Tawhiedul-Oeloehiyyah
(ook wel Tawhied ul-cIbaadah) houdt in dat alleen Allah als
object van aanbidding genomen mag worden.
Zoals
je weet, Allah is de Rabb en de Schepper. Alleen in Hem moeten wij
onze vertrouwen stellen. Wij moeten op Zijn beloning hopen en Zijn
bestraffing vrezen. Alleen Allah is de Ware God (Ilaah). Niets of
niemand mag buiten Hem aanbeden worden. Het is Haraam (verboden) om een daad
van aanbidding zoals het gebed, vasten, de bedevaart enz. voor een ander dan
Allah te verrichten. Want Allah heeft geen toestemming gegeven aan Zijn
schepselen om iemand anders of iets anders te aanbidden. Allah heeft
ons toch niet geschapen om anderen te aanbidden. Hoe kan je iets of iemand
gaan aanbidden die niet eens kan scheppen en die zelf geschapen is. Als je
dat doet, dan ben je Allah zeker niet dankbaar. Iemand die dat doet
heeft het dus verdiend om niet beloond te worden voor die valse aanbidding,
hij verdient het juist om gestraft te worden.
De
ongelovige Qoeraish in de tijd van de Profeet (vrede zij met hem)
geloofden dat Allah hun Rabb was. Sommigen geloofden zelfs in de
Wederopstanding, de Dag des Oordeels en de Voorbeschikking (al-Qadar).
Zij verrichtten zelfs handelingen van aanbidding voor Allah en beweerden dat
zij de religie van Ibrahiem volgden. Dit maakte hen echter nog geen moslims.
En Allah noemt hen toch Koeffaar (ongelovigen) en Moeshrikoen
(polytheïsten) in de Koran, want zij weigerden te geloven in dit soort
Tawhied. Zij aanbaden andere goden
naast Allah en accepteerden Zijn alleenrecht op
aanbidding niet.
De
eenheid van Allah in de aanbidding
De
aanbidding is voor Allah
alleen, omdat alleen Hij dit verdient en Hij alleen de mens kan baten. De
mens heeft geen tussenpersoon nodig zoals een priester of een ‘heilige
man’ die tussen hem en Allah moet bemiddelen.
Het belang van het aanbidden van Allah
alleen wordt keer op keer in de Koran onderschreven. Want dit is natuurlijk het
doel van de Schepping (van mensen en Djinns) op aarde en dit is ook de
kern van de boodschap van alle Profeten en alle Boodschappers van
Allah.
Allah zegt wat als volgt te vertalen is:
“Ik
heb de Djinn en de Mensheid slechts geschapen om mij te aanbidden.”
(Soerat adh-Dhaariyaat: 56)
“Waarlijk,
Wij hebben tot elk volk een boodschapper gestuurd (die zei), Aanbidt
Allah en vermijdt at-Taaghoet (Satan en alles wat buiten Allah wordt aanbeden).”
(Soerat
an-Nahl:36)
Het
bevestigen van Tawhiedul-Oeloehiyyah en het geloven erin gaan samen met het
ontkennen van elke vorm van tussenkomst. Dat wil zeggen dat de mens zich
direct tot Allah moet richten als hij een aanbidding wil verrichen of iets
aan Allah wil vragen; hij mag niemand en niets tussen hem en Allah als
tussenpersoon nemen. Want je mag aan Allah geen
deelgenoten toekennen.
Het is dus niet toegestaan om tot een dode of een levende persoon te
bidden of Hem te smeken. Want er werd overgeleverd dat de Profeet (vrede
zij met hem) zei dat
de Doeca’
(smeekbede) aanbidding is. Het is wel toegestaan om een vrome levende
persoon te vragen om een smeekbede voor jou te doen, zolang hij nog leeft.
Je vraagt van een vrome persoon of hij Allah voor jou wil vragen, want het
kan zo zijn dat Allah zijn smeekbede verhoort en jou smeekbede niet verhoort.
Maar zo’n man kan jou niet zegenen of iets voor jou doen dat Allah alleen
kan doen. Je mag wel een mens vragen om jou te helpen met zaken die mensen
wel aankunnen, maar niet met zaken die buiten hun macht zijn of die alleen
Allah kan doen. Maar het vragen van de doden om smeekbede voor jou te doen
is Haraam. Zij zijn niet in staat om ons te horen en zij zijn niet eens in
staat om zelfs zichzelf te helpen!
“Dat
is jullie Heer, aan hem behoort de Heerschappij toe, en degenen die jullie
buiten Hem aanroepen bezitten niet eens een dadelvliesje. Als jullie hen
aanroepen zullen zij jullie smeekbede niet horen en als zij het zouden horen
zullen zij jullie (smeekbede) niet
(kunnen) verhoren, en op de Dag der Opstanding zullen zij jullie
veelgodenaanbidding ontkennen, en niemand zal jou (kunnen) informeren
zoals (Allah)
de Alwetende”.
(Soerat Faatir: 13-14)
De
Koran behandelt ook het excuus die de afgodenaanbidders gebruiken om hun
afgoderij te rechtvaardigen, zij zeiden:
“Wij
aanbidden hen (de
afgoden) alleen zodat zij ons dichter bij Allah zouden brengen.”
(Soerat az-Zoemar: 3)
Zij
wilden daarmee zeggen, dat hun afgoden werden gebruikt als tussenpersonen om
dichter bij Allah te
komen, maar toch keurt Allah dit af.
Veel christenen richten hun gebed tot cIsa u
of zijn moeder Mariam (Maria) t.
De katholieken hebben vele ‘heiligen’ tot wie zij hun gebed richten. Zij
gebruiken priesters als tussenpersonen. Zelfs een aantal afgedwaalde
moslimsekten richten hun gebed tot de Profeet (vrede zij met
hem) of
familieleden van de Profeet (vrede zij met hem).
Velen bezoeken het graf van de Profeet (vrede zij met hem)
in de hoop dat hij hun gebeden zal verhoren. Dit heeft de Profeet (vrede
zij met hem) in het
bijzonder afgekeurd toen hij tijdens zijn laatste dagen zei:
“Neem
mijn graf niet tot gebedsplaats.”
(Muwatta
Imam Malik)
We hebben gezien dat Allah
de Heerser is over de hele Schepping en dat Hij de Enige is Die het verdiend
heeft aanbeden te worden. Dit betekent dat Hij Zich van alles en iedereen
onderscheidt. Want niemand en niets kan op Allah lijken, anders krijgen we
meer goden en dat kan gewoon niet. Wij moeten er dus ook in geloven dat de
Namen en de Eigenschappen van Allah niet te vergelijken zijn met de namen en
de eigenschappen van Zijn schepselen. Dit heet Tawhiedul-Asmaa’ was-Sifaat.
Vorige
/ Volgende
|