Ibrahiem
Ibn Adhaam werd eens benaderd door de mensen van Basrah, zij vroegen hem:
Waarom worden
onze smeekbeden tot Allah niet verhoord?” Hij zei: “Omdat jullie harten
door de volgende tien zaken zijn afgestorven:
·
Jullie leerden Allah kennen, maar gaven Hem Zijn rechten niet.
·
Jullie beweerden van de Profeet (vrede zij met hem) te houden,
maar verlieten zijn Soennah.
·
Jullie reciteerden de Koran, maar leefden er niet naar.
·
Jullie aten van de gunsten van Allah, maar toonden jullie
dankbaarheid niet.
·
Jullie zeiden dat de shaitan jullie vijand was, maar namen hem
te vriend.
·
Jullie zeiden dat het Paradijs waarlijk bestaat, maar deden er
geen moeite voor. (om het te mogen
binnentreden)
·
Jullie zeiden dat het Hellevuur waarlijk bestaat, maar jullie
probeerden het niet te ontvluchten.
·
Jullie zeiden dat de Dood waarlijk bestaat, maar troffen
hiervoor geen voorbereidingen.
·
Jullie hielden julliezelf bezig met andermans gebreken en
vergaten jullie eigen gebreken.
. Jullie begroeven jullie
doden, maar trokken er geen lering uit."
|