsstok) aan het begin en aan het eind van de dag te gebruiken, het is zelfs soennah.

6 De vastende, maar ook anderen, moeten de verplichtingen en de geboden nakomen en de verboden vermijden en achterwege laten, opdat zij worden geaccepteerd en tot de geslaagden worden berekend [bij Allah].

7 Men dient goed gebruik te maken van zijn tijd in deze maand door goede daden te verrichten, waaronder het gebed, liefdadigheid, koranrecitatie, het gedenken van Allah, smeekbeden, vergiffenis vragen enz… Immers deze maand is een soort gaarde van aanbidding om het hart van verderf te reinigen.

8 De vastende, maar ook anderen, dienen hun ledematen te beschermen tegen de zonden, waaronder het verboden praten, kijken, luisteren, eten, drinken en lopen, opdat de vasten rein blijft en geaccepteerd wordt om uiteindelijk als vastende aanspraak te kunnen maken op de vergiffenis en de bescherming tegen het Hellevuur.

9 Het is niet toegestaan voor iemand die de vasten tijdens de maand Ramadan mag verbreken zoals de zieke en de reiziger, gebruik te maken van de bedoelde dagen om de vasten in te halen omwille van iemand anders (die overleden is).

10 Als iemand op reis gaat slechts om de vasten te mogen verbreken zijn én deze reis én het verbreken van de vasten verboden en hij is verplicht te vasten.

11 Als iemand uit vergetelheid of onwetendheid de vasten wil verbreken is het verplicht voor degene die hem ziet hem te waarschuwen en te herinneren aan de vasten, omdat dit behoort tot samenwerking omwille van het goede en godsvrucht.

12 De vasten wordt niet verbroken als een vlieg, stof of rook onopzettelijk via de keel naar binnen glipt, gezien men zich hier niet tegen kan behoeden.

13 Als iemand iets nuttigt terwijl hij twijfelt of de dageraad al aangebroken is of niet, is zijn vasten toch geldig, omdat men de nacht als uitgangpunt moet nemen, maar als iemand iets nuttigt terwijl hij twijfelt of de zon is ondergegaan of niet dan is zijn vasten wel verbroken, omdat men hier de dag als uitgangspunt moet nemen.

14 Het is aanbevolen om tijdens Ramadan zich vrijgeviger op te stellen en zich meer bezig te houden met het reciteren van de Koran nemende de Profeet (zegeningen van Allah en vrede zij met hem) als voorbeeld hiervoor en al strevende naar de beloning van Allah, de Verhevene.

15 Tot de zaken die een aanleiding kunnen zijn voor vergiffenis in de maand Ramadan behoren het vasten, het nachtgebed en het gebed tijdens Laylat ul-Qadr (de Nacht van de Voorbeschikking) wanneer deze worden verricht puur uit godsvrucht en strevende daarmee naar de beloning van Allah, alsmede het reciteren van de Koran, het gedenken van Allah, het smeken van Allah, het vragen van vergiffenis, het tonen van berouw tot Allah, het voeden van een vastende bij het verbreken van het vasten na zonsondergang (Iftaaros-saa’im) en het geven van sadaqah (liefdadigheid).

16 De beste liefdadigheid is die van de maand Ramadan.

17 Het is aanbevolen de in te halen dagen aaneen te vasten en zo snel mogelijk in te halen, maar het is niet verplicht.

18 Het is toegestaan om de niet gevaste lange hete dagen in te halen tijdens korte koude dagen en andersom ook.

19 Iemand voor wie het toegestaan is tijdens de maand Ramadan het vasten te verbreken (zoals een zieke en een reiziger) kan beter vasten zolang dat niet zwaar voor hem is, immers Allah zegt (betekenis): “En het is beter voor jullie om te vasten.”

20 De vasten is een morele school om het innerlijk op te voeden en het aan geduld en volharding te laten wennen.

21 De volgende karakteristieken van de laatste dagen van Ramadan zijn aan te bevelen:

a. De nacht met aanbidding en gebed doorbrengen;

b. Familieleden wakker maken om te bidden;

c. Zich onthouden van gemeenschap en zich toeleggen op aanbidding;

d. De grote wassing verrichten tussen Maghreb en Ishaa’;

e. Ictikaaf verrichten: het zich terugtrekken in de moskee om Allah te aanbidden;

22 De vasten is een “therapie” voor veel ziektes; de Profeet (vrede zij met hem) zegt: “Verricht de vasten en u zult gezond zijn.” [Overgeleverd door Ibn Soenni en Aboe Naciem en hasan verklaard door Sayyouti].

23 Het is aanbevolen om in de moskeeën, thuis en op de markten takbier te verrichten gedurende de nacht vóór het Suikerfeest (cIedoel-fitr) tot aan het gebed van al-cIied op de ochtend van al-cIed. Immers Allah, de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis): {En om de telling (van de dagen van de maand Ramadan) af te maken en Allah’s Grootheid te prijzen, vanwege de leiding die Hij jullie heeft gegeven en opdat jullie dankbaar zullen zijn}. De wijze van takbier is als volgt: Allaaho akbar Allaaho akbar laa ilaaha illal-laah, wallaaho akbar allaaho akbar walil-laahilhamd.

Specifieke zaken van de maand Ramadan

1 Het vasten van Ramadan uit godsvrucht strevende naar de beloning van Allah, de Verhevene. Dit is immers de vierde zuil van de Islam;

2 Het verrichten van het nachtgebed uit godsvrucht strevende naar de beloning van Allah, de Verhevene, hetzij door taraawieh-gebed hetzij door tahadjud in de laatste tien dagen van Ramadan.

3 De Koran is in deze maand nedergezonden {…als Leiding voor de mensheid en als Bewijsteken van de Leiding en Onderscheiding (foerqaan)}!

4 Deze maand bevat de ‘Nacht van de Voorbeschikking’ die beter is dan duizend maanden of anders gezegd drieëntachtig jaar en vier maanden.

5 In de maand Ramadan heeft de veldslag van Badr plaatsgevonden, welke veldslag een scheidmerk was tussen de Waarheid en de valsheid, immers de Islam en moslims zegevierden en de afgodendienaren werden verslagen.

6 In de maand Ramadan werd Mekka heroverd en had Allah Zijn profeet laten zegevieren, waarna de mensen in groepen zich tot de godsdienst van Allah bekeerden.

7 In de maand Ramadan gaan de poorten van al-Djannah en Barmhartigheid open, gaan de poorten van het Hellevuur dicht en worden de satans geketend.

8 De ‘geur’ dat uit de mond van een vastende komt is beter bij Allah dan de geur van muskus.

9 De engelen vragen vergiffenis voor de vastenden totdat ze de vasten verbreken.

10 Overleveringen melden dat (de beloning van) de vrijwillige aanbidding in de maand Ramadan gelijk is aan de beloning van de verplichte aanbidding en (de beloning van) de verplichte aanbidding tijdens de maand Ramadan gelijk is aan zeventig keer (de beloning van de verplichte aanbidding) buiten Ramadan. (Overgeleverd door Ibn Khoezayma, al-Bayhaqi en anderen).

11 In de maand Ramadan daalt de Barmhartigheid neer, worden de zonden vergeven en worden de smeekbeden (doecaa’) verhoord.

12 Het begin van deze maand is Barmhartigheid, het midden ervan is vergiffenis en het einde ervan een redding uit het Hellevuur. (Hadith dacief)

13 Het is de maand van (sabr) geduld en volharding. Sabr heeft de Tuin (Djannah) als beloning.

14 De (zonden van de) vastenden worden vergeven op de laatste dag van Ramadan, omdat de verrichter van goede daden wordt beloond als hij het verrichten daarvan heeft beslecht.

Hoeveel zegeningen en heil bevat deze maand niet! wij moeten daarom deze kans nemen om ons berouwvol te keren tot Allah (de Verhevene) en goede daden te verrichten opdat wij zullen behoren tot de geslaagden en diegenen die geaccepteerd worden.

Hiermee is de vertaling van het kleine boekje van sjeikh Abdellah Jarallah Aal Jarallah, genaamd “Khoelaasatoe-lkalaami fie ahkaamis-siyyaam” ten einde gekomen. Je kunt gerust zeggen dat dit een vertaling daarvan is. De tussen haakjes geplaatste tekst heb ik bijna in alle gevallen zelf toegevoegd, verder heb ik ook alle voetnoten zelf toegevoegd. Moge Allah dit werk van mij accepteren en u daarmee bevoordelen Amien. Wassalaamoe calaikoem warahmatoellahi wabarakatoeh.