Zitting in de Ramadan – dag 14

6036

Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien

De veertiende zitting
“Zaken die het vasten verbreken”

Allah de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):

“Daarom mogen jullie nu geslachtsgemeenschap met hen hebben. En streef naar dat wat Allah voor jullie heeft voorbeschikt (d.w.z. jullie nageslacht). En eet en drink, totdat de witte draad (d.w.z. het licht) van de dageraad aan jullie verschijnt en deze duidelijk te onderscheiden is van de zwarte draad (d.w.z. van de duisternis van de nacht).”

(Soerat al-Baqarah: 187)

Allah heeft in dit edele vers de fundamentele zaken genoemd die het vasten verbreken, en de Profeet (vrede zij met hem) heeft dit ook gedaan in zijn Soennah (d.w.z. middels zijn uitspraken en handelingen).

Er zijn zeven zaken die het vasten verbreken:

1.     Geslachtsgemeenschap hebben met je partner (overdags). En dit behoort tot de grootste zonden die je kunt verrichten (tijdens het vasten). Het vasten wordt hiermee verbroken en het maakt dan niet uit of het gaat om vrijwillig of verplicht vasten. Als zij het (overdag) doen tijdens een dag in de Ramadan, dan moeten ze een slaaf bevrijden (als boetedoening). Als zij geen slaaf hebben, dan twee maanden aaneengesloten vasten, zonder dat een dag wordt gemist behalve met een geldige reden. Redenen kunnen zijn dat het bijvoorbeeld op één van de dagen van ʿIed (d.w.z. Islamitische feestdagen) valt, of ziekte of reizen. Als zij zelfs één dag missen zonder geldige reden, dan moeten zij opnieuw beginnen met het vasten van twee aaneengesloten maanden.

Wanneer zij niet in staat zijn om twee maanden te vasten, dan moeten zij zestig arme mensen voeden; voor iedere persoon een half kilo voedsel. In Sahieh Moeslim is overgeleverd dat een persoon geslachtsgemeenschap had met zijn vrouw gedurende de dag tijdens de Ramadan. Dus vroeg hij de Profeet (vrede zij met hem) hierover en de Profeet zei: Heb jij een slaaf?” Hij zei: “Nee.” Hij vroeg: “Ben je in staat om twee maanden (aaneengesloten) te vasten?” Hij antwoordde: “Nee.” Hij zei: “Voed dan zestig arme personen.”

(Moeslim)

2.     Het laten vrijkomen van zaad (sperma) uit eigen wil door bijvoorbeeld het kussen (van je vrouw), intiem zijn (met haar), en dergelijke. Deze lusten dient een vastende persoon te vermijden, zoals is aangegeven in de Hadieth Qoedsiy waarin Allah zegt:“Hij laat zijn voedsel, drinken en lusten staan, omwille van Mij.”

(al-Boekhaarie)

Wanneer er wordt gekust zonder dat er zaad vrijkomt, dan verbreekt dit het vasten niet. Want het is overgeleverd van ʿAa’ishah dat de Profeet zijn vrouwen kuste en omhelsde terwijl hij aan het vasten was. Maar ze gaf wel aan dat hij degene is die het beste zijn lusten en begeerten onder controle kon houden.

In Sahieh Moeslim is overgeleverd dat ʿOmar ibn abie Salamah de Profeet vroeg: “Kust een vastende (zijn vrouw)?” Waarop de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Vraag het aan haar (d.w.z. zijn vrouw Oem Salamah).” Waarop zij ʿOmar liet weten dat de Boodschapper van Allah dat deed. Vervolgens zei de Profeet (vrede zij met hem): “Bij Allah, ik ben van jullie degene die Allah het meest vreest.”

(Moeslim)

Maar als een persoon bang is dat er zaad vrij kan komen als hij (zijn vrouw) kust, of iets doet wat geleidelijk kan leiden tot geslachtsgemeenschap, en niet de kracht heeft om zijn begeerten in bedwang te houden, dan zijn handelingen (van intimiteit) zoals het kussen verboden voor hem. Dit is om de deuren te sluiten (die kunnen leiden naar het verbodene tijdens het vasten).

Zaad dat vrijkomt door een natte droom of door ergens aan te denken zonder dat er naar deze gedachten gehandeld wordt, verbreekt het vasten niet. Een natte droom gebeurt namelijk niet uit vrije wil van de vastende persoon. En wat er in de gedachten opkomt wordt ontzien, omdat de Profeet zei: “Allah heeft mijn Oemmah ontzien voor wat er in haar gedachten opkomt, zolang ze er niet over praat of ernaar handelt.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

3.     Eten en drinken. Dit houdt in dat het eten of drinken de keel bereikt via de mond of neus. Zo heeft de Profeet gezegd: “En overdrijf in Istinshaaq (d.w.z. het opsnuiven van water in je neus tijdens de Woedoe’), behalve als je vastende bent.”

(authentiek verklaard door at-Tirmidhie)

Het ruiken verbreekt het vasten niet, omdat geuren de maag niet bereiken.

4.     Er zijn twee zaken die buiten de categorie ‘eten en drinken’ vallen, maar wel hetzelfde zijn:

1.     Het injecteren van bloed bij een vastende persoon. Zoals een vastende die bloed verloren heeft en daarom bloed krijgt geïnjecteerd. Dit verbreekt het vasten.

2.     Voedingsinjecties. Deze verbreken het vasten, zelfs als het geen echt voedsel is (of op echt voedsel lijkt). Want dit soort injecties zijn bedoeld om te voeden en zijn een vervanging van voedsel.

Injecties die geen voedsel zijn, noch bedoeld zijn om te voeden (of als vervanging van voedsel dienen), verbreken het vasten niet. Het maakt niet uit of ze geprikt worden in de spier of zenuw. Omdat het geen voedsel is, is de regelgeving dan ook verschillend dan die van voedsel.

5.     Bloed naar buiten laten komen middels al-Hidjaamah (d.w.z. aderlating) verbreekt het vasten, vanwege de woorden van de Profeet: (Zowel) degene bij wie al-Hidjaamah is gedaan, en degene die al-Hidjaamah doet, hebben hun vasten verbroken.”

(Ahmad)

Dit is volgens de Madhhab van Imaam Ahmad en vele Hadieth-geleerden. En hieruit concluderen we dat het ook niet toegestaan is voor de vastende persoon om bloed te doneren. Als er een noodzaak hiervoor is, dan is het toegestaan om bloed te doneren en hij kan die dag eten, en zijn vasten (van die dag) later inhalen.

Kleine schaafwonden, snijwonden en dergelijke, tellen niet mee omdat de hoeveelheid bloed die vrij komt niet evenveel is als bij Hidjaamah, en ze hebben niet veel effect op het lichaam.

6.     Met opzet overgeven. Dit houdt in dat voedsel of drinken in de maag naar buiten komt via de mond. Dit verbreekt het vasten, want de Profeet zei: “Wie per ongeluk overgeeft, hoeft (het vasten van die dag) niet in te halen. En wie met opzet overgeeft, moet (die dag van vasten) inhalen.”

(Ahmad, Aboe Daawoed, at-Tirmidhie, Ibn Maadjah)

De volgende zaken verbreken het vasten: Met opzet overgeven door druk te zetten op de maag, of door iets in de keel te steken, of door iets rottigs te ruiken of door ernaar te kijken. Maar zonder opzet overgeven is geen probleem.

7.     Het vrijkomen van menstruatiebloed of kraambloed verbreekt het vasten. Wanneer men bloed ziet, dan is het vasten verbroken. En het maakt niet uit of dit aan het begin van de dag gebeurt of op het eind; al gebeurt het maar een moment vóór zonsondergang.

Als de vrouw voelt dat bloed gaat vrijkomen, maar dit pas gebeurt na zonsondergang, dan is haar vasten geldig.

Het is voor een vastende verboden om middels één van de bovengenoemde zaken, zijn vasten te verbreken (met uitzondering van punt 7, red.). Dit geldt voor eenieder die verplicht aan het vasten is, zoals het vasten in de Ramadan, of het vasten vanwege een boetedoening, of het vasten vanwege een gelofte aan Allah2 die moet worden nagekomen. Maar als een persoon een legitieme reden heeft (om zijn vasten te verbreken) zoals ziekte of reizen, dan is het niet verboden. Deze dagen (waarin het vasten is verbroken) moeten dan later worden ingehaald.

Wanneer iemand vrijwillig vast, dan is het voor hem toegestaan om zijn vasten zonder geldige reden te verbreken.

Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan

1. De geleerden verschillen hieromtrent van mening. Imam Aboe Haniefah, Imam ash-Shaafiʿie en Imam Maalik zijn van mening dat Hidjaamah het vasten niet verbreekt. En hun bewijs is de overlevering van Ibn ʿAbbaas: “De Profeet (vrede zij met hem) verrichte Hidjaamah toen hij aan het vasten was en ook toen hij instaat van Ihraam was.” Over de in de tekst genoemde overlevering zegt Ibn Hadjar dat deze Mansoekh is (d.w.z. de regelgeving is opgeheven).

2. Dit wordt an-Nadhr genoemd, en dit houdt in dat iemand aan Allah belooft om een daad van aanbidding te verrichten, zoals het vasten, die van oorsprong niet verplicht voor hem is.