Zitting in de Ramadan – dag 15

4562

Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien

De vijftiende zitting
“Situaties waarin het vasten niet wordt verbroken”

De situaties waarover we in de veertiende zitting hebben gesproken, verbreken het vasten niet in drie situaties (behalve menstruatie).

De eerste situatie:

Dat een persoon hierover argeloos is. Dit vanwege het vers (interpretatie van de betekenis):

“Onze Heer, bestraf ons niet als wij vergeten of fouten maken.”

(Soerat al-Baqarah: 286)

Allah zegt hierover: “Dat heb ik gedaan.”

(Moeslim)

En ook het vers, waarin Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En er treft jullie geen blaam als jullie daarin een fout maken, behalve datgene wat jullie (vanuit jullie) harten bewust doen. En Allah is Meest Vergevensgezind, Meest Genadevol.”

(Soerat al-Ahzaab: 5)

Of de persoon argeloos is over de Islamitische wetgeving, denkende dat deze daad het vasten niet verbreekt of dat zij argeloos zijn qua situatie of tijd, maakt niet uit. Bijvoorbeeld als iemand denkt dat de tijd van Fadjr nog niet is aangebroken en doorgaat met eten, of denkt dat de zon onder is en begint met eten. In deze situaties wordt het vasten niet verbroken. ʿAdiy ibn Haatim (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “Toen het vers (interpretatie van de betekenis):

“En eet en drink, totdat de witte draad (d.w.z. licht) van de dageraad aan jullie verschijnt en deze duidelijk te onderscheiden is van de zwarte draad (d.w.z. van de duisternis van de nacht)

(Soerat al-Baqarah: 187)

werd geopenbaard, zei ik: “O Boodschapper van Allah, waarlijk, ik hou onder mijn kussen twee draden, een witte en een zwarte, waarmee ik onderscheid maak tussen de nacht en de dageraad.” Hierop zei de Profeet (vrede zij met hem): “Jouw kussen is zeer breed! Want het woord “draad” refereert naar de zwartheid van de nacht en het witte van de dageraad.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

ʿAdiy at nadat de tijd van Fadjr reeds was ingegaan. Toch beval de Profeet (vrede zij met hem) hem niet zijn vasten in te halen. Ook heeft Asmaa’ bintoe abie Bakr overgeleverd: “We verbraken het vasten eens tijdens het leven van de Profeet (vrede zij met hem) terwijl het bewolkt was. Daarna was de zon weer zichtbaar. En ik kan me niet herinneren dat de Profeet (vrede zij met hem) ons heeft bevolen de dag in te halen.”

(al-Boekhaarie)

Zo is het ook dat als iemand zijn vasten verbreekt nadat de tijd van Fadjr is ingegaan, denkende dat dit nog niet het geval is, dan is het vasten nog steeds geldig. Je hoeft het vasten niet in te halen. Dit omdat je argeloos was betreffende de tijd. Als een persoon erachter komt dat hij niet meer mag eten, dan moet hij onmiddellijk hiermee stoppen en zijn mond reinigen.

De tweede situatie:

Als een persoon vergeet dat hij vast en dan toch eet, dan hoeft hij de dag niet in te halen. De Profeet heeft namelijk gezegd: “Wie uit vergeetachtigheid eet of drinkt terwijl hij vast, laat hem zijn vasten voltooien. Want waarlijk, Allah is Degene die hem heeft gevoed.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Als een persoon zich realiseert dat hij vast, dan dient hij te stoppen met eten en te verwijderen wat er zich in zijn mond bevindt. Het is verplicht voor een persoon die een vastende ziet eten om hem hieraan te herinneren. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):

“Maar help elkaar in het goede en in godsvrucht.”

(Soerat al-Maa’idah: 2)

De derde situatie:

Als iemand wordt gedwongen te eten dan is het vasten nog steeds geldig en zijn zij niet verantwoordelijk de dag in te halen. Allah heeft namelijk gezegd:

“Degene die niet in Allah gelooft nadat hij (eerder) geloofde (op hem rust de Woede van Allah), behalve degene die (tot ongeloof) wordt gedwongen terwijl zijn hart rust heeft gevonden in het geloof. Maar wie zijn borst openstelt voor het ongeloof, op hen rust de Woede van Allah. En voor hen is er een geweldige Bestraffing.”

(Soerat an-Nahl: 106)

Als Allah degene die gedwongen ongeloof begaat vergeeft, dan geldt dit ook voor andere zaken. Zo heeft de Profeet gezegd: “Waarlijk, Allah vergeeft mijn gemeenschap fouten, vergeetachtigheid en dwang.”

(Ibn Maadjah en al-Bayhaqie)

Het vasten wordt niet verbroken door het gebruik van Koehl of medicatie voor de ogen. Zelfs niet als de smaak ervan in de keel geproefd kan worden. Dit omdat het niet gebruikt wordt met de intentie van eten of drinken. Zo ook verbreken medicatie voor de oren en (andere) wonden het vasten niet. Als je voedsel proeft en het niet doorslikt, of bij het ruiken van voedsel, dan wordt vasten niet verbroken. Ook de geur van wierook verbreekt het vasten niet. Maar men moet niet overdrijven in het inhaleren van de rook.

Het gebruik van de Siwaak heeft ook geen invloed op het vasten. Sterker nog, het wordt aanbevolen. Vooral aan het begin en eind van de dag.

Daarnaast is het ook toegestaan om jezelf af te koelen met water als je vast. Het is overgeleverd dat Profeet toen hij vastte gewoon was water over zijn hoofd te gieten vanwege dorst of vanwege de hitte. En Ibn ʿOmar weekte zijn kleding in water en droeg deze hierna, terwijl hij vastte.

Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan