Tafsier soerat Al-Baqarah vers 51 – 59

9835

Uitleg vers 51:

وَإِذْ وَاعَدْنَا مُوسَى أَرْبَعِينَ لَيْلَةً ثُمَّ اتَّخَذْتُمُ الْعِجْلَ مِن بَعْدِهِ وَأَنتُمْ ظَالِمُونَ
“En gedenkt toen wij veertig dagen uittrokken voor Moesa (calaihissalaam). Dit was vóórdat Wij hem hadden aangesproken bij at-Toer Sinaa’, ofwel de Berg Sinai. Dit alles enkel en alleen voor jullie leiding en het verbeteren van jullie omstandigheden. Toch hebben jullie deze zaken in de wind geslagen en zijn jullie ondankbaar geweest. Jullie namen het kalf tot een god dat naast Allah aanbeden werd tijdens de afwezigheid van Moesa (calaihissalaam). Dus welk onrecht is groter dan dit onrecht dat jullie hebben begaan? Er is geen grotere overtreding te bedenken dan deze overtreding van jullie, want jullie kozen namelijk voor ongeloof en voor het aanbidden van het kalf. En jullie kozen ervoor om in de duisternissen van onwetendheid te blijven.”
Er is een groot verschil tussen de gemeenschap van Moesa (calaihissalaam) en de gemeenschap van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem). Moesa (calaihissalaam) verliet zijn gemeenschap slechts voor veertig dagen. Dit tijdsbestek was voldoende voor hen om af te dwalen en het kalf te aanbidden, terwijl de gemeenschap van Mohammed (vrede zij met hem) nu al geruime tijd haar Profeet heeft moeten missen. Desondanks dragen zij de goedheid nog steeds met zich mee. Dit zal dan ook voortduren tot aan de Dag des Oordeels!
Uitleg vers 52:
ثُمَّ عَفَوْنَا عَنكُمِ مِّن بَعْدِ ذَلِكَ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ
Ondanks deze wandaad van jullie en dit slechte gedrag, hebben Wij jullie toch vergeven en jullie zondes door de vingers gezien in de hoop dat jullie zouden terugkeren tot jullie Heer en jullie Zijn Gunsten jegens jullie zouden erkennen.
Uitleg vers 53:
وَإِذْ آتَيْنَا مُوسَى الْكِتَابَ وَالْفُرْقَانَ لَعَلَّكُمْ تَهْتَدُونَ
“En gedenkt, O kinderen van Israël, de dag waarop Wij Moesa hadden begunstigd met de Thora en hem bekend hadden gemaakt wat halaal en haraam is. Dit alles met de bedoeling om jullie tot het Rechte Pad te leiden, maar wederom gaven jullie geen gehoor en lieten jullie de bewijzen links liggen. Jullie waren ongehoorzaam jegens de Meest Barmhartige en jullie kozen voor de weg van de Satan.”
Uitleg vers 54:
وَإِذْ قَالَ مُوسَى لِقَوْمِهِ يَا قَوْمِ إِنَّكُمْ ظَلَمْتُمْ أَنفُسَكُمْ بِاتِّخَاذِكُمُ الْعِجْلَ فَتُوبُواْ إِلَى بَارِئِكُمْ فَاقْتُلُواْ أَنفُسَكُمْ ذَلِكُمْ خَيْرٌ لَّكُمْ عِندَ بَارِئِكُمْ فَتَابَ عَلَيْكُمْ إِنَّهُ هُوَ التَّوَّابُ الرَّحِيمُ
“En gedenkt de dag waarop Moesa (calaihissalaam) jullie aansprak op het aanbidden van het kalf en harde woorden jegens jullie sprak en jullie berispte voor deze daad. Vervolgens deed hij jullie een voorstel om berouw te tonen jegens Allah en terug te keren naar Zijn Geloof, want Hij is namelijk jullie Schepper, jullie Verschaffer en jullie Creator. Geen andere God bestaat er naast Hem!”
Dit berouw dat Moesa (calaihissalaam) van hen vroeg, betekende wel dat zij zichzelf moesten laten doden. De onschuldigen moesten de schuldigen doden. Dit zou voor hen namelijk reinigend werken en de sporen van zonden en verdorvenheid uitwissen. Dit zou ook gelden als bewijs voor hun oprecht berouw. Toen zij deze zaak vervulden, vergaf Allah hen hun zonden. Hij is immers de Meest Vergevensgezinde.
Degene die berouw toont na het plegen van een zonde zal geen van zijn vroegere zonden nog kwalijk worden genomen. En als men naar dit vers kijkt, dan ziet men dat het hier gaat om Geweldige Verzen, heftige beproevingen en een grote test die Banie Israiel moest doorstaan. Allah brengt deze ter herinnering.
Uitleg vers 55:
وَإِذْ قُلْتُمْ يَا مُوسَى لَن نُّؤْمِنَ لَكَ حَتَّى نَرَى اللَّهَ جَهْرَةً فَأَخَذَتْكُمُ الصَّاعِقَةُ وَأَنتُمْ تَنظُرُونَ
“En tot jullie halsstarrigheid en hardnekkigheid behoort ook het feit dat jullie Moesa (calaihissalaam) hadden gevraagd om zijn Heer aan jullie te laten zien. Jullie wilden Allah met jullie ogen aanschouwen, terwijl Allah te verheven is om gezien te worden in dit wereldse leven. Hij wordt slechts gezien in het Paradijs, want dan toont Hij Zichzelf aan Zijn rechtschapen dienaren, nadat Hij hen heeft uitgerust met de nodige sterkte om dit aan te kunnen. Dus hoe hebben jullie zo een zaak kunnen vragen? Een zaak die behoort tot het onmogelijke in dit wereldse!
Jullie hebben de Openbaring verloochend en de Bewijzen verworpen. Maar toen jullie om zoiets vroegen, hebben Wij jullie gestraft met een bestraffing uit de hemel die jullie lichamen deed verbranden en verassen, terwijl jullie toekeken naar elkaars ondergang! Zouden jullie je dan niet door deze grote gebeurtenis laten vermanen en ophouden met jullie Koefr (ongeloof)?”
Uitleg vers 56:
ثُمَّ بَعَثْنَاكُم مِّن بَعْدِ مَوْتِكُمْ لَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ
“Nadat Wij jullie met deze bliksemschicht troffen, hebben Wij jullie weer tot leven gebracht en gaven Wij jullie het leven weer terug, in de hoop dat jullie deze keer bij julliezelf te rade zouden gaan en deze keer jullie Heer wel zouden aanbidden, geen deelgenoten aan Hem zouden toekennen en de Profeten zouden volgen. Maar dit alles was tevergeefs. Het schijnt dat de Vermaning geen uitwerking op jullie had, want jullie zielen zijn zodanig verdorven dat zij geen goedheid meer accepteren en jullie harten zijn zover afgedwaald dat er geen Waarheid meer doorheen komt.”
Uitleg vers 57:
وَظَلَّلْنَا عَلَيْكُمُ الْغَمَامَ وَأَنزَلْنَا عَلَيْكُمُ الْمَنَّ وَالسَّلْوَى كُلُواْ مِن طَيِّبَاتِ مَا رَزَقْنَاكُمْ وَمَا ظَلَمُونَا وَلَـكِن كَانُواْ أَنفُسَهُمْ يَظْلِمُونَ
“Ook behoort tot Onze Gunsten jegens jullie het verspreiden van de wolken boven jullie om daarmee het weer voor jullie aangenaam te maken en de hitte van de zon tegen te houden en zodat er ook regen uit voort zal komen.
Ook verschaften Wij jullie voedsel en voorzagen Wij jullie van Manna, die qua zoetheid gelijkenissen vertoont met honing. En Wij verschaften jullie as-Salwaa, de overheerlijke vogelvlees.
Dus het weer hebben Wij voor jullie aangenaam gemaakt en over het eten en het drinken hadden jullie niets te klagen. Het enige dat jullie hoefden te doen is deze te nuttigen, goede daden te verrichten en jullie Heer te danken. Maar wederom hebben jullie het goede op een slechte manier in ontvangst genomen. Jullie misdroegen jullie, jullie wezen de leiding af en jullie kozen voor jullie halsstarrigheid.”
Aldus kan er gezegd worden dat al het onrecht dat hen zou treffen, zij enkel en alleen aan zichzelf te danken hebben. En dat zij, met het plegen van de zonden, alleen zichzelf hebben geschaad. Want Allah ondervindt daar geen last van, zoals Hij ook niet beter wordt wanneer iemand een daad van gehoorzaamheid verricht. Hij is Zichzelf genoegzaam en Hij is van niemand afhankelijk.
Uitleg vers 58:
وَإِذْ قُلْنَا ادْخُلُواْ هَـذِهِ الْقَرْيَةَ فَكُلُواْ مِنْهَا حَيْثُ شِئْتُمْ رَغَداً وَادْخُلُواْ الْبَابَ سُجَّداً وَقُولُواْ حِطَّةٌ نَّغْفِرْ لَكُمْ خَطَايَاكُمْ وَسَنَزِيدُ الْمُحْسِنِينَ
“Daarna hebben Wij hen opgedragen om Palestina binnen te gaan, omdat zij dit eerder zelf hadden gevraagd. Wij hadden aldaar voor hen een nieuw leven klaargemaakt. Een leven vrij van zwoegen, ploeteren en moeilijkheden.”
Alles wat zij nodig hadden voor een luxe leven, was daar te vinden. Allah droeg hen vervolgens op om via de poorten deze stad binnen te gaan en dit te doen in een staat van ootmoedigheid en dankbaarheid jegens Allah. Vragend naar Zijn Vergiffenis en Zijn Barmhartigheid. Allah beloofde hen tevens al hun zonden ongedaan te maken. Degene onder hen die slecht was, zou zijn zonden vergeven zien en degene onder hen die goed was, zou zijn goede daden zien vermeerderen.
Dus Allah deed hen de belofte dat als zij zich zouden houden aan de regels dat Hij hun zonden zou vergeven, hen een goed leven zou schenken en dat zij in aanmerking zouden komen voor een hoge rang bij Hem.
Uitleg vers 59:
فَبَدَّلَ الَّذِينَ ظَلَمُواْ قَوْلاً غَيْرَ الَّذِي قِيلَ لَهُمْ فَأَنزَلْنَا عَلَى الَّذِينَ ظَلَمُواْ رِجْزاً مِّنَ السَّمَاء بِمَا كَانُواْ يَفْسُقُونَ
Maar deze verdorven mensen hebben de zaken omgedraaid. In plaats van goede woorden uit te spreken, spraken zij woorden uit van verdorvenheid en hardnekkigheid. In plaats van ‘Hittah’ te zeggen, zoals Allah hen dat had opgedragen, zeiden zij ‘Hintah’. Dit getuigt van hun grote ongehoorzaamheid jegens Allah en van het feit dat zij overlopen van verdorvenheid!
“Daarna deden Wij wederom een bestraffing uit de hemel komen om hen daarmee te verdelgen en te vernietigen. Dit als bestraffing voor datgene dat zij hebben gedaan.”
Zie hier, beste lezer, hoeveel Tekenen zij hebben gezien, hoeveel beproevingen zij al niet hebben moeten doorstaan en hoeveel gunsten zij niet beschonken hebben gekregen. Maar het schijnt dat degene die te lijden heeft aan de ziekte van de zonde niet ontwaakt van zijn dronkenschap en niet bewust wordt van zijn wandaden en misdaden! Hij is volledig in de greep van het wereldse. Dit is een duidelijk bewijs dat de zonden het hart doen sterven en doen dit hart Allah vergeten!
Leraar: Aboe Ismail
Locatie: Moskee as-Soennah