Tegen een jongenman die op zijn sterfbed lag werd verteld: “Zeg: ,,Laa ilaaha ill-Allah.” Waarop de jongeman zei: “Geef mij een sigaret.” Waarop wederom tegen hem werd gezegd: “Zeg: ,,Laa ilaaha ill-Allah.” Waarop de jongeman wederom zei: “Geef mij toch een sigaret.” Zij zeiden: “Zeg: ,,Laa ilaaha ill-Allah, zodat dit jouw laatste woorden mogen zijn.” Waarop de jongeman tenslotte zei: “Ik wil niets te maken hebben met ‘Laa ilaaha ill-Allah’, geef mij maar een sigaret.”
Aboe Hafs overlevert dat hij bij een man uit Maysasah binnenkwam die op zijn sterfbed lag. Hij zei: “Zeg: ,,Laa ilaaha ill-Allah.” Waarop de man antwoordde: “Dat is onmogelijk voor mij. Mij staat namelijk iets in de weg om dit uit te spreken.”
Toen er tegen een ander werd gezegd: “Zeg: ,,Laa ilaaha ill-Allah,” antwoordde de stervende man: “De koning en de toren (twee schaakstukken. Deze man ging tijdens zijn leven helemaal op in het schaakspel).” Dit waren zijn laatste woorden.
Weer een ander werd opgedragen om ‘Laa ilaaha ill-Allah’ te zeggen. Hierop begon hij een refrein van een lied te neuriën: “Tan tan tana, tan tan tana.” Totdat hij stierf.
Toen tegen een ander werd gezegd: “Zeg: ,,Laa ilaaha ill-Allah,” zei de man: “Dit zal mij niet baten. Er is geen zonde of ik heb deze gepleegd.” Vervolgens stierf hij zonder de getuigenis te hebben uitgesproken.
Tegen weer een ander werd gezegd: “Zeg: ,,Laa ilaaha ill-Allah,” Hij zei : “Wat zal het mij baten. Ik weet dat ik nooit maar één keer het gebed heb verricht voor Allah.” Waarop hij stierf zonder de getuigenis te hebben uitgesproken.
De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Spoor jullie stervenden aan om ‘Laa ilaaha ill-Allah’ te zeggen.”
En in een andere overlevering zegt de Profeet (vrede zij met hem): “Degene van wie de laatste woorden ‘Laa ilaaha ill-Allah’ zijn, zal het Paradijs binnentreden.”
Het kunnen zeggen van ‘Laa ilaaha ill-Allah’ valt echter alleen degenen ten dele die tijdens dit leven leefden volgens de regels van ‘Laa ilaaha ill-Allah’. Allah zegt immers (interpretatie van de betekenis):
“Allah versterkt degenen die geloven met de standvastige uitspraak (de geloofsgetuigenis) tijdens het wereldse leven en in het Hiernamaals.”