|
20:13
Den Haag | Maghrib
gebedstijdMiddel 13gebedstijd
Middel 7
05:25
Middel 6
07:23
Middel 5
13:56
Middel 2
17:17
Middel 4
20:13
Middel 3
22:03
Alle gebedstijden
Verhalen over de zuivere toewijding van de vrome voorgangers

Verhalen over de
vrome voorgangers bewegen het gemoed en raken het hart. Uit deze
verhalen valt lering te trekken voor hen die zich laten vermanen. Men
kan tegenover de Profeten (vrede zij met hen allen) het gevoel van
tekortkoming ervaren en zeggen: "Zij zijn door Allah gesteund middels de
Openbaring." Deze mensen echter, wiens handelingen wij zullen vermelden,
moesten het ook zonder openbaring stellen. Velen van hen hebben de
Profeet (vrede zij met hem) nooit gezien, noch zijn leerstellingen
direct vernomen. Maar deze zijn echter tot hen gekomen door degenen die
na hem (vrede zij met hem) zijn gekomen.

cAbd
ur-Rahmaan ibn Abi Laylaa en zijn nachtgebeden

 cAbd
ur-Rahmaan ibn Abi Laylaa plachte het vrijwillige nachtgebed thuis te
verrichten. Wanneer hij dan de aanwezigheid van iemand opmerkte, zou hij
zijn gebed onderbreken en het slapen hervatten, alsof hij dit al de hele
tijd deed. Zo zou iemand binnentreden en zeggen: "Deze persoon kan maar
niet genoeg krijgen van het slapen en het merendeel van zijn tijd (’s
nachts) doorbrengen met het slapen." Terwijl zij niet wisten dat hij het
gebed verrichtte aangezien hij dit voor hen verborgen hield.

 Bishr
al-Haafi en zijn ootmoedigheid in het gebed

 Een man met de
naam Hamzah ibn Dahqaan kwam naar Bishr al-Haafi, de bekende vrome
asceet, en zei tegen hem zei: "Ik zou graag eens met jou een dag willen
doorbrengen." Waarop Bishr antwoordde: "Dat is goed. Kies maar een dag
uit." Hamzah zei: "Ik kwam later bij hem binnen zonder dat hij het
doorhad. Daar trof ik hem aan in het gebed. Hij bad vier gebedseenheden
en ik zou niet in staat zijn om deze qua volmaaktheid na te doen. Ik
hoorde hem tijdens zijn prosternatie zeggen: ,,O Allah, U boven Uw Troon
weet dat nederigheid mij geliefder is dan bekendheid. O Allah, U boven
Uw Troon weet dat armoede mij geliefder is dan rijkdom. O Allah, U boven
Uw Troon weet dat ik niets verkies boven Uw Liefde." Hamzah zei: "Toen
ik dit hoorde werd ik overmand door emoties en tranen, waarop Bishr die
nog in zijn gebed was zei: ,,O Allah, U weet dat wanneer ik zou weten
dat hij hier stond, ik niets zou hebben gezegd."

 Ibrahiem
an-Nakhaci bedekte de Koran

 Al-Acmash
zei: "Ik was bij Ibrahiem an-Nakhaci, terwijl hij aan het
lezen was uit de Koran. Toen een man toestemming vroeg om binnen te
komen, bedekte hij allereerst de Koran en zei: ,,Ik wil niet dat hij mij
ziet, terwijl ik de hele tijd de Koran aan het lezen ben."

 Wij
kopen met onze bezittingen en niet met onze godsdienst

cAbdoellah
ibn Mahieriez trad eens een winkel binnen om een gewaad te kopen, waarop
een man tegen de eigenaar van de kledingzaak zei: "Dit is Ibn Mahieriez,
maak voor hem een mooie prijs." Hierop werd Ibn Mahieriez boos en gooide
het gewaad neer, waarop hij zei: "Wij kopen met onze bezittingen en niet
met onze godsdienst."

Vrees voor
protserigheid
 

Ibn cOeyaynah
zei: "Het behoorde tot de smeekbede van al-Moetarrif ibn cAbdillaah
dat hij zei: ,,O Allah, ik vraag Uw Vergeving voor de zaken waarover ik
meende Uw Aangezicht te zoeken, terwijl mijn begeerten zich hier ook in
vermengden en waar U het beste van op de hoogte bent."

Ibn cOeyaynah
zou bij het voordragen van een overlevering van de Profeet (vrede zij
met hem) overmand worden door gehuil, terwijl hij les aan het geven was.
Hij zou met een deel van zijn tulband zijn ogen bedekken en zeggen: "Wat
een erge verkoudheid. Wat een erge verkoudheid."

Zijn gebed deed
hen bekeren tot de Islam 

De schrijver van
het boek ‘Tabaqaat al-Hanaabilah’ overlevert dat cAbd
ul-Ghaniy al-Maqdisi, de bekende hadithgeleerde, gevangen zat in Bayt
ul-Maqdis in Palestina. Op een nacht stond hij op om het vrijwillige
gebed vol ootmoedigheid en zuivere toewijding te verrichten. In de cel
waar hij verbleef, was onder andere een aantal joden en christenen.
c
Abd ul-Ghaniy stond in het gebed en weende tot het aanbreken van
de dag. Toen de ochtend was aangebroken, wendde de groep zich tot de
gevangenisbewaarder en zei: "Laat ons vrij, want wij zijn moslim
geworden en hebben ons bekeerd tot het geloof van deze man." Waarop de
gevangenisbewaarder hen vroeg: "Maar waarom dan? Heeft hij jullie
uitgenodigd tot de Islam?" Zij zeiden: "Hij heeft ons niet uitgenodigd
tot de Islam, maar wij verbleven met hem gedurende de nacht en hij
herinnerde ons aan de Dag der Opstanding." 

De graver van de
tunnel
 

Tijdens één van de
belegeringen van een Romeins fort door de moslims, kregen de
moslimstrijders te maken met de nodige moeilijkheden. De weg naar de
overwinning was lang en zij werden zowaar bedolven onder de pijlen van
de vijand. Toen daar een man onder de moslims zich heimelijk een weg
baande richting het fort. Hij groef een tunnel om vervolgens de strijd
aan te gaan met de vijanden aldaar. Langzaam maar zeker lukte het hem om
de poort van het fort van binnenuit te openen en de moslimstrijders de
toegang tot het fort te verlenen. De man ging vervolgens op in de
menigte en niemand herkende hem. 

Hierna sprak de
aanvoerder van de moslims, Maslamah genaamd, de mensen toe, zeggende: "Ik
vraag jullie bij Allah om de graver van de tunnel naar voren te brengen."
Toen de nacht aanbrak kwam er een man die toestemming vroeg aan de
lijfwachten van Masalamah om met hem te spreken, waarop de lijfwachten
aan hem vroegen: "Wie ben jij?" De man antwoordde: "Ik ben degene die
jullie zal wijzen naar de graver van de tunnel." De lijfwachten gaven
hem toestemming om verder te gaan en stelden Maslamah op de hoogte van
de komst van deze man. 

De man zei tegen
Maslamah: "Ik zal jou informeren over de identiteit van de graver van de
tunnel, maar slechts onder de volgende voorwaarden die door hem zijn
gesteld; dat je hem na vandaag niet zult opzoeken en je hem niet
persoonlijk zult treffen of spreken." Hierop zei Maslamah: "Ik accepteer
de voorwaarden. Vertel mij nu wie hij is." Hierop trad de man in kwestie
binnen en hij zei: "Ik ben hem en aan mij komen de voorwaarden toe
waarmee je hebt ingestemd. Dus vraag niet naar mij, zoek niet naar mij
en nodig mij niet uit voor één van jouw zittingen." Hierop vertrok de
man en mengde zich weer onder de gelederen van de strijders. Hierna
pleegde Maslamah te zeggen: "O Allah, doe mij (op de Dag der Opstanding)
opwekken met de graver van de tunnel." 

Het besef van
een Dag van Verrekening
 

Al-Foedhayl ibnoel
c
Iyaadh en Soefyaan ath-Thawri troffen elkaar eens op een dag en
vertelden elkaar ontroerende verhalen die hun gemoed deed bewegen en hen
tot tranen brachten. Hierop zei Soefyaan ath-Thawri: "Ik wens dat deze
zitting een genade en een zegening voor ons zal zijn." Hierop zei al-Foedhayl
ibnoel cIyaadh: "Ik vrees echter, O Aboe cAbdillah,
dat deze zitting tegen ons gebruikt zal worden. Heb jij niet op de beste
wijze geprobeerd jouw verhalen over te dragen en heb ik ook niet op de
beste wijze geprobeerd mijn verhalen ten gehore te brengen, waardoor jij
met mij wedijverde en ik met jou?" Waarop Soefyaan ath-Thawri in tranen
uitbarstte en zei: "Jij hebt mij doen inzien. Moge Allah jou inzicht
geven." 

De zoetheid van
het Hiernamaals 

Bishr ibnoel
Haarith zei: "De persoon die ervan houdt herkend te worden door de
mensen, zal de zoetheid van het Hiernamaals niet proeven."
 

Share this...
Share on Facebook
Facebook
Tweet about this on Twitter
Twitter